De onderstaande bespreking van Villa Zeelucht komt uit 2004.

Met Eric de Kuyper kun je er zeker van zijn dat je naar zee gaat liefst naar Oostende daar schrijft hij al een jaar of twintig boeken en boekjes over en hoe het komt weet ik niet precies maar als ik ze heb gelezen wil ik spoorslags naar België afreizen en daar zo lang mogelijk in een hotel aan zee te verblijven. Ook nu weer na lezing van deze verzameling, ja wat zijn het eigenlijk: verhalen, beschouwingen, impressies?

Villa Zeelucht bestaat uit vier afdelingen, de eerste drie gaan over de zee, het strand en dan vooral Oostende, het vierde over architectuur en de verschrikkingen van de moderne versies daarvan. Het mooiste vind ik toch weer de stukken over strandtoerisme, De Kuyper roept hier een onnavolgbaar beeld op van iets oneindig zorgeloos, een jeugd die maar niet voorbij wil gaan, een verlangen naar het wonder dat zich keer op keer aan zee voltrekt. Prachtig is de beschrijving die hij geeft van de grote verwachting die de zee keer op keer in hem oproept.

Elke dag opnieuw kijkt hij vol spanning en verwachting uit naar het einde van de winkelstraat naar de plek waar de helling begint en plotseling ophoudt, want daar bevindt zich de zee. Elke dag opnieuw overvalt hem die grote verrukking aan het eind van deze straat, die nu hun straat is geworden, ligt de zee.

Ik vind dit prachtig, niet alleen omdat het perfect mijn eigen gevoel verwoordt wanneer ik op het punt sta de zee te zien, wanneer alle verwachtingen daarover in mijn borst zijn samengebald: ja, de zee, de zee, ik ga de zee zien, nog even en dan is ze er. Maar ook omdat De Kuyper zeer goed schrijft, zijn zinnen deinen als de zee, hij weet precies hoe je ritme tussen de woorden
krijgt en hoe je een groot verlangen tussen de regels door moet laten voelen. En bij hem geen nostalgische sentimentaliteit naar een verloren gegane jeugd, maar ook altijd een hardnekkig onderzoek naar de achtergrond van zijn eigen zee en liefde voor Oostende en de Belgische kust.

Ik was twee jaar geleden in Oostende omdat ik wel eens wilde weten of De Kuyper gelijk heeft met zijn onuitputtelijke liefdesverklaring, maar zoiets is uiteraard onbegonnen werk. Ik zag een aardig strandplaatsje met een klassieke Belgische boulevard waaraan allemaal hoge flatgebouwen staan. En een paar zeer merkwaardige gebouwen zoals het Casino en het Ensor Museum. Maar De Kuyper ziet altijd meer, voor hem is Oostende zowel thuiskomst als punt van vertrek het is zijn Oostende, terwijl mijn Oostende heel ergens anders ligt, namelijk in Noord-Holland en daar heet het Egmond aan Zee waar ik als jongetje van een jaar of acht een jaar gewoond heb en nu nog vaak verlang naar de novemberstormen die daar langs het strand joegen.

De Kuyper weet heel goed dat hij steeds hetzelfde schrijft over zijn Oostende zie bijvoorbeeld de prachtige boeken Aan zee en De hoed van tante Jeannot. En nu weer dit. Maar is steeds hetzelfde een bezwaar? ‘Toch doet dat er niet toe,’ schrijft hij, ‘dat doen schilders toch ook? Blijven verwoorden tot het goed is of uitgeput.’ Bij hem is het altijd goed en nog
lang niet uitgeput.

Kees ’t Hart

Eric de Kuyper – Villa Zeelucht. Sun, Amsterdam. 153 blz.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant op 10 september 2004.