Een genadeloos en sardonisch verhaal over macht en waarheid

De theaterliefhebber kon een jaar of vijf geleden genieten van de prachtige bewerking van William Gaddis’ (1922 – 1998) monumentale roman JR door FC Bergman. Nu kan ook de literatuurliefhebber zijn hart ophalen: Frank Lekens heeft de derde en meest toegankelijke roman van Gaddis vertaald. De verlossers is de vertaling van Carpenter’s gothic. De oorspronkelijke titel verwijst naar het huis dat Paul en Elizabeth huren. Het huis is gebouwd om aan de buitenkant te worden gezien. Architecten lieten zich inspireren door negentiende-eeuwse Victoriaanse huizen en Middeleeuwse gotiek, maar bij gebrek aan stenen en ijzer werd het gebouw hoofdzakelijk opgetrokken uit hout. Het huis staat symbool voor de roman: De verlossers is een verhaal over schijn en bedrog.

Het verhaal is complex en wordt door de auteur maar met mondjesmaat prijsgegeven. De lezer moet heel nauwkeurig lezen want cruciale informatie wordt soms in een enkele zin gegeven. De personages worden opgevoerd zonder introductie, onderwerpen komen aan bod zonder enige achtergrond of duiding en sommige zaken blijven altijd onduidelijk. Het is soms ook niet zeker of iets wel of niet is gebeurd. De hoofdpersonen zijn Paul en Elizabeth – Liz. Paul is een aan alcohol verslaafde Vietnamveteraan die media-adviseur is geworden. Hij werkt hoofdzakelijk voor dominee Elton Ude, een ultraconservatieve godsdienstfanaat. Hij heeft ook een radiostation waarmee hij het woord van God wil verspreiden. Paul is onverdroten bezig om fondsen te werven, de man in de media te brengen en verder gewoon ‘alles op de rails te krijgen’. Elizabeth is de dochter van F.R. Vorakers, een grondstoffenkapitalist die fortuin heeft gemaakt in Afrika en zichzelf van kant heeft gemaakt nadat hij in een omkopingsschandaal terecht was gekomen. Paul heeft vroeger voor zijn schoonvader gewerkt en werd zo eveneens betrokken bij de smeergeldaffaire – Liz’ broer noemt hem Steekpenningen Paultje. Elizabeth heeft een fortuin geërfd dat echter vastzit in een fonds dat door Adolph wordt beheerd. Paul zou het liefst zelf het geld hebben – hij is ten slotte getrouwd met Elizabeth voor het geld. Dit alles wordt neergeschreven in zinnen die als het ware aaneengeregen en op elkaar worden gestapeld.

De roman speelt zich af in het huis waarin Paul en Elizabeth wonen. De roman bestaat hoofdzakelijk uit door woede gedreven dialogen tussen de getormenteerde figuren die zich in het huis bevinden – bij momenten lijkt het een toneelstuk. Soms komt Elizabeths broer binnenwaaien of komt de huiseigenaar papieren sorteren. De dialogen tussen Paul en Elizabeth bestaan echter meer uit monologen van Paul waarin hij zijn vrouw alles probeert uit te leggen. Hij draaft maar door, geeft Elizabeth nauwelijks kans om tussen te komen en als ze dat doet dan begrijpt hij haar verkeerd of luistert niet – terwijl hij haar voortdurend verwijt niet te luisteren. Het is een geheel van misverstanden, verwarring en gescheld. Die woede en het gekanker doen soms aan Thomas Bernhard denken. Bovendien is Paul racistisch, antisemitisch en seksistisch en terwijl hij dominee Ude verdedigt die vecht tegen de satanische krachten van het kwaad, scheldt hij op alles wat links, joods, liberaal, humanistisch en marxistisch is. Gaddis maakt van Paul een razende en scheldende maniak die uitspraken doet die zo buitenproportioneel zijn dat ze grappig worden. Die humor zit ook vervat in de misverstanden tussen mensen, in het naast elkaar praten. Hilarisch is ook de rechtszaak die Paul wil beginnen omdat zijn vrouw na een vliegtuigongeluk haar echtelijke plichten niet meer zou kunnen vervullen. Hij aast op een grote schadevergoeding. Als het maar geld in het laatje brengt.

De eigenaar van het huis dat Paul en Elizabeth huren, is ook een interessant personage. Hij is even dominant en gewelddadig als Paul. McCandless is geoloog en een man van de wetenschap. In die zin is hij de tegenhanger van dominee Ude. Hij zou ooit in Afrika een goudmijn hebben gevonden. Hij heeft vroeger de kost verdiend door les te geven en schoolboeken en lemma’s voor encyclopedieën te schrijven. McCandless houdt voortdurend een pleidooi tegen domheid en godsdienstfanatisme. In hilarische monologen verdedigt hij Darwin en de evolutietheorie, hekelt hij creationisten en zij die in schoolboeken Genesis als evenwaardig aan de evolutietheorie willen vermeld zien staan:

Dit is van een rechter in Georgia, van nu, moet je horen. Deze apenmythologie van Darwin ligt ten grondslag aan abortus, prostitutie, promiscuïteit, de pil, het pessarium en andere profylactica, perversies, premature zwangerschappen, pornotherapie, publieke zedenverwildering en de proliferatie van allerhande misdaden waarom geen penisnijd, potten en pederasten, zou ie dat ook in de Bijbel hebben gevonden?

Het mooie van de roman zit in de donkere humor en de denderende dialogen maar zeker ook in de ambiguïteit, de afkeer van grote verhalen of eeuwige waarheden. William Gaddis wordt dan ook gezien als een peetvader van de Amerikaanse postmoderne literatuur. Elke vorm van absolute of eeuwige waarheid wordt tegengesproken. Er is geen eenduidigheid. Daarom ook wordt de dialoogvorm gebruikt en is er geen alwetende verteller. De roman gaat hoofdzakelijk over machtswellust, geld, corruptie, neokolonialisme en imperialisme. Er wordt gelogen, vreemdgegaan en gevochten. Mensen worden omgekocht, uitgebuit of vermoord. Iedereen is schaamteloos corrupt of hebzuchtig. William Gaddis laat geen spaander heel van de Amerikaanse droom: kapitalisme, religie en politiek worden even brutaal als genadeloos neergezet. Het universum van Gaddis is donker en sardonisch. Hij heeft met De verlossers een opzienbarende, boeiende en uitdagende roman geschreven. Te lezen met geduld en intelligentie. Dat het boek uiteindelijk toch naar het Nederlands is vertaald, is een zegen voor elke literatuurliefhebber. Nog vier romans te gaan. Of toch zeker The recognitions (1955) en JR (1975).

Kris Velter

William Gaddis – De verlossers. Vertaald door Frank Lekens. Kievenaar, Heveadorp. 276 blz. € 27,50.