Als een dandy pronken

Ik heb niet de reputatie dat ik snel geneigd ben tot schaamte en hoewel ik begrijp dat ik deze reputatie met mijn daden vaker heb gevoed dan ontkracht, heb ik ooit een man gekend die in elk opzicht zo evident superieur aan mij was dat ik mij schaamde zodra ik hem zag en ik vraag jullie mij te geloven als ik zeg dat ik op sleutelmomenten in mijn leven, toen ik mij gedwongen zag beslissingen te nemen die bepalend waren voor mijn carrière en voor de toekomst van onze stad, zijn satyrkop met wijd opengesperde neusgaten en uitpuilende ogen voor mij zag en werd vervuld van schaamte bij het besef van mijn eigen ontoereikendheid.
Nu ik het plan heb opgevat om deze momenten te herbeleven in gedachten en in geschrifte voor jullie uiteen te zetten welke strategie mij daarbij telkens voor ogen stond en op welke wijze ik, ook op die momenten waarop men in de straten en in de volksvergadering van Athene zeker meende te weten dat ik Athene verraden had, op mijn niet altijd even conventionele manier onophoudelijk de belangen van onze stad heb trachten te dienen, zie ik hem opnieuw levendig voor mij.

Met deze klassieke bescheidenheidsformule opent Ilja Leonard Pfeijffer zijn immense roman. Protagonist Alkibiades is aan het woord. Hij vertrouwt zijn eloquente en breed uitwaaierende gedachtes en redenaties over zijn leven toe aan het knisperende papyrus. Op het moment van schrijven bevindt hij zich in het holst van het Perzische Rijk, verder weg van Athene ‘dan een Atheens hart verdragen kan’. In het lijvige geschrift richt hij zich tot de mannen van Athene, in de hoop hen te overtuigen van zijn meer dan goede bedoelingen voor de stad Athene, voor de democratie en voor het volk.

Alkibiades is er goed voor gaan zitten: ruim 700 bomvolle pagina’s lang neemt hij ons vol bravoure mee terwijl hij afdaalt in zijn geheugen. In elf boeken presenteert hij zijn leven, dat dermate uitzonderlijk is dat hij niet kan volstaan met het opdissen van alle gebeurtenissen. Hoe kan het dat iemand als hij winnaar is bij de Olympische Spelen met een vierspan? Hoezo wordt hij tot twee keer toe ter dood veroordeeld en hoe lukt het hem om tot tweemaal toe een toevluchtsoord te vinden bij grote machthebbers van rivaliserende staten?

Niet gespeend van een flinke dosis eigendunk geeft Alkibiades ‘een nauwkeurige reconstructie van de verschillende voorvallen in hun onderliggende samenhang, omdat precies die samenhang door de wervelende sneeuwjacht van feiten aan het zicht onttrokken dreigt te worden en omdat de enige mogelijke rechtvaardiging van mijn rol bij deze ontwikkelingen zich nu juist in die samenhang verschuilt.’ Dus laat Alkibiades al zijn overwegingen de revue passeren en geeft hij ooit gevoerde dialogen breed uitgesponnen weer, zoals met Socrates, de satyr aan wie hij refereert in de opening van zijn tekst.

Deze apologie vol retorische stijlfiguren, filosofische gedachtes over de politiek en over de meerwaarde van de democratie als regeringsvorm gecomplementeerd met uitgebreide schetsen van het leven van alledag in Athene, Sparta en Perzië toont Alkibiades als de excentrieke man die de democratie doelbewust in gevaar heeft gebracht ‘om als haar redder te kunnen optreden’.
Met Alkibiades als woordvoerder poogt Pfeijffer ons wakker te schudden: welke gevaren kent de afkalvende democratie in de huidige tijd? De waan van de dag lijkt in onze politieke arena te regeren, met politici die zich laten leiden door de grillen van de publieke opinie, in een kakofonie van deelbelangen. Via parallellen met het antieke Athene adstrueert Pfeijffer de kwetsbaarheid én de kracht van de democratie als staatsvorm. Alkibiades debiteert fraaie aforismen die niet zouden misstaan op een tegeltje, zoals ‘Zonder volk zou de democratie perfect functioneren.’

Met zichtbaar gemak laat Pfeijffer in zijn meer dan honderd pagina’s tellende notenapparaat zien hoeveel er bekend is over Alkibiades uit de klassieke oudheid zelf. Die veelomvattende, wetenschappelijke bronnenkennis dwingt buitengewoon respect af. Het werk wasemt bovendien de sfeer van de klassieke oudheid dankzij Pfeijffers imposante taalgebruik en zijn verfijnde beheersing van de retorische trucendoos. Tegelijkertijd is het een gigantische kluif, deze ambitieuze roman, die het nodige aan doorzettingsvermogen vraagt. Zeker als niet alle zeeslagen even interessant zijn. Alkibiades is een man van formaat die zichzelf als lenig strateeg en gewiekst politicus op een enorm voetstuk plaatst. Reflecteren is niet zijn forte. Stellig zijn en als een dandy pronken gaat hem beter af. Mij bekroop gaandeweg het gevoel dat ik als zestienjarige bij de lessen Grieks had: mijn hart ging toen al eerder uit naar de invoelbare dilemma’s bij de protagonisten in tragedies en naar de psychologische diepgang van personages in markant korte scènes bij Homerus. Pfeijffers Alkibiades is geen man om van te houden, maar een man om tegen op te kijken. Dat maakt dat na honderden pagina’s ambivalentie overheerst: Pfeijffers roman boezemt op intellectueel vlak ontzag in, maar zijn Alkibiades weet onvoldoende te raken.

Miriam Piters

Ilja Leonard Pfeijffer – Alkibiades. De Arbeiderspers, Amsterdam, Antwerpen. 944 blz. € 34,99.