Een moeder tussen mythe en geschiedenis

In Een vrouw portretteert Annie Ernaux ‘de enige vrouw die werkelijk iets voor mij betekend heeft’. Hoewel De jaren veelal als magnus opus wordt beschouwd van deze Nobelprijswinnares, doet Een vrouw, een aangrijpend portret van haar moeder, zeker niet in kwaliteit hiervoor onder. Het is al in 1989 in het Nederlands vertaald door Geerten Meijsing, maar in 2023 verscheen een geheel herziene druk. Door de geringe omvang van slechts 88 bladzijden is het zeer toegankelijk en lijkt alles wat ertoe doet, geconcentreerd in dit ‘schilderij in taal’.

Ernaux laat een uiterst persoonlijk portret zien van haar moeder, na haar dood opgetekend in heel concrete taal, zonder enige sentimentaliteit:

Voor de eerste keer was de deur van haar kamer dicht. Zij was al afgelegd, een band van witte stof omsloot haar hoofd, liep onder de kin door en trok de huid rond de mond en de ogen op. Tot haar schouders was een laken over haar heen getrokken dat haar handen verborg. Ze leek op een kleine mummie. Aan beide zijden van het bed hadden ze de stangen laten zitten die haar moesten beletten op te staan.

Hoezeer deze ‘kleine mummie’ ook bijna als concreet voorwerp op de eerste bladzijde voor de lezer wordt neergezet, in die 88 bladzijden die daarop volgen, komt een volstrekt eigenzinnige vrouw tot leven, die je niet meer zo gauw vergeet. En dat komt, doordat Ernaux in haar de echo van het maatschappelijke laat doorklinken. Haar moeder is niet alleen haar hoogstpersoonlijke moeder, maar ook de vrouw die zich uit de armoede van het arbeidersgezin uit Yvetot heeft gevochten tot middenstander, eigenares van een kruidenierswinkel. Door de concrete beschrijvingen voel je hoe al die details ertoe doen in deze strijd: kleding, voedsel, interieur, omgangsvormen, enz.

Dat het werk nergens sentimenteel is, betekent niet dat het geen gevoelens oproept. Er spreekt een ontegenzeggelijke liefde uit het portret. Al op het moment dat de ik bij het graf van haar moeder staat, naast de doodgraver, zie je hoe belangrijk ze voor haar is geweest. Ze wil dan graag met hem praten en hem honderd franc geven, ook al zou hij die aan drank uitgeven. Dat zou niet erg zijn, want hij was de laatste man die zich met haar moeder zou bezighouden door ‘de hele namiddag aarde over haar heen te scheppen, en hij moest er plezier in krijgen dat te doen.’

Wat het portret bijzonder maakt, is dat ook de totstandkoming van het portret onderwerp van het verhaal is:

Het is een moeilijke onderneming. Voor mij is mijn moeder geen geschiedenis. Zij is er altijd geweest. Mijn eerste opwelling, als ik over haar begin, is haar vast te leggen in beelden zonder tijdsbesef: “zij was onstuimig”, “het was een vrouw die van geen ophouden wist”, en om scènes zonder ordening op te roepen waarin zij voorkomt.

Ze realiseert zich dat ze slechts de vrouw van haar verbeelding zal vinden. Ze hoopt dat wat ze zal schrijven op het raakvlak zal liggen ‘van het persoonlijke en het algemene, van de mythe en de geschiedenis’. Die hoop wordt bevestigd door dit portret, want al blijft het persoonlijk, voor de lezer is het tegelijkertijd het verhaal van ‘het verlies van de moeder’ in algemene zin, en het verhaal over ‘de strijd tegen armoede’.

De moeder was hard voor haar dochter. Ze kreeg regelmatig klappen. Toch deed haar moeder er bijna alles aan om haar dochter uit de armoede op te heffen, haar een betere toekomst te geven. Ze gaf haar boeken te lezen, zodat ze zou kunnen studeren en uiteindelijk resulteert dat in een paradoxale verhouding tot elkaar, omdat er in feite een klassenverschil tussen hen beiden is ontstaan: de belezen dochter die feitelijk nauwelijks armoede heeft gekend en de moeder die elk dubbeltje voor haar dochter opzij heeft gelegd, maar zelf niet goed aan haar arbeidersverleden kan ontkomen, omdat alles wat zij doet, haar verraadt: hoe ze luid spreekt, hoe ze verwoed kleding uitzoekt om haar vroegere armoede te maskeren, maar vooral haar onderdanigheid, zelfs bij haar eigen dochter. Als deze haar voor een periode in huis neemt, wil ze dat ‘verdienen’, door het huis van haar dochter schoon te maken en alles op alles te zetten om haar dochter in alle rust te laten werken.

Wat zo ontroert, is vooral hoe liefdevol Ernaux de moeder neerzet, vanuit het besef dat haar moeder alles voor haar heeft gedaan om haar een beter leven te geven: in al haar onstuimigheid en eigenzinnigheid. Ze maakt haar niet mooier dan ze is, ze laat ook zien wat ze als jong meisje in haar moeder heeft gehaat, maar juist door die openheid en transparantie, is het portret levensecht geworden, haar moeder een mens van vlees en bloed, soms boosaardig en woest, maar met het hart op de goede plek.

Dietske Geerlings

Annie Ernaux – Een vrouw. Vertaald door Geerten Meijsing. De Arbeiderspers, Amsterdam. 88 blz. € 15,00.