Twee keer tien eenzame jaren

Het woord stad suggereert samenhang, maar wat weten de inwoners van elkaar? Doorgaans niet veel meer dan wat vaagheden over directe buren. Of zelfs dat niet. Michiel Cox laat in zijn tweede roman, Herinneringen aan het levenloze, zowel dat gebrek aan samenhang als de gemeenschappelijkheid van het mens-zijn doorklinken. Hij doet dat door twee mensen in het bijzonder te volgen. De gefnuikte student Michiel, in wie je Cox zelf kunt herkennen, en B., een in totale eenzaamheid overleden vrouw, die pas na tien jaar wordt gevonden.

Grote steden, tenminste wat wij Nederlanders grote steden noemen, kenmerken zich door anonimiteit. Dat heeft zo z’n voor- en nadelen, maar tien jaar dood in je woning liggen is nogal wat. Bij levenden zou je zeggen: wat gaat er dan wel niet door je heen. Cox heeft dit letterlijk genomen door de overleden B. in een soort half-dood-toestand weer te geven. Fysiek overleden, maar geestelijk nog aanwezig. Alle zintuigen doen het nog, wat in die staat ook best pijnlijk is. Ze is zich bewust van ongewenste rommeltjes in huis, mensen op straat, weersomstandigheden, heden en verleden.

B. ‘schrok zich dood’ toen er een bromvlieg tegen het raam vloog, want zelfs futiliteiten krijgen betekenis als je tien jaren op dezelfde plaats ligt. Met het hoofd op het voeteneind, omdat je dan als je even je ogen opendeed tijdens een middagdutje de lucht nog kon zien. Gênant, denkt ze nu, maar je doet er niks meer aan…. want dood. Of in ieder geval enigszins. Onvoldoende echter om niet te piekeren over haar moeizame relatie met haar dochter, haar korte gedrag als lichtekooi na een late verhuizing naar Rotterdam.

Michiel Cox, die in 2019 sterk debuteerde met Messias van niks, is een knap stilist, die meer dan een half boek lang de aandacht gevangen weet te houden met de toestand en overpeinzingen van de anonieme overleden vrouw. Hij hoeft het daarbij niet te hebben van grootschalige ontwikkelingen, maar doet mooie dingen met puntige terzijdes, kleine filosofische intermezzo’s en ook tot grinniken aanzettende bevindingen:

(…) de Heemraadssingel kreeg zijn oude flair terug. Kinderen speelden in het gras en de bewoners trapten weer in hondenpoep in plaats van in mensendrollen.

Bij leven had B. het niet gemakkelijk. Ze wilde op avontuur, de wereld zien, nieuwe mensen ontmoeten, seks, maar echtgenoot Dirk was niet zo. Na haar scheiding werd ze voor enige tijd iemand zoals ze dat al zo lang had gewild, maar na haar dood verloor ze alles weer. Een mens ploetert wat af.

Cox’ roman, die is opgedeeld in vier stukken, waarvan twee over B. en twee over toneelstudent Michiel, bevat een samenhang, zoals de mensen in een stad zich tot elkaar verhouden: nauwelijks of juist meer dan je denkt. Michiel barst aanvankelijk van de ambitie, maar kan zijn vorm niet vinden, wordt bovendien op een MeToo-achtige manier gekleineerd door zijn docent G., waardoor er van alle meeslepende plannen voor een waar toneelleven niet veel meer terecht komt.

Het bericht over de dood van de hem onbekende stadgenote B., die dus tien jaar volkomen vergeten werd, kwam echter heel erg bij hem binnen. Reden om deze jaren gedachtelijk terug te spoelen. En terwijl vrijwel iedereen weer overgaat tot de orde van de dag, ziet Michiel heel scherp de parallellen tussen de mensen met hun eenzaamheid en mislukte dromen.

André Keikes

Michiel Cox – Herinneringen aan het levenloze. Atlas Contact, Amsterdam / Antwerpen. 144 blz. € 19,99.