Uitnodiging voor een moedig bestaan

Sinds enige tijd scrol ik me suf op Twitter. Ik lees en kijk veel, geef likes bij tweets over literaire zaken, zet de link naar deze column erop. Ik ken inmiddels ieders standpunt over de conflicten in de wereld. Geharnaste standpunten. Zelden komt iemand op een mening terug en als het gebeurt, volgt er doorgaans een maar. Is Twitter een fijne wereld? Zelden. Doet het iets met mij? Absoluut. Een van mijn laatste verslavingen is Thieves getting fucked. Tientallen filmpjes waarin het met de overvaller bijzonder slecht afloopt. Een man berooft een vrouw, rent weg en wordt door een bus aangereden. Karma, zegt het onderschrift. Een winkelier trekt sneller zijn pistool dan de dief, met noodlottige gevolgen. Stuk voor stuk eindigen de filmpjes met een stervende overvaller in een plas bloed. Ik betrapte mezelf erop dat ik doorscrollend naar het volgende filmpje telkens dacht: Net goed.

De genadeloze gedachte van een toekijker.

Net goed. Daar lag hij. Had hij maar niet met een pistool moeten zwaaien.

Waarom ben ik wel van slag bij geweldsexplosies in oorlogsgebieden, of het nu pijn betreft van kinderen of volwassenen, maar verlies ik hier vanuit een basisbehoefte aan straf en rechtvaardigheid zoveel innerlijke beschaving? Welkom sadisme. De dader reduceer ik tot een ding, een wegwerpartikel voor kort vermaak. Hup naar het volgende filmpje met (in de context van deze account) hetzelfde happy end.

Hier speelt iets wat schrijver Mohamed Mbougar Sarr zo indringend laat zien in Een echte man. In Senegal gaat een filmpje viral waarin woedende mannen het lijk opgraven van een homoseksuele man. Hij mag niet rusten in ‘heilige’ grond. Weg met hem. Ook zo’n filmpje dat, afhankelijk van hoe je in het leven staat, een appèl doet op de onderbuik. Je hebt te doen met het lijk, met de moeder van de overledene, als vanzelf gaat je antipathie uit naar de daders. Hoe halen ze het in hun hoofd met hun achterlijke religieuze opvattingen om tot deze daad te komen? Maar zo’n filmpje gaat niet voor niets viral en niet voor niets wordt zo’n account over dieven door miljoenen mensen bezocht. Je scrolt verlekkerd verder: jij bent slecht, ik ben goed.

Dat maakt Een echte man zo’n bijzonder boek. In een leven kan zomaar iets gebeuren waardoor je uit een staat van verdoving wordt getrokken en je nieuwsgierig wordt naar de ander. Weg comfortzone, welkom rauwe werkelijkheid. Hoofdpersoon Ndéné Gueye, een literatuurdocent, wordt geraakt door het filmpje en doet, daartoe aangezet door zijn vriendin, onderzoek naar de verborgen wereld van homoseksuelen. Niet om af te keuren, maar om te begrijpen. Het wordt hem niet in dank afgenomen, de gemeenschap verstoot hem, het contact met zijn vader raakt verstoord, de tegenkrachten zijn sterk. Gueye komt op een punt dat hij niet anders kan. De blik wordt ruimer: naar buiten én naar binnen. Kun je de ander in je – veelstemmige –  zelf herkennen? Kun je tegelijkertijd voorbij je eigen vooringenomenheid raken? Een echte man pleit hartstochtelijk voor verbeelding. Verbeelding die empathie wakker schudt en de afstand tot de ander verkleint. Eenmaal dit pad ingeslagen, kan Gueye uitsluitend nog kiezen voor een moedig maar eenzaam bestaan.

Dat is de kracht van literatuur. Keer op keer. Literatuur die uitdaagt jezelf te bevragen, ook je ‘net goed’ gedachten bij al die filmpjes op internet. Zodat je uiteindelijk zelf ook voorbij al te geharnaste standpunten raakt.