De vrouwen van Elizabeth Hardwick

De essays van Elizabeth Hardwick in de bundel getiteld Verleiding en Verraad gaan over vrouwen: schrijvende vrouwen en hun werk, een echtgenote of zus van een schrijver, de vrouwelijke hoofdrolspeelsters in toneelstukken of vrouwelijke personages in romans. Steeds betreft het het literaire landschap van het midden van de negentiende tot het midden van de twintigste eeuw. Met uitzondering van de artikelen over het toneelwerk van Ibsen betreft het steeds Engelstalige literaire werken die tot de canonieke teksten gerekend worden.

Elizabeth Hardwick (1916-2007) is een Amerikaanse auteur van literaire kritieken, romans en een biografie van Herman Melville. Een belangrijk wapenfeit is haar betrokkenheid bij de oprichting van de New York Review of Books in 1962, samen met o.a. haar man, de dichter Robert Lowell, en vriendin en hoogleraar Barbara Epstein (aan wie is het boek opgedragen). De oprichting was een gevolg van hun onvrede met de manier waarop tot dan toe over literaire onderwerpen werd geschreven in kwaliteitskranten als The New York Times. De artikelen in Verleiding en Verraad zijn dan ook allemaal eerder in de New York Review of Books gepubliceerd.

De verzamelde essays in Verleiding en Verraad zijn een vertaling van de bundel Seduction and Betrayal die in 1974 in de Verenigde Staten is gepubliceerd en daarna vele malen is herdrukt, met inleidingen van verschillende auteurs. De Amerikaanse uitgave die gebruikt is voor deze vertaling heeft een inleiding van van de hand van de Britse auteur Deborah Levy en dateert van 2019.

Het boek is verdeeld in een aantal secties, waarin soms één, soms meerdere artikelen zijn ondergebracht. Na een artikel over De Gezusters Brontë en een drietal artikelen over De Vrouwen van Ibsen, volgen, in het deel dat getiteld is Winnaars en Slachtoffers, Zelda Fitzgerald, Sylvia Plath en Virginia Woolf en de Bloomsbury groep. In de daaropvolgende sectie Amateurs vinden we Dorothy Wordsworth en Jane Carlyle. Tot slot staan in het lange artikel, net als het boek getiteld ‘Verleiding en Verraad’, talloze – opnieuw Engelstalige, literaire en canonieke – werken met vrouwelijke hoofdpersonen centraal. Overigens is het het enige artikel waarin verleiding expliciet een rol speelt. Jaar van eerste publicatie van een artikel wordt niet vermeld; wel wordt in een kort colofon opgemerkt dat sommige artikelen na eerste publicatie zijn uitgebreid, of zijn gebruikt voor colleges. In de artikelen wordt veelvuldig, bijna terloops, verwezen naar andere, klassiek canonieke werken, zoals de romans van Henry James, Lev Tolstoy, E.M. Forster en vele anderen.

Hardwick baseert zich in haar artikelen op close reading zonder vooropgezet theoretisch uitgangspunt, en laat zich leiden door empathie met haar onderwerp, of dat nu een auteur is of een personage in een roman of toneelstuk. Ze leven écht voor haar. Zo schrijft ze over Hedda Gabler: ‘Hedda is niet hysterisch. … Zuchten en steunen en handenwringen […] past al even slecht bij Hedda als dat het betekenisloos is in het geval van Nora. […] [Hedda] is enorm lui en wie lui is doet niet aan handenwringen.’ Soms is een pas verschenen biografie van een bepaalde literaire persoon de aanzet tot haar overdenkingen, zonder dat haar betoog een recensie van die biografie wordt. Zo lijkt het stuk over de Brontës geschreven na publicatie van Winifred Gerins studie Branwell, gepubliceerd in 1961, en het artikel over Zelda Fitzgerald naar aanleiding van de biografie Zelda door Nancy Milford uit 1970. Hardwick schuwt ook de persoonlijke noot niet: zo vraagt ze zich af of het door haar Amerikaanse achtergrond komt dat ze de leden van de Bloomsburygroep niet goed kan uitstaan, want ‘de levensstijl van de Bloomsburygroep, geschraagd door stevige balken eigendunk, is insulair, op het extreme af’. Hardwick is terecht beroemd om haar heldere, bedrieglijk eenvoudige taal. Vaak slaagt de vertaler erin die mooi weer te geven; soms stoort een rare zin, een verkeerd woord of uitdrukking.

De titel Verleiding en Verraad suggereert een programmatische ondertoon, een aanklacht, in de woorden van inleider Deborah Levy, tegen ‘de patriarchale structuren die hen [d.w.z. de besproken literaire vrouwen] beknotten’. Rosan Hollack begeeft zich zelfs, in een als brief vormgegeven artikel over het boek in NRC (4 januari 2023) op het biografische pad. Het lijkt wel, schrijft ze, of Hardwick, net als de vrouwen in het boek, ‘op zoek [is] geweest naar wat al die erudiete, getalenteerde vrouwen met elkaar bindt. Wellicht omdat u [d.w.z. Hardwick] zelf ook begreep wat het betekent om een vrije, eigenzinnige geest te zijn en om desondanks toch in de schaduw te leven?’. Maar het is juist de afwezigheid van elke vorm van eigen slachtofferschap of termen als ‘patriachale structuren’ die zo verfrissend werkt in Hardwicks essays. In plaats van een dogmatisch, theoretisch kader bieden de artikelen inleving en inzicht in de tekst, en begrip voor het leven en werk van soms heel verschillende literaire vrouwen. Het zijn de vrouwen zélf en de empathie met hen die steeds de leidraad zijn.

Elizabeth Hardwicks literaire nalatenschap is overschaduwd geraakt door haar echtscheiding, in 1970, die veel stof deed opwaaien in literaire kringen. Door de vrij recente, postume publicatie van de briefwisseling met haar man (The Dolphin Letters, 2019) en een biografie (A Splendid Intelligence, 2022) is die belangstelling nog aangewakkerd. Is het een reden geweest om deze herdruk van Hardwicks artikelen uit te brengen? Het zou jammer zijn als de essays (die soms van ver vóór de scheiding dateren) uitsluitend tegen deze trieste achtergrond gelezen worden. Het is ook niet nodig om deze persoonlijke geschiedenis te kennen om de intrinsieke waarde van de artikelen te waarderen. Voor elke student Engelse of Amerikaanse literatuur zouden ze verplichte kost moeten zijn, om hun helderheid, hun mooie taal en hun ondogmatische compassie met de beschreven schrijfsters en literaire personages.

Thea Summerfield

Elizabeth Hardwick – Verleiding en Verraad. Met een inleiding van Deborah Levy. Vertaald door Jeske van der Velden. Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar. 296 blz. € 23,50.