Vicky Franken was dus de winnaar op 1 juli van de Jo Peters Poëzieprijs 2018. We kregen per ommegaande een juryrapport van de organisatie. Naast Franken waren Max Greyson en Idwer de la Parra genomineerd.

De jury, bestaande uit Emma Crebolder (voorzitter), Daan Doesborgh en Sophie Kok, schreven dit juryrapport:

Met Röntgenfotomodel< schreef Vicky Francken een debuut dat staat als een huis.
De titelcyclus en het gedicht ‘ze heeft de dood onder haar rokken’ vormen de hoogtepunten uit de bundel.
De wereld onder de huid wordt verkend, of zelfs verleid.
In ‘ze heeft de dood…’ wordt op plastische wijze geboorte en dood vereend.

Hoewel het veelvuldige taalspel soms te veel wordt blinkt Röntgenfotomodel ook vaak genoeg uit in spitsvondigheid en taalplezier. De krachtige en rake manier om over kwetsbaarheid te schrijven valt op ‘Je lichaam is een heel gezin’.
Vicky Francken verrast de lezer door op een alledaagse uitspraak een onvoorspelbaar beeld
te laten volgen:
Je hebt gezonde, stevige benen/maar in China zou men ze breken. (titelcyclus. blz. 29)
Andere dagen steek ik mijn hand op/schiet ik de kleiduif/uit je hoofdhuid/masseer er een veer in/ (blz. 22)
De jury concludeert dat de bundel van Vicky Francken een imposant begin is van een
veelbelovend oeuvre.

En dan de bundel Waanzin went niet van Max Greyson (uitgeverij Arbeidespers)
De liefdesgedichten waarmee deze bundel opent zijn uitzonderlijk verfijnd en origineel in taalgebruik: ‘zo ontbloten we de deinende aarzeling/tussen ons in,/als tussen waan en zin’ en ‘Altijd zijn we nietig
en klein/ soms weten we bijna zeker dat we onmetelijk zijn/

Het vervolg van de bundel laat een breedte aan thematiek zien die de jury niet altijd geheel kon overtuigen. Maar juist door de virtuose taalwereld wordt de lezer toch ingesponnen. Het is duidelijk te merken dat Greyson van het podium komt; zijn gedichten worden namelijk gekenmerkt door een sterk spel met klank en ritme. Ook op papier blijven zijn teksten overeind.

Grond van Idwer de la Parra (Uitgeverij De Bezige Bij)

Idwer de la Parra schreef met Grond een indrukwekkend debuut. Op de ondergrond van klassieke, metrische poëzie groeien de gedichten tot een epos uit. Een vaak pijnlijke zoektocht naar geborgenheid. Wanhoop
heerst er en nauwelijks troost. De dichter wendt zich tot kraaien en berken tot alles wat hij in zijn biotoop vindt. Hij lijkt er zijn bestaan terug te krijgen. De regen ranselt hem neer tot hij met zijn zoon in het kerkportaal staat te schuilen. Enkele gedichten uit de bundel, met name het titelgedicht, hebben het in zich om klassiekers te worden.

Het leven als tuinmetafoor, de dichter met een zaag in zijn hand:
Vertakking na vertakking/ waar de vogel mogelijk met dode resten/een nederzetting sticht./Boetserend met toekomstig licht/hanteer ik de zaag en waan me/een heerser die zijn stempel drukt/

Nou dat klopt, Idwer de la Parra drukt zijn stempel.

De Jo Peters Poëzieprijs 2018 gaat naar…
Vicky Francken voor Röntgenfotomodel.