Als grafrust een privilege is

De roman De diepst verborgen herinnering van de mens van Mohamed Mbougar Sarr, smaakte kennelijk naar meer. Het werk won vele prijzen, waaronder de Prix Goncourt, en stond op vele lijstjes. De onvermijdelijkheid van geweld van Yambo Ouologuem werd in het Nederlands vertaald, het boek dat model staat voor het gezochte boek in De diepst verborgen herinnering van de mens. Nu is een eerdere roman van Sarr naar het Nederlands vertaald: Een echte man. Hoewel De diepst verborgen herinnering van de mens Sarr terecht tot een literaire wereldster heeft gemaakt, komt de vraag op waarom dat nog niet is gebeurd bij het verschijnen van Een echte man.

Er zijn grote verschillen tussen de twee boeken van Sarr. Een echte man heeft één verteller, op één plek, over één onderwerp. De stijl is het hele boek hetzelfde, het boek telt nog geen 190 pagina’s. Dat kan er juist voor zorgen dat je als lezer het hele boek bij de keel gegrepen blijft, je steeds betrokken voelt, je kan inleven, terwijl je bij De diepst verborgen herinnering van de mens bij elk hoofdstuk opnieuw kennis moest maken, interesse op moest brengen voor weer een nieuw personage, voor een kansloze zoektocht.

In Een echte man volgen we Ndéné Gueye, een docent Franse literatuur in Senegal. De katalysator staat meteen in de eerste zin:

‘Heb je dat filmpje gezien dat sinds een paar dagen rondgaat?’

En de zinnen die erop volgen tonen eerst nog de desinteresse van Ndéné:

Helemaal in de roes van mijn orgasme wilde ik gaan slapen. Dat kon ik vergeten. In deze wereld klinkt er altijd wel een stem die je met de beste bedoelingen iets verschrikkelijks wil aandoen: je ontnuchteren.

Ndéné bekijkt het filmpje waarin een lijk wordt opgegraven. Een menigte denkt dat het lijk aan een homoseksueel toebehoorde, en diezelfde menigte ervaart het als een grove belediging dat dit lijk op een moslimbegraafplaats ligt. Grafrust is blijkbaar een privilege dat niet iedereen gegund is. Eerst is Ndéné nog wat onbewogen in zijn constatering dat dit bij de cultuur hoort, maar hij raakt langzaam meer en meer betrokken bij het onderwerp: homofilie in Afrika.

Bijvoorbeeld doordat hij gedichten van Paul Verlaine bespreekt met zijn studenten, en dat vanwege de vermeende homoseksualiteit van Verlaine, overheidswege, niet meer mag doen. Zijn minnares is biseksueel. Hij spreekt met Sama Awa, een soort begeleider van wilde dansshows en mateloos populair, hoewel van hem het vermoeden bestaat dat hij homoseksueel is. Overigens zijn alle vormen die afwijken van een heteronormatieve man góor-jigéen, een man-vrouw. Het maakt in die zin niet veel uit of iemand homoseksueel, biseksueel, enigszins vrouwelijk of androgyn is: het is allemaal fout. Dat idee wordt bijvoorbeeld uitgedragen door de vader van Ndéné, die op het punt staat imam te worden. Hij houdt een preek waarin hij homoseksualiteit veroordeelt, hij het terecht vindt dat het lijk is opgegraven, en hij eindigt met een oproep voor deze armzalige dode te bidden. Door alleen deze laatste opmerking wordt de vader buiten de gemeenschap gesloten. Het is dezelfde vader die beweert dat homoseksualiteit niet aangeboren, niet van God gegeven kan zijn, omdat God goed is, en homoseksualiteit dus een kwade keus is van de man zelf.

Soms lukt het Ndéné niet om iets letterlijk te benoemen, en neemt hij als verteller een symbolische aanloop. Die aanloop werkt vaak goed, omdat veel beelden platgetreden zijn. De manier waarop uit wordt gelegd wat rouw is, en wat een gerucht, is zeer functioneel. De rouw van de moeder van het lijk krijgt er een diepere betekenis door. Het is sowieso de kracht van het boek: gevoelens en gedachten worden uitgeplozen en ontdaan van al te binaire en simpele indelingen. Dat het volgende pleidooi voor homoseksuelen nodig is, is schrijnend:

Dat homoseksuelen mensen zijn als ieder ander is niet omdat ze familie, gevoelens, moeilijkheden, een beroep, kortom een normaal leven hebben met alle kleine smarten die daarbij horen: dat ze mensen als ieder ander zijn is omdat ze net zo alleen, net zo kwetsbaar, net zo onbeholpen zijn als ieder ander tegenover de onontkoombaarheid van menselijk geweld. Het zijn echte mensen omdat ze elk moment het risico lopen te worden gedood en aan geweld te worden onderworpen door de menselijke dwaasheid, die zich verschuilt achter een van die talloze perverse maskers waarmee ze zich uit: cultuur, religie, macht, rijkdom, roem…

De verwijzing naar De onvermijdelijkheid van geweld is hier onmiskenbaar. In dat werk van Yambo Ouologuem is een belangrijke gedachte dat op het Afrikaanse continent al veel geweld was voordat de westerlingen kwamen, wat tegen de toen heersende opvattingen in ging. In Een echte man komen dit soort opvattingen ook voor, dat homofilie door de westerlingen naar Afrika is gebracht, of alleen de extravagante versie ervan. Het is vanuit mijn comfortabele werkkamer makkelijk om geschokt te zijn door dit boek, bijvoorbeeld alleen al door de volgende situatie:

‘Kom… kom mee, ga je vader om vergiffenis vragen…’
‘Waarvoor? Voor welk vergrijp moet ik hem om vergiffenis vragen?’
Adja Mbéne zei niets, misschien omdat ze geen antwoord op mijn vraag had, misschien omdat ze verrast was door mijn barse toon.
‘Zie je wel? Dat weet je niet? Niemand weet welk vergrijp ik heb gepleegd. Dat weet ik zelf niet eens. Of we weten het allemaal en durven het niet te benoemen. Als dat het geval is, heeft het niet eens zin dat ik mijn excuses aanbied. Dan valt er niets meer te doen. Want dat is het enige soort vergrijp waarvoor geen vergiffenis mogelijk is. Het soort vergrijp dat niet benoemd mag worden.’

Als lezer weet je dat Mbéné op dat moment niets homoseksueels heeft gedaan, en slechts op basis van geruchten uitgesloten gaat worden. Dat is intens pijnlijk, helemaal omdat deze lezer het hele boek hardop denkt: homoseksueel zijn is geen vergrijp. Op die manier leest Een echte man als een pleidooi tegen de opvatting dat homoseksualiteit onrein en kwaadaardig is. Het is een schop tegen een heilig huisje dat iedereen zou moeten lezen.

Erik-Jan Hummel

Mohamed Mbougar Sarr – Een echte man. Vertaald door Jelle Noorman. Atlas Contact, Amsterdam. 192 blz. € 22,99.