Een eigen leven bouwen

Nairobi is een levendige metropool met meer inwoners dan Parijs, Madrid of Rome. In ruim honderd jaar tijd heeft de stad zich ontpopt van materiaaldepot tot miljoenenstad. Carien Westerveld, die onder meer werkzaam was bij Instituut Clingendael en diverse uitgeverijen, vertrok in 2010 naar de Kenyaanse hoofdstad. Vanuit daar hield ze voor de Groene Amsterdammer een Nairobi-boek-blog bij en werkte ze aan De Afrikaanse Droom: over de opkomende middenklasse in Nairobi.

Westerveld interviewde verschillende twintigers en dertigers. Ze maken deel uit van de groeiende middenklasse in de stad. Ze dromen van rijkdom en stabiliteit: een mooie auto en een huis in een goede buurt. Tegelijkertijd bevinden ze zich in een lastige spagaat tussen traditie en moderniteit. Ouders oefenen veel druk uit op jonge mensen die zich proberen te ontworstelen aan de hechte familiebanden. Jane, Rose en James worden verspreid over enkele jaren herhaaldelijk door Westerveld geïnterviewd. Ze vertellen openlijk over hun problemen en dromen (lees: geld).

De sociale druk in Nairobi is hoog. Jongeren steken zich massaal in de schulden om een iPhone te bezitten en elke tree op de sociale ladder betekent op zoek gaan naar een nieuwe vriendengroep. Ook de liefde lijkt een oppervlakkige aangelegenheid. Een huwelijk wordt gezien als een aanleiding om een paar foto’s op facebook te zetten en aan koopkracht te winnen. En vreemdgaan is eerder regel dan uitzondering. Omdat alle twintigers en dertigers met dezelfde problemen kampen worden de interviews hier en daar wat eentonig.

Westerveld is op haar best als ze een bezoek brengt aan een van de megakerken in Nairobi. Jongeren sluiten zich massaal aan bij Mavuno, een van de grootste kerken in Nairobi. Met hippe onderwerpen zoals pornografie, persoonlijke belastingen of perfectie weet Mavuno een groot publiek aan te spreken. Maar ook achter het geloof zit het verlangen de sociale ladder te beklimmen en meer bestedingsruimte te hebben. Westerveld observeert scherp, zonder te veel uit te leggen. Juist in de interactie tussen de jonge Kenianen waarbij de journalist meer op de achtergrond is, leren we de middenklasse van Nairobi echt kennen.

Onder meer Westervelds liefde voor literatuur zorgt ervoor dat het boek aan diepgang wint. Achterin het boek is een uitvoerige lijst van boeken van Kenyaanse en andere Afrikaanse schrijvers opgenomen. Veel Kenyaanse vrouwen worden geïnspireerd door de Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie:

Jane las Adichies roman Americanah over een jonge Nigeriaanse vrouw die naar Amerika vertrekt om te studeren waar zij een succesvolle blog schrijft over ras. Het boek overrompelde Jane totaal, omdat zij het gevoel had dat het over haarzelf ging. Zij had nooit eerder een roman gelezen waarin een hoofdpersoon aan het woord was met wie zij zich zo sterk identificeerde.

Het belang van literatuur in een land dat opnieuw zijn eigen identiteit moet vinden na een periode van kolonisatie wordt door Westerveld veelvuldig benadrukt. De vele terloopse verwijzingen en interviews waarin literatuur een rol speelt laten de rijkdom van de Afrikaanse literatuur zien en maken nieuwsgierig.

Het gebrek aan politieke interesse onder de middenklassen is opvallend. Ze geloven niet dat er iets kan veranderen. Jane:

Daarom blijf ik op de dag van de verkiezingen in bed liggen. Ik trek de dekens over mijn hoofd. En de volgende dag sta ik op en ga ik verder met het bouwen van mijn eigen leven.

En dat kenmerkt de opkomende middenklasse in Nairobi: ze bouwen hun eigen leven. Gevangen tussen traditie en moderniteit, sociale druk en individualisme streven ze naar het beklimmen van de sociale ladder en het bereiken van financiële onafhankelijkheid. Westerveld schets een fraai portret van hun weg daar naartoe.

Kinha de Almeida Guimarães

Carien Westerveld – De Afrikaanse Droom: over de opkomende middenklasse in Nairobi. De Bezige Bij. Amsterdam. 288 blz. € 20,99.