Een zwarte tragedie

New York City, begin jaren 1970. Tish, een jong zwart meisje uit Harlem, gaat haar vriendje Fonny bezoeken in de gevangenis.

En dus zat ik, in de ruimte waar we elkaar spraken, op een bank achter een tafel, en keken we elkaar aan door de glazen afscheidingswand tussen ons in. Je hoort echt helemaal niks door dat glas heen, en dus moet je je behelpen met zo’n microfoontje. Daar moet je in praten. Ik weet niet waarom iedereen altijd omlaagkijkt wanneer hij in dat microfoontje praat, maar dat doet iedereen.

Door dat glas moet ze hem vertellen dat ze zwanger is (‘Ik hoop dat niemand ooit door zo’n glazen scheidingswand heen heeft hoeven te kijken naar iemand van wie hij hield’). Welkom in de wereld van James Baldwin (1924-1987), een belangrijke auteur die rond de tijd van de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging essays en romans over raciale en andere maatschappelijke spanningen schreef. Naast Niet door water maar door vuur is er nu dus ook een nieuwe vertaling van zijn roman Als Beale Street kon praten.

Het boek dateert uit 1974, toen Harlem nog een linke, door heroïne geteisterde buurt was waar geen toerist zich waagde, ‘met ratten zo groot als een kat, kakkerlakken zo groot als een muis, en houtsplinters zo groot als een mannenvinger’. Met een soundtrack van Aretha Franklin, Ray Charles en Marvin Gaye op de achtergrond word je midden in die woelige tijd gedropt. Fonny is immers geflikt, zo blijkt later, door de racistische agent Bell, die nog een eitje met hem te pellen heeft en getuigen onder druk zet om de jongeman te identificeren als de dader van een verkrachting die hij niet heeft gepleegd. Reken daarbij de spanningen tussen Tish’ familie, die het kind liefdevol willen opvangen en Fonny uit de gevangenis helpen, en Fonny’s moeder, die vooral wil assimileren en neerkijkt op andere zwarte Amerikanen, en je krijgt een explosieve roman over rassenverhoudingen die wel iets meer om het lijf heeft dan de steriele zwartepietendiscussies waar we hier de komende weken weer mee om de oren worden geslagen.

Het komt tot een bittere confrontatie tussen de twee families. ‘Ik neem aan dat je je wellustige gedrag voor liefde verslijt. Nou, dat doe ik niet. Ik heb altijd geweten dat jij de ondergang voor mijn zoon betekende,’ bijt mevrouw Hunt Tish toe. Ook binnen de Afro-Amerikaanse gemeenschap was immers niet alles peis en vree: de spanningen tussen zwarte Amerikanen die het veiliger vonden om zich gedeisd te houden in de hoop om langzaam op te kunnen klimmen op de maatschappelijke ladder, en meer militant ingestelde types die met Malcolm X en the Black Panthers sympathiseerden en niet konden wachten om hun rechten op te eisen, liepen soms hoog op. Het verhaal wordt na een ultieme poging om het slachtoffer van de verkrachting in Puerto Rico op te zoeken voortgestuwd naar een fatale, tragische afloop. Een hollywoodiaans happy end zit er niet in bij Baldwin.

Het is jammer dat de vertaling van deze historisch belangrijke roman wordt ontsierd door een conflict tussen uitgeverij De Geus en vertaler Harm Damsma. Bij het colofon staat namelijk deze boodschap:

Uitgeverij De Geus heeft ervoor gekozen het woord ‘white’ te vertalen als ‘wit’ in plaats van als ‘blank’. Het woord ‘nigger’ is onvertaald gelaten. Middels deze keuzes hebben we geprobeerd recht te doen aan de auteur in de taal van het Nederland van nu, met inclusiviteit als uitgangspunt. Dit ondanks nadrukkelijk protest van de vertaler.

Bij mijn weten is het de eerste keer dat zoiets gebeurt. Het is hemeltergend dat Harm Damsma, een alom gerespecteerde literair vertaler die een autoriteit is in zijn vakgebied, dit heeft moeten slikken. Zijn verdedigingsrede kunt u nalezen op vertaalverhaal.nl. In die apologie bewijst hij overtuigend zijn gelijk: ‘Baldwin – een zwarte schrijver! – verdenken van racistisch woordgebruik in nota bene een vlammend protest tegen racisme is natuurlijk te dwaas voor woorden.’ Negro (of ‘neger’) was in die tijd immers geen aanstootgevend woord, en niemand noemde blanken toen wit. Met weliswaar goede intenties, maar een aantoonbaar foute interpretatie van de context, heeft de uitgeverij ingegrepen in de vertaling op een anachronistische manier die de oorspronkelijke tekst geen recht doet en evenmin bijdraagt tot meer inclusiviteit of minder racisme. Ook politiek correcte schoenmakers blijven beter bij hun leest.

Daan Pieters

James Baldwin – Als Beale Street kon praten. Uit het Engels vertaald door Harms Damsma. De Geus, Amsterdam. 320 blz. € 22,50.