Blauwdruk van het nu

Nu de klimaatcrisis steeds verder ons leven binnendringt, lijkt er ook een zoektocht gaande naar hoe het allemaal begonnen is. Eind maart won Geert Buelens nog de Boon-literatuurprijs voor zijn boek over de Club van Rome, die in 1972 al voorspelde dat onze dolgedraaide kapitalistische consumptiemaatschappij binnen afzienbare tijd tegen de grenzen van de groei zou stoten. Ook de heruitgave van het werk van Rachel Carson, vertaald door Nico Groen, lijkt in deze zoektocht naar de wortels van de ecologische beweging te passen. Wat heeft dit verleden ons vandaag nog te bieden? Zijn er lessen voor de toekomst uit te trekken?

Met Verstild voorjaar veroorzaakte Carson in 1960 schokgolven doorheen de VS en de rest van de wereld. Haar analyse van hoe het grootschalig gebruik van insecticide in de landbouw enorme schade voor mens, dier en natuur met zich mee bracht, hakte er flink in. Er volgde televisieoptredens, parlementaire enquêtes en wetsvoorstellen en mondde uiteindelijk uit in een roep voor de bescherming van de natuur en een wereldwijde ecologische beweging. Zoals de Amerikaanse historica Jill Lepore het omschrijft: ‘Het aantal boeken dat zoveel goeds voor de wereld heeft gedaan is op de armen van één zeester te tellen.’

Wat is er nu nog over van Carson’s revolutionaire kracht? Allereerst een stijl. Carson is een vakkundig verteller, die lyrische natuurbeschrijvingen en hardcore non-fictie soepel met elkaar weet te verbinden. De manier waarop ze ingewikkelde wetenschappelijke materie voor een breed publiek aantrekkelijk weet te maken, moet destijds baanbrekend zijn geweest. Ook valt op hoe akelig makkelijk bepaalde gedachten naar het hier en nu zijn te verplaatsen: ‘Toekomstige generaties zullen het ons waarschijnlijk niet vergeven dat we onvoorzichtig zijn omgesprongen met de wilde natuur, de basis van al het leven.’

Maar toch kan Verstild voorjaar de hedendaagse lezer niet zo grijpen als het des tijd moet hebben gedaan. Dit omdat de situatie die Carson beschrijft niet langer nieuw is en heden en verleden niet automatisch in elkaars verlengde liggen. Constant vraag je je af hoe het nú met de insecticide die Carson beschrijft gesteld staat. Worden ze nog gebruikt? Zo ja, hoeveel? Welke restricties zijn er op sproeien gekomen? Welke rampen zijn inmiddels al afgewend? Welke nieuwe rampen zijn er bij gekomen? Op al deze vragen kan Carson natuurlijk geen antwoord bieden en dat ondermijnt de urgentie die dit proza ooit moet hebben gehad.

Dit maakt het lezen van Verstild voorjaar tot een vreemdsoortige teletijdmachine. Je leest vooral de blauwdruk van al die boeken die tegenwoordig over klimaatverandering, ecologie en het antropoceen verschijnen. Het is interessant om deze oervorm te bestuderen, maar doordat de informatie in het boek niet langer up to date is, blijft het daar ook bij: een oefening in vorm en stijl. Hopelijk staan er snel nieuwe Carsons op, die met dezelfde eruditie en finesse de huidige problematieken rondom ecologie en klimaatverandering op de kaart weten te zetten.

Jonathan van der Horst

Rachel Carson – Verstild voorjaar. Uit het Engels vertaald door Nico Groen. Atheneum – Polak & Van Gennep, Amsterdam. 352 blz. € 24,99.