Andreas neemt een grote slok

Een dagbladcorrespondent met een mitella, een blind ambitieuze en drugsverslaafde Europarlementariër, een schandalig rijke, maffiose wapenhandelaar, een plotseling verdwenen idealistische vader, een moeder die hoogleraar is en in haar vrije tijd maquettes van piramides bouwt. Het is een wonderlijk gezelschap in de debuutroman Zomersplinters van Mick van Biezen. En wat ze samen beleven kom je doorgaans ook alleen maar tegen in avonturenfilms die overlopen van suspense.

Zomersplinters heeft ook wel wat van een soapserie. Er wordt in de verte gestaard, wanhopig over slapen gewreven, geijsbeerd en ook worden er ogen ten hemel geslagen. Er is ook iemand die als het er op aankomt eerst even zijn buikspieren aanspant. Zoals bekend een beproefd gebruik in aloude speurdersromans.

Mick van Biezen vertelt het verhaal van journalist Andreas Sauer, die op zoek gaat naar zijn verdwenen oude liefde Leah. Hij kent haar al vanaf zijn kinderjaren, toen hun beider ouders in Koeweit woonden en innig bevriend waren. Leahs ouders zijn erg rijk en wonen in een grote villa in Wassenaar. Haar vader Frank blijkt echter wapenhandelaar te zijn en investeerder zonder scrupules. Wat er met zijn geleverde waar gebeurt, hoe veel mensen door zijn producten om het leven gebracht worden, wat er met de kwalijke stoffen van zijn afvalbedrijven gebeurt, interesseert hem niet.

Andreas herinnert zich weer hoe onvoorspelbaar Frank kan zijn. Er bestaat een verhaal over een burgemeester die door een reeks onzinnige rechtszaken in een persoonlijk faillissement was gestort, alleen maar omdat hij tijdens een diner weigerde om met Frank aan één tafel te zitten.

Wie rijk is als Frank heeft doorgaans veel invloed en machtige vrienden. De schaduwzijde is de vrees dat iemand hem ook eens zal willen omleggen. Als Andreas hem een keer komt bezoeken, breken Franks beveiligers dus meteen maar even Andreas’ arm, wat de mitella verklaart, die de protagonist de hele roman draagt. Lastig. Dochter Leah heeft het maar moeilijk met vaders duistere zaken en gaat, vermoedelijk hierdoor, met grote idealen de politiek in. Op zekere dag zit ze zelfs als flamboyant lid in het Europarlement.

Er gebeurt nogal wat in Zomersplinters, toch blijken die vele verwikkelingen geen garantie voor betrokkenheid of spanning. Andrea’s heen en weer gereis, zijn pijnlijke arm, waar hij voortdurend pijnstillers voor inneemt, de onduidelijke machinaties van Frank, de berekenende houding van Leah ten opzichte van Andreas en andere mannen, het blijven gebeurtenissen die je als lezer niet echt raken. Daarvoor zijn ze te voor de hand liggend opgeschreven.

Daar komt bij dat het uitgangspunt show don’t tell niet erg aan Van Biezen besteed is. Elke activiteit, hoe klein ook, wordt uitgebreid benoemd en uitgelegd. Stilistisch maakt Zomersplinters al evenmin indruk. Er staan talrijke gebrekkige zinnen (‘Praten […] over de brieven die ze gestopt waren elkaar te schrijven’) en merkwaardige woordvolgordes in deze roman, die storend werken:

Meeuwen scheren over het water, rakelings langs elkaar en stoten gekras uit hun kelen als ze weer opstijgen.

Opvallend vaak en voor het verloop van het verhaal onnodig nemen de personages ‘een grote slok’ van het een of ander. Dat is natuurlijk weer eens wat anders dan in de verte staren. Ergens neemt Andreas zelfs ‘een grote slok van zijn koude jenever’. Arme jongen.

Dat er helemaal achterin toch nog een aardig plotje staat, kan deze rommelige roman echter niet redden. Daarvoor heeft Zomersplinters te weinig eigen karakter en bevat het te veel gemakzuchtige gemeenplaatsen.

André Keikes

Mick van Biezen – Zomersplinters. Lebowski – Amsterdam. 206 blz. € 22,99.