Het gevoel geven van thuiskomen

Je hebt nog één dag om te stemmen op een van de kandidaten voor de NS Publieksprijs. Ik heb op Beladen huis van Christien Brinkgreve gestemd. Het boek staat inmiddels al 35 weken in de bestsellerlijst, maar dat zegt niets, want alle genomineerde boeken zijn populaire bestsellers. Dat juist Beladen huis in zulke grote aantallen verkocht is, is opmerkelijk. Kort samengevat gaat het boek over een weduwe die terugkijkt op haar leven met een man, waarbij ze met verbazing constateert hoe veel zij van zichzelf inleverde binnen het huwelijk. Hoe kan juist een oud-hoogleraar vrouwenstudies (in Nijmegen) en hoogleraar sociale wetenschappen, in het bijzonder de interdisciplinaire studie van gezinsverhoudingen (in Utrecht), dat laten gebeuren?

Het goede aan Beladen huis is dat er niet een schuldvraag wordt opgeworpen, waardoor je een zwart-wittekening van een huwelijk krijgt. Juist de complexiteit van allerlei oorzaken leidt tot een bepaalde status quo. Natuurlijk is er een idee over man-vrouwverhoudingen die hoort bij een bepaalde generatie die ondanks de progressieve ideeën van de deelnemers in stand blijft, maar hoe kan het dat juist ook veel jonge vrouwen zich in dit boek herkennen? Blijven die grondpatronen binnen een relatie dan altijd bestaan?

Los van die grote sociale verhoudingen, gaat het ook om de persoonlijke geschiedenissen die iemand meeneemt. Bij A, de man van Brinkgreve, is dat onder meer de dood van zijn zusje; bij Brinkgreve zelf het opgroeien binnen een gezin met een depressieve moeder. Brinkgreve ontrafelt die grote en kleine mechanismen binnen een huwelijk. Je ziet wat er schuilging achter de façade.

Het beeld blijkt gecompliceerder en getourmenteerder, het confronteert mensen misschien met pijnlijke vragen over wat ze zien en wat onzichtbaar blijft, over het contrast tussen buitenwereld en binnenwereld, en over taaie patronen van dominantie en onderschikking.

Een van de interessantste aspecten binnen deze scènes van een huwelijk is het belang van de ruimte. Het gaat om letterlijke ruimtes: het huis waarheen Brinkgreve met A. verhuist op aandringen van de laatste, betekent voor haar het achterlaten van een huis waarin zij zich prettig voelde. ‘Ik gaf uiteindelijk toe: na twee jaar verzet zwichtte ik voor zijn druk om het huis te verkopen. Ik veronachtzaamde daarmee, in de taal van later, mijn eigen grenzen.’ Het huis waar ze naartoe gaan is veel minder haar huis en is op het einde, letterlijk én figuurlijk, een beladen huis geworden, waarin ze alleen in haar eigen kamer nog zichzelf kan zijn. Om het huwelijk leefbaar te houden, verblijft ze doordeweeks vaak in een zomerhuisje in Egmond.

Ik vermoed dat Beladen huis vooral door vrouwen gelezen wordt, maar dat zou onterecht zijn, want het boek kan ook voor veel mannen als een spiegel werken (of ‘een venster’ zoals we in het moderne literatuuronderwijs leren). Ik werd zelf heel erg aan het denken gezet over het belang van ruimtes die je binnen- of buitensluiten. Brinkgreve beschrijft in een ontroerende scène uit haar jeugd het huis van tante Marie, waar ze altijd welkom was. Het belang van dit soort vrienden – ook als ze oud zijn, of, zoveel jaar later, ook als ze jonger zijn dan jezelf – is niet te onderschatten. ‘Ook zij vormen de plaats waar je woont, een immateriële plek, een weefsel waarin je bent opgenomen, bewegelijker dan een huis, maar ook beschutting biedend. Ze kunnen het gevoel geven van thuiskomen, ook zonder fysiek aanwezig te zijn.’ Door dit soort gedachtes wordt Beladen huis meer dan een persoonlijk verhaal. Ik weet niet of ze morgen de NS Publieksprijs krijgt, maar ze verdient hem zeker.

Coen Peppelenbos

Christien Brinkgreve – Beladen huis. Atlas Contact, Amsterdam. 174 blz. € 21,99.