Het Nationaal Archief en de Koninklijke Bibliotheek presenteren vanaf 4 maart in De Verdieping van Nederland handgeschreven stukken van bekende schrijvers, politici en andere prominente Nederlanders. In de collecties van beide instellingen ligt een schat aan egodocumenten van markante Nederlanders verborgen. Met de tentoonstelling haken KB en NA aan bij het motto van de Boekenweek: Geschreven Portretten. Kader Abdolah, schrijver van het Boekenweekgeschenk, opent op donderdag 3 maart de tentoonstelling Geschreven Portretten, 50 onvergetelijke Nederlanders. Er zullen brieven, manuscripten en aangeraakte boeken te zien zijn van onder meer Aletta Jacobs, Henriette Roland Holst, Marga Klompé, Anna Paulowna, P.C. Hooft, Louis Couperus, Harry Mulisch en Annie M.G. Schmidt.

In een van de vitrines zal een lange brief van Gerard Reve aan Elsevier-uitgeefster Angele Manteau liggen, vergezeld van de zoveelste kroontjespen en een behoorlijke lok ‘real artist’s hair’. Reve schrijft over ‘zeer bizarre dingen’ inzake voorverkoop en oplagecijfers van zijn boeken, de discrepantie tussen verwachting en werkelijkheid. ‘Nader Tot U had astronomiese voorverkoopcijfers (duizenden & duizenden) maar bleef – ondanks een heel redelijk sukses – ver bij Op Weg achter’. Niet ver hier vandaan zijn de eerste, door Marsman beschreven bladen van de roman Heden ik, morgen gij (1936) te zien, waarin ook S. Vestdijk een aandeel had.

In de volle agenda van Jan Toorop is te zien wie hij in 1918 portretteerde en wat zijn honorarium was. Michiel de Ruyters eerste scheepsjournaal wordt ook tentoongesteld, evenals nog maar net ontdekte brieven van Nederlands bekendste dansende spion. Een wanhopige – want gearresteerde – Mata Hari smeekt de Nederlandse minister Loudon om vrijlating vanwege ‘erreux juridiques’. Ze is niet de spion waarvoor men haar houdt: ‘vraiment je n’ai pas fait de l’espionnage en France’.