Annemieke Houben heeft van haar gouden idee een website gemaakt: NadePiep. Ze plaatst hier ingesproken berichten op oude, soms gevonden cassettebandjes. Meestal zijn het volmaakte vreemden die een boodschap achterlaten na de piep, anonieme bellers die alleen even laten weten dat ze niet op het feestje komen en geen behoefte hebben aan contact. Een keurige heer: ‘Het was een kort gesprekje dat ik in gedachten had, maar je bent er niet, dus stellen we het even uit.’ Een vrouw vindt na vijf jaar een geleende schrijfmachine terug. Een beschonken man: ‘Ik hou van jou enne… ik bel morgen.’ Alle berichten zijn gelijk, volgens Houben, maar sommige berichten zijn meer gelijk dan anderen, natuurlijk. Een naamloze Gerard Reve laat namelijk viermaal een prachtig bericht achter.

Gerard Reve stottert weleens, bewijst deze opname, over vier toegestuurde boekjes en een naamsverandering: ‘Ik weet wel mooie voornamen. Kijk, Gerard gaat natuurlijk niet, want het is een meisje.’ Later verklapt hij het adres van zijn Geheim Landgoed. Maar de verbinding is niet altijd zuiver: ‘Ik ben vier dagen afgesloten geweest. […] Ben je d’r nog? Ver weg, och, zo ver weg. Ik wou dat je dichterbij was.’ Een lieve Reve doemt hier op uit de krakerige geluiden: ‘Ja, ik bel maar gewoon op voor de gezelligheid. Het is nu kwart over vijf in Schiedam.’ Even geen poespas, even geen Circus Reve, maar medelijden met de schrijver, die ‘een beetje een babbeltje’ wil maken, maar geen gehoor vindt. Geen publiek. Aan het eind van het bandje raadt Reve ene ‘Mark’ aan dan maar De stille vriend te gaan lezen: ‘Zeg hem dat-ie eerste De stille vriend moet gaan lezen en dat ik hem maandag overhoor. Als dan blijkt dat-ie het niet gelezen heeft, krijgt-ie straf.’

Op andere opnamen maakt C.B. Vaandrager reclame voor zijn nieuwe bundel en kletst A. Moonen het bandje vol: ‘O ja, een boodschap. Een boodschap heb ik niet. Maar ik weet dat ik op dit antwoordapparaat zolang kan lullen als ik wens. Dus ja. Met Moonen. Da’s duidelijk.’ Enzovoorts. Schitterend materiaal.