Recensie: Coco Schrijber – Het gezoem van bijna alles
Een nalater van woorden
‘Je hebt mensen die ergens in rollen, dat zijn de meesten, en je hebt mensen die weloverwogen keuzes maken, heel bedaard en ontegensprekelijk (…) en je hebt mensen met ambities en plannen en een haast niet in te tomen drang,’ stelt de ‘voice-over’ in Het gezoem van bijna alles, de nieuwe roman van Coco Schrijber. Dit soort indelingen vormen de rode draad, want die bepalen hoe een mensenleven er uit gaat zien. Natuurlijk zijn er nog talloos veel meer indelingen, die een deel van ons bestaansverhaal vertellen, je moet ze alleen ontdekken.
Protagonist Cato Goudschenker, hoogleraar filosofie, maar veel meer dan dat, proeft de mensen en de ontelbare stukjes van de wereld, denkt over alles na, probeert er chocola van te maken, al sigaretten rokend, gitzwarte koffie drinkend. En ook wel glazen wijn. Grip wenst ze zich, om daarna flinke stappen te kunnen zetten. Maar wat geeft er nog grip in een chaotische wereld, waarin iedereen wel van iets overtuigd is, maar nooit met de doorslaggevende argumenten, die de gewenste grip aanreiken. Dat ze door een stom ongeluk als kind over slechts één oog beschikt en het andere moest inruilen voor een kunstoog, is wat dit betreft veelzeggend.
Cato is een raadselachtige persoon. We treffen haar eerst, peinzend en piekerend, in een stad die wel Amsterdam zal zijn, daarna op een Spaanstalig, druppelvormig eiland in de oceaan, waar het getob wordt voortgezet. Ze werkt er als postbode en twijfelt over heden en verleden. Wat is er gebeurd? Verloor ze haar kinderen of is dat inbeelding, aangezien ze ook wel bewust kinderloos genoemd wordt, geven de wellicht fictieve kinderen haar de gewenste grip op het bestaan of maken die het juist extra zwaar? Werden twee kleine jongetjes werkelijk verpletterd onder een koelkast?
Hoe noem je zo iemand? Een doorzetter, een volhouder, iemand die de roepers, de belovers en plannenmakers achterlaat in het dal. Een solist. En solo is ze. Een vrouw zonder kroost. Geen voortbrengster maar een nalater, een nalater van woorden.
Coco Schrijber, ook bekend als gelauwerd filmmaker, wat terug te vinden is in haar beeldende stijl, laat veel overwegingen passeren. Dat is mooi, want Cato, filosoof immers, weet maar al te goed wat je hersentjes allemaal kunnen aanrichten. Het geeft de roman ook veel ruimte, die je als lezer zelf weer kunt gebruiken om wat rond te filosoferen en associëren. Het betere werk alzo.
Waar ik haar eerdere roman Ola en de dingen (2019) een nogal zweverige toon vond hebben, soms vrijeschoolachtig vaag, komt dit nieuwe werk juist over als heel weloverwogen. Het zoemen uit de titel, op te vatten als de menselijke onrust om uit te vinden hoe je de jou omringende wereld moet duiden en wat je met je eigen leven aanmoet, wordt stap voor stap verweven in Cato’s leven. Overigens niet alleen in het hare, maar ook in dat van de mensen met wie ze te maken krijgt. Soms niet eens in persoon te maken krijgt, maar die haar leven wel aanraken. Hier en daar met passend absurdistische details.
De maan is verdwenen. Cato tuurt dronken in de zwarte nacht. Haar oogschelpen voelen aan als rubber. Ze wipt haar glazen oog eruit, langzaam zweeft het naar de bodem van haar glas tequila, waar het nu met een dof tikje landt.
Prachtig gevonden is Cato’s besluit om de weinige mensen die ze kon vinden met dezelfde bijzondere achternaam, Goudschenker, een filosofische brief te schrijven, voor ze helemaal in Peru een rigoureuze stap in haar eigen leven zet. Op zoek naar letterlijke en overdrachtelijke grip in haar eigen bestaan. Het is niet alleen een literaire vondst, maar ook een geloofwaardige ode aan welgekozen woorden, die bovendien zo veel meer waard zijn op papier dan in een digitaal berichtje.
Het gezoem van bijna alles, zeer rijkelijk voorzien van namen en personages, maar van een literaire lezer mag je natuurlijk iets verwachten, kent een menselijk aansprekende afronding. Dat gebeurt in de vorm van het langzaam doordringend besef dat werkelijk iedereen met het gezoem te maken heeft, ook de vluchtelingen dus, die door toeval misschien wel in de Hollandse polder terecht komen en daar hun dromen maar moeten zien na te jagen. Met even veel of even weinig kans om daarin te slagen.
André Keikes
Coco Schrijber – Het gezoem van bijna alles. Querido, Amsterdam. 320 blz. € 23,99.
Zalige hoofdpersoon die zich het éénogige hoofd eraf drinkt&rookt en niettemin toch steeds probeert opnieuw het leven met open vizier, wát!, zónder vizier, tegemoet te treden.
De taal tinkelt als ijsblokjes in een glas tequila.
Lezen òf zelf schrijven wat er in de sterren staat, dat lijkt een vraag.