Recensie: Orhan Pamuk – Verre bergen en herinneringen
Oppervlakkige aantekeningen
De ondertitel van Verre bergen en herinneringen spreekt over dagboeken die Orhan Pamuk heeft bijgehouden in de periode 2009 – 2022. Eigenlijk betreft het geen dagboeken: Pamuk schreef, tekende en schilderde in kleine notitieboekjes. De tekeningen bestaan meestal uit zeezichten of andere landschappen. Wat de tekst betreft, lijkt het erop dat de vorm de inhoud heeft bepaald. Er worden geen lange essays gewijd aan auteurs die Pamuk hebben beïnvloed of onderwerpen die hem boeien. Alles wordt kort en bondig geformuleerd, soms bijna in telegramstijl. De aantrekkingskracht van de dagboeken bestaat voor Pamuk uit de creatie van een wereld waarin hij de meeste vrijheid heeft, een wereld waarin hij ook tekst en beeld kan combineren.
De Bezige Bij heeft veel aandacht besteed aan de vormgeving. Verre bergen en herinneringen is een mooi ingebonden hardcover op kwaliteitsvol papier gedrukt. De lezer krijgt op elke pagina een facsimile van een bepaalde pagina uit het notieboekje te zien en daarbij de vertaling van de Turkse tekst. Pamuk heeft de pagina’s niet chronologisch geordend maar op ‘gevoel’. Hij doet verslag van alledaagse gebeurtenissen want ook een schrijver met wereldfaam gaat zwemmen, bezoekt musea, bekijkt films en klaagt over oorpijn en rode puisten op buik en borst. Hij schrijft over het ontstaan van zijn romans, over zijn geliefde, zijn dochter, zijn reizen, zijn projecten. Maar dat doet hij vooral in erg korte opmerkingen omdat hij door de weinige ruimte niet dieper ingaat op zijn onderwerpen. Pamuk schrijft zelden meerdere bladzijden die elkaar inhoudelijk opvolgen maar begint bijna telkens opnieuw. Die fragmentatie brengt oppervlakkigheid en anekdotiek met zich mee. Bovendien is de tekst bijna zonder noemenswaardige literaire waarde. Zijn belangrijke thema’s – identiteit, modernisme en traditie, Oost en West – komen maar summier aan bod. Pamuk volgt wel de actualiteit en rapporteert over de Arabische opstand en maatschappelijke veranderingen in o.a. Turkije, Libië en Egypte. Hij keert wel vaak terug naar dezelfde romans maar ook dan moet de lezer de informatie bijeensprokkelen. Enige eenheid kan wel worden gevonden in zijn reisverslagen. Wou Pamuk misschien gewoon op de kar springen van het modieuze autobiografische schrijven? Slechts af en toe leert de lezer iets bij of leest hij een goed geformuleerde gedachte:
Boeken stel ik me eerst voor als beeld, een toneel. Op een andere manier lukt het me niet om me een voorstelling van de roman te maken… Ik moet naar plekken en landschappen die me helpen bij het verbeelden. Als ik zo’n landschap zie, dan begint mijn hoofd de roman die ik wil schrijven vanzelf samen te voegen met wat ik zie, met het landschap dus. – Dat lukt niet in ieder landschap. Van sommige landschappen krijg ik alleen maar zin om te tekenen.
Misschien zullen sommige lezers houden van het pretentieloze van Verre bergen en herinneringen. Maar gevreesd moet worden dat de lezer die de hoge literaire standaard uit Pamuks romans als maatstaf neemt zich na amper vijftig pagina’s zal vervelen en zich zal ergeren aan de kromme zinnen, de herhalingen en bedenkelijke pogingen tot poëzie. Dezelfde lezer kan niet anders dan concluderen dat de notitieboekjes van Pamuk nooit hadden moeten worden gepubliceerd. En voor een Nobelprijswinnaar die prachtige romans op zijn naam heeft staan, zoals Het zwarte boek en Sneeuw, is dat extra jammer. De kwaliteit van de tekeningen brengt ook weinig artistieke meerwaarde. Verre bergen en herinneringen heeft enkel literatuurhistorische waarde.
Kris Velter
Orhan Pamuk – Verre bergen en herinneringen. Geïllustreerde dagboeken 2009 – 2022. Uit het Turks vertaald door Hanneke van der Heijden. De Bezige Bij, Amsterdam. 390 blz. € 49,99.
