Is het geen venijn, dan wel yoghurt

Naast De splitsingen van Steff Geelen gaf literatuurorganisatie Wintertuin recentelijk nog een chapbook van een van haar makers uit: Zwaktebod van Uschi Cop. Een chapbook wordt omschreven als een eerste kennismaking met het literaire veld; als een aanzet tot een debuut bij een gevestigde uitgeverij. Cop besluit haar visitekaartje af te geven met een verhalenbundel waarin haar personages constant met elkaar botsen.

Zwaktebod bestaat uit zes verhalen en een epiloog. De bundel is op eenzelfde soort manier opgebouwd als De gebeurtenis van Peter Terrin: de verhalen zijn opzichzelfstaand te lezen, maar de personages komen terug in elkaars verhalen. In het slotverhaal, ‘Zwaktebod’, zitten de personages vervolgens (bijna) allemaal met elkaar aan tafel. De tijd is verdergegaan, de dynamiek en verhoudingen zijn veranderd, maar het isolement is nog steeds niet opgeheven. Gaat daar tijdens deze maaltijd nog verandering in komen? En wie verbindt dan met wie, op basis waarvan?

Wat is dat isolement? Geen absolute eenzaamheid in ieder geval. Cops personages hebben werk, vrienden en liefdesrelaties. Sammy in het verhaal ‘De sofaconstante’ wil met rust gelaten worden. Dat wordt hij echter niet omdat zijn tweelingbroer en diens geliefde aanbellen. Elisabeth in ‘Materiaalgebrek’ zit in een café te zwelgen in haar writer’s block wanneer een oude vriendin genaamd Sara haar komt storen. Saartje laat ze zich inmiddels noemen, maar Elisabeth blijft haar structureel als Sara beschouwen. Saartje draait een ingestudeerd verhaal af over haar weg naar het moederschap, dat minder heroïsch eindigt dan de opbouw doet vermoeden.

Het is alsof juist de relaties die de personages (moeten) aangaan ervoor zorgen dat ze zich geïsoleerd voelen. Steeds stuiten ze op een onvermogen tot afstemming. De tijd lost dit niet op: In ‘Spoorloos’ constateert Jip dat haar moeder haar vroeger niet mocht en nu, nu ze haar opzoekt in een verzorgingshuis voor dementerenden, nog steeds niet: ‘Nee, hun relatie was niet veranderd; vroeger dook ze weg voor het venijn, nu voor de yoghurt.’ In ‘Voodoo’ ziet Dieter na een uit de hand gelopen ruzie met zijn beste vriendin zelfs meer voordelen in een definitieve breuk dan in verder aanmodderen:

Nu sloot hij zijn ogen. De droom… Hij was niet bang deze keer. Het is oké. Hij was niet bang. Nu was hij echt alleen. Er was een troost in de duidelijkheid ervan.

In die zin is het openingsverhaal ‘Vogelperspectief’ een vreemde eend in de bijt. Hierin is het hoofdpersonage vanaf het begin alleen: Tom heeft zijn relatie verbroken en heeft met zijn papegaai, die door zijn vriendin gekocht is, een nieuwe woning betrokken. De papegaai vertoont raar gedrag sinds hij uit zijn vertrouwde omgeving weg is en weigert te eten. Hij is, legt de dierenarts uit, in rouw. Knap bedacht van Cop om met dat gegeven paralellen te trekken met Toms eigen rouwproces, dat hij probeert te ontkennen. Maar wanneer je huisdier steeds het koosnaampje van je ex opzegt, wordt dat lastig.

Je zou Zwaktebod qua thematiek een millennialbundel kunnen noemen. Het niet aan kunnen gaan van diepe relaties en het ervaren van ongeluk vanwege een zogenaamde ‘affectieve crisis’ is immers ook in het chapbook van Cop (1988) een prominent aanwezige ervaring. Maar meer dan in de meeste millennialboeken laat Cop de verbeelding spreken. In plaats van een karakter tot hoofdpersonage te bombarderen dat qua trekken en biografische gegevens alle gelijkenissen vertoont met haarzelf, heeft Cop wel degelijk fictieve personages geschapen die functioneren volgens hun eigen logica. Je hebt niet het gevoel een verkapt dagboek te lezen. Je leest een sterke verhalenbundel, die meer oplicht dan oplucht en af en toe een zin bevat die als waarheid voelt: ‘Sterven duurt altijd even lang, een heel mensenleven’.

Martijn van Bruggen

Uschi Cop – Zwaktebod. Wintertuin, Nijmegen. 108 blz. € 15.00.