Het toetsenbord als zwaard en penseel

‘De lessen die je als beginnend schrijver nodig hebt worden je niet geleerd op een school of universiteit en ze staan niet in een boek, niet één specifiek boek in elk geval.’ Dat lees ik op de eerste pagina van De schrijver als samoerai. Wat ben ik dan precies aan het lezen? Het is een pamflet, waarin Alex Boogers een lans breekt voor de verbeelding. Dit als vervolg op zijn eerdere boeken De lezer is niet dood en Lang leve de lezer, respectievelijk tegen het cultuurpessimisme en voor het lezen. Boogers koppelt die verbeelding aan het Japanse concept van de samoerai. De samoerai (letterlijke betekenis: hij die dient) is een krijger, voor wie eer hoog in het vaandel staat en die zowel het zwaard als de pen beheerst. In onze moderne tijden van vercommercialisering van de literatuur betekent dit dat een schrijver geen concessies mag doen aan het verhaal dat hij moet vertellen. Wie het Nederlandse literaire klimaat op deze manier tegen het licht houdt, ziet dat er veel verkeerd gaat. Uitgevers verloochenen hun kwaliteitseisen voor hoge verkoopaantallen van eendagsvliegen, recensenten laten zich leiden door hun persoonlijke voorkeuren in plaats van professionele maatstaven, media buigen voor wat de markt wil. Uiteindelijk is het echter de lezer die sterfelijk is, niet de literatuur, niet het verhaal, stelt Boogers. Dat is een hoopgevend idee, in tijden van ontlezing, waarin de literatuur op sterven na dood lijkt en geen rol van betekenis meer speelt in de maatschappij, zeker niet voor de jongere generaties.

Met veel persoonlijke voorbeelden schetst Boogers zijn eigen weg in de literatuur (de weg van de krijger, de Bushido, volgens de Japanse traditie). Boogers is een schrijver die dient, die het verhaal dat hij moet vertellen vertelt, tegen beter weten in, en die op scholen de leerlingen steeds opnieuw probeert te inspireren. In zijn eigen carrière werd hij steevast geconfronteerd met zijn afkomst uit een niet-elitair milieu en de bijbehorende vooroordelen. Hij schetst zichzelf daar als de samoerai die het zwaard en de pen heeft omgevormd tot een toetsenbord waarop hij moet blijven rammen. Toch gaat hier de vergelijking met de samoerai een beetje mank voor de puristen; de authentieke samoerai was nauw verbonden met de adel en had een elitaire statuur, dat had Boogers zeker niet en hij geeft openhartig blijk van zijn onbekendheid met het literaire milieu. En als we de vergelijking doortrekken: van de samoerai is weinig meer over dan een inspirerende mythe, als dat ook zo gaat met de schrijver zal er in de toekomst alleen nog een concept overblijven en ontstaan er ongetwijfeld games als De wizkid als schrijver.

Het idee achter het pamflet is mooi, maar in mijn optiek zijn er twee tekortkomingen aan het boek. Allereerst komt het concept van de samoerai er bekaaid vanaf; verder dan het ideaal van de strijdende schrijver komt Boogers niet. De filosofische en psychologische achtergronden van de levenshouding van deze voorbeeldige soldaten wordt niet uitgediept. Een enkel citaat uit de literatuur hierover maakt het beeld niet concreet genoeg om verder te komen dan een ideaal, een vaag idee, een edel streven.

Ook de problemen die Boogers op zijn weg tegenkomt in de literaire wereld zijn weliswaar exemplarisch maar niet uitgediept. Bovendien lijken de verkeerde keuzes die uitgevers, boekhandelaren, recensenten, docenten en auteurs maken, niet specifiek Nederlands. Ook in ander landen bedreigt het internet de leescultuur, en er zijn ook andere landen met een kleiner taalgebied. Terwijl Nederland toch echt onderaan de rangorde staat als het gaat om leesvaardigheid bij jongeren en hun leesplezier.

Natuurlijk is een pamflet geen wetenschappelijk onderzoek, maar nu blijft de hoopvolle lezer van dit boek achter met algemeenheden en weinig concrete oplossingen. Dat komt misschien doordat het probleem niet strikt literair is; de geringe aandacht voor cultuur en de moedertaal is een maatschappelijk probleem. Nederlanders zijn niet trots op hun cultuur, in tegenstelling tot de samoerai, die daarvoor zouden willen sterven.

Toch probeert Boogers wel degelijk de diepgang op te zoeken, bijvoorbeeld als hij ingaat op de weg van de samoerai (die het vastberaden accepteren van de dood inhoudt), zoals beschreven in Het boek van de vijf ringen van Musashi, waarbij de weg van de schrijver zou moeten leiden tot het onsterfelijke idee van de ‘verpletterende schoonheid’. Zo kan de auteur de ellende die hij om zich heen ziet bestrijden. Hij moet leren het ego uit te zetten en alles in dienst van dat doel in te zetten. Hoe dat zou moeten komt helder aan bod: het zou beter zijn om eerst een cursus lezen te volgen voor je een schrijfopleiding doet, oppert de auteur bijvoorbeeld. Boogers legt uit hoe hij zelf de werkelijkheid in zijn romans maskeerde en hoe leerlingen niet meer begrijpen dat een personage niet automatisch de auteur is.

Eigenlijk is het een filosofische paradox: je ego weglaten uit je roman, omdat de mens sterfelijk is en de ware literatuur niet. Maar er zijn genoeg voorbeelden van persoonlijke romans die toch tijdloos zijn. Want hoe persoonlijk je bent, des te dichter kom je bij de kern van het menszijn. Boogers vertelt hoe hij, zodra hij onder eigen naam begon te publiceren, in het vakje werd geplaatst van schrijver uit de lage sociale klasse, terwijl hij zijn eigen weg wilde gaan, zich loszingen van zijn komaf. Ik moet dus niet de fout maken hem ook te framen. Ook al is De schrijver als samoerai teveel filosofie om concreet te zijn, en te persoonlijk om filosofisch te zijn, het is een hoopvol, idealistisch pamflet van een strijder die we moeten bewonderen.

Hanz Mirck

Alex Boogers – De schrijver als samoerai. Hollands Diep, Amsterdam. 173 blz. € 18,00.