Een originele roman over Nijinsky

In de meeste van zijn romans toont Arthur Japin een voorliefde voor tamelijk obscure geschiedenissen; dit biedt hem de kans om basisgegevens vrij in te kleuren. Zo is de kans groot dat de protagonist van zijn vorige roman De overgave, een hoogbejaarde, rancuneuze pioniersvrouw, al decennia lang dood was op het moment dat Japin haar opvoert. In zijn vijfde roman Vaslav kiest Japin voor een bekendere historische figuur: Vaslav Nijinski (circa 1890-1950), een van de beroemdste mannelijke dansers aller tijden. Het dramatische verhaal van de Russische danser, die meerdere dagboeken naliet, leent zich bij uitstek voor een historische roman, maar het biedt de schrijver vanwege de bekendheid ervan tevens minder artistieke vrijheid.

Japin zou echter Japin niet zijn als hij niet een eigen draai aan het verhaal had gegeven. Hoewel het boek naar het titelpersonage is vernoemd, is het eigenlijk veel meer het verhaal van drie mensen wier leven sterk door Vaslavs aanwezigheid in hun midden werd beïnvloed. Japin laat ze stuk voor stuk aan het woord. Een sterk punt is hierbij dat zij ieder een volstrekt eigen geluid hebben; het is niet de schrijver die aan het woord is, maar de personages zelf. Alle drie tonen ze ook maar weinig begrip voor de rol van de anderen. Peter, de bediende van de Nijinski’s, is zonder meer de meest aandoenlijke van de vertellers: op een nuchtere toon laat hij weten hoe hij zich verbaast over de naïviteit van zijn werkgever, in real time opgetekend op de dag dat Vaslav voor het laatst zal dansen. Met zijn prozaïsche beschrijvingen van de zweverig op hem overkomende acties van zijn werkgever zorgt hij voor de komische noot in de roman. Diaghilev, Vaslavs voormalige impressario én ex-geliefde, vertelt over de opkomst van het dansfenomeen en licht met graagte toe welke prominente rol hij daarin heeft gespeeld. Japin zet hem op geslaagde wijze neer als een zelfingenomen snobist voor wie het koesteren van rancuneuze gevoelens een tweede natuur is. Vaslavs echtgenote Romola maakt zich ten slotte druk om het verkeerde beeld dat de geschiedenis van haar heeft – zij zou een berekenende intrigante zijn geweest – en weet sympathie op te roepen. Op het eerste gezicht is Romola’s verhaal de vreemde eend in de bijt: haar verantwoording van de geschiedenis, ruim dertig jaar later opgetekend dan de andere hoofdstukken, heeft niet altijd evenveel met het centrale gegeven, namelijk Vaslavs dramatische laatste dans, te maken. Als historische vertelling wordt het verhaal er echter completer van, waardoor het toch toegevoegde waarde heeft.

Dankzij de verhalen van Peter, Diaghilev en Romola leert de lezer de danser zelf steeds beter kennen, maar vooral ook hoe één iemand zijn omgeving kan beïnvloeden. Het boek is geschreven als een dans, vol kunstige vergelijkingen en uitmondend op een climax in de vorm van Vaslavs zwanenzang. Het is geen sinecure om een originele roman te schrijven over een goed gedocumenteerde geschiedenis, maar Japin is er toch in geslaagd dit te doen.

Lucas Zandberg

Arthur Japin – Vaslav. De Arbeiderspers, Amsterdam, 376 blz. € 21,95