Je denkt bij het zien van een piepjonge zuigeling: wat een wonder. En bij de dood: hoe kan het dat een heel mensenleven aan ideeën en ervaringen van het ene op het andere moment ineens niet meer bestaat? Maar dat zijn de grote vanzelfsprekendheden die horen bij de kosmische keten van toevalligheden. We zijn niets anders dan rond waaiend stof. Daar in luttel tijdsbestek tussen geboorte en dood betekenis in vinden en liefde in herkennen, dat is het grote wonder.