Deze recensie komt uit 1996.

Hoe denkt een nerd?

Enig idee wat de belevingswereld is van een computerfanaat? Iemand die dag in dag uit naar een klein beeldschermpje zit te staren en alleen maar codes schrijft voor programma’s kan toch geen rijk innerlijk leven hebben? Douglas Coupland bewijst het tegendeel met zijn boek Microslaven. Coupland is bekend geworden met het boek Generatie X, waarin hij zijn generatiegenoten beschreef als wezenloze zombies die hun normen en waarden uit tv-soaps oppikten. Na nog twee van dergelijke boeken laat Coupland zien dat hij ook over werkende mensen kan schrijven. In Microslaven wordt een groep vrienden beschreven, die werkt bij Microsoft, het bedrijf waar Bill Gates als een god aanbeden wordt. Het eentonige werk bij Microsoft zorgt voor een lamlendige sfeer onder de groep. Eén van hen, Dan, doet daarvan verslag door een dagelijks geheugen bij te houden, een dagboek dus.

De groep leeft op als één van hen besluit om een eigen bedrijfje op te richten dat een computerversie gaat maken van Lego. Dan en zijn vrienden kiezen voor het avontuur en verlaten hun vaste baan bij Microsoft. Vanaf dat moment krijgt de roman een meer psychologisch karakter, omdat je steeds meer te weten komt van de drijfveren van ieder individu. Iedereen krijgt een relatie en ontdekt zo rond het dertigste levensjaar dat je behalve van een toetsenbord ook van een mens kunt houden. Dat romantische leven wordt voornamelijk beschreven in vergelijking met computers. ‘Ik vraag me weleens af of machines zich ooit eenzaam voelen.’ Dit soort zinnen typeert het soort mensen en maakt het boek tegelijk buitengewoon humoristisch. Op elke bladzijde komen wel citeerbare oneliners voor. Soms stijgt het niveau van de aantekeningen van Dan niet boven de kantoorhumor uit. Roddels worden in het moderne kantoor natuurlijk via persoonlijke e-mail rondgestuurd, maar het blijven roddels.

Microslaven is een must voor mensen die houden van experimentele typografie. De dagboekaantekeningen van Dan worden afgewisseld door bladzijden waarin Dan een bestand maakt van termen en zinnen die in het algemene onderbewuste zweven. Daarop staan dan verschillend vormgegeven merkwaardige kreten als: ‘Het verleden is een beperkte hulpbron.’ en ‘Shinhatsubai!’ Daarnaast experimenteert Dan met taal en lees je af en toe een bladzijde met zinnen als: ‘Ik glof d@ we zo vR vn onze dierleke oorsprong zijn afgdwald d@ we Bzeg zijn n nlwe, bovendierleke idntiteit te krejere.’ Je bent een half uur bezig met een bladzijde waarop alleen maar medeklinkers staan, terwijl op de tegenoverliggende bladzijde de bijbehorende klinkers zijn gezet.

Coupland houdt door de soapachtige verhoudingen op kantoor en de merkwaardige stijl de aandacht voortdurend gevangen. Dat de helft van de verwijzingen naar Amerikaanse computerproducten, tv-series, nieuwsfeiten en fastfood-artikelen langs me heengaat, is geen bezwaar. Net als in Generatie X geeft Coupland een humoristisch sociologisch beeld van een groep; in dit boek zijn de personages menselijker, omdat zelfs nerds gevoelens hebben en kunnen tonen.

Coen Peppelenbos

Douglas Coupland – Microslaven. Vertaald door Gerda Baardman. Meulenhoff, Amsterdam. 384 blz.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant op 21 juni 1996.