Het niet onderzochte leven is niet waard om geleefd te worden

Agnes Callard doceert filosofie aan de Universiteit van Chicago en heeft met Open Socrates haar eerste boek geschreven dat op een breder publiek is gericht. Ze gaat veel verder dan het introduceren van de filosofie van Socrates. Het blijft dus niet bij de vermelding van zijn beroemde lelijke kop, zijn ‘kritisch denken’ en het proces wegens het corrumperen van de jeugd. Callard gaat op basis van zijn filosofie wel haar eigen, eigentijdse en radicale versie van het Socratische denken ontwikkelen. Dat doet ze met oog voor detail, lef en eruditie. De overkoepelende gedachte is dat de drie traditionele manieren om over ethiek te denken (deontologie, utilitarisme en deugdethiek) vervangen moeten worden door een Socratische ethiek.

Callard schuwt de boude stellingen niet en is duidelijk: ze presenteert een erg intellectuele interpretatie van Socrates’ denken. Ethiek moet helemaal herdacht worden. Het filosofisch theoretiseren is een activiteit die zelf ethische betekenis heeft. Iemand die deugdzaam wil zijn moet nadenken: Socrates beweerde dat elk van de traditionele deugden, van matiging tot moed, moet worden gelijkgesteld met kennis. Enkel door filosofisch onderzoek kan iemand rechtvaardig en moedig worden. Een standpunt dat niet zonder controverse kan worden ingenomen. Want het betekent bijvoorbeeld dat we ons niet kunnen laten leiden door lust of genot. En ook kunnen we niet handelen omdat we trots zouden zijn op onszelf. Wie te weinig geschoold is om te filosoferen of iemand met breinschade, kan niet voldoende denken en kan dus geen kwalitatief leven leiden. Callard is van mening – niet gelogen – dat het ‘onze meest fundamentele wens vervult’ om als intellectueel ding behandeld te worden, niet als een sociaal ding of een lichamelijk ding. En de ultieme vorm van respect is gezien worden als iemand die anderen helpt met hoe ze moeten leven. Iedereen moet dus Agnes Callard worden. Of Socrates.

Alle problemen komen voort uit onwetendheid en daar is dus maar één oplossing voor: nadenken. En dat is altijd ruimdenkend, onderzoekend en op waarheid gericht. De Socratische methode heeft de vorm van een voorstel: of je laat me jou overtuigen om mee te gaan in wat ik denk of je gaat mij overtuigen van wat jij denkt. Het mooie is dat dit geen gesloten systeem is. Bevindingen kunnen in latere gesprekken altijd opnieuw bevraagd worden. Dat Socratische denken is dus ook altijd een sociale interactie. Dat kan misschien evident klinken, maar het betekent wel dat Callard moet aantonen dat persoonlijk introspectief denken geen denken is. Wanneer iemand een rekensom in het hoofd oplost, is dat bijgevolg niet echt denken. Callard moet wel meer moeilijke problemen oplossen. Ze moet ook duidelijk maken waarom het onmogelijk is slecht te doen wanneer het goede is gekend. Volgens de benadering die Callard zelf ‘keihard intellectualistisch’ noemt is het altijd zo dat we handelen naar de kennis die we hebben. Indien we ergens niet in slagen, is dat geen kwestie van wilszwakte, maar van te weinig nadenken.

Callard bespreekt in het derde en laatste deel van haar boek de drie aspecten van het leven die volgens haar ook de belangrijkste zijn: de romantische liefde, het vooruitzicht van onze eigen dood en politiek. Ze baseert zich dikwijls op haar persoonlijke leven en dat is niet altijd een goede basis om op te filosoferen. Ook hier is Callard dikwijls radicaal. In het hoofdstuk over politiek wil ze aantonen dat de vrijheid van meningsuiting, het egalitarisme en de strijd voor sociale gerechtigheid zoals ze gebruikelijk worden opgevat, niet relevant of geldig zijn in onze samenleving. Op zich verwerpt ze de ideeën niet maar toch zijn het eerder idealen in een gedeelde zoektocht naar kennis. Gelijkheid is bijvoorbeeld pas werkelijke gelijkheid indien ze wordt begrepen binnen het kader van een Socratische dialoog. En dus niet noodzakelijkerwijs in de werkelijkheid. Tegen onrecht – racisme of ongelijkheid – kan je niet strijden. Je kan er enkel over praten: onrecht hoort niet thuis in de buitenwereld maar in de binnenwereld van het gesprek:

De ruimte van het onderzoek staat boven het alledaagse, boven de honger, de drukte, de lust en de verschillende driften die ons lichamelijk leven aansturen. Ze is ook verheven boven de zorgen over reputatie, eer en status en alle loyaliteiten die je moet zien te verwerven en in stand houden om sociaal te kunnen overleven. Binnen het gesprek ben je immuun voor het lichamelijke bevel en het verwantschapsbevel. […] Het enige wat jou definieert binnen de conversatie is je gerichtheid op de waarheid die jou tot een intellectueel ding maakt, een geest.

De oplossingen die Callard voorstelt voor de problemen die ze stelt, zijn goed beargumenteerd maar blijven toch dikwijls controversieel, contra-intuïtief en zelfs wereldvreemd. Neem alleen al het idee dat niet het leven moeilijk is, maar wel het nadenken over het leven. Ga dat maar eens uitleggen in oorlogsgebied. Ongelijkheid kan niet worden bestreden door op straat te komen omdat ongelijkheid een idee is dat enkel via intellectueel debat kan worden opgelost. En iemand die in Zuid-Soedan werkt bij een ngo die humanitaire hulp levert, leeft volgens Callard niet een goed kwalitatief leven omdat handelen ondergeschikt is aan denken. Kwatongen beweren dat Callard het leven dat ze zelf heeft gekozen, voorstelt als het enige leven dat de moeite waard is. Het doet denken aan de uitspraak van G.E. Moore uit de Principia Ethica (1903) dat de meest waardevolle dingen bestaan uit ‘the pleasures of human intercourse and the enjoyment of beautiful objects’. Gelukkig schrijft Callard in een heldere en bevlogen stijl zodat ook de leek de controversiële stellingen kan volgen. Er zijn natuurlijk al ontelbaar veel boeken geschreven over Socrates maar Open Socrates heeft nu net bestaansrecht door de gedurfde stellingen die erin worden besproken.

Kris Velter

Agnes Callard – Open Socrates. Een filosofisch leven. Vertaald door Huub Stegeman. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam. 448 blz. € 29,00.