Lijken in de kast

‘Moet je zien hoe die ruggengraat verdraaid is. Een kielvormig borstbeen ook. Zal een krom wijffie geweest zijn. De linkerschouder komt helemaal omhoog. Die hebben ze niet recht in de kist kunnen krijgen.’ Walter Tervoort is als archeoloog bezig om samen met zijn medewerkers grafkelders in een kerk in kaart te brengen. Wie ligt er? Hoe liggen ze en waarom liggen ze er? De fascinatie voor de dood neemt hij ook mee naar huis waar hij bezig is om dieren te ontleden. ‘Geen mooiere botten dan beverbotten.’

Walter is een man van middelbare leeftijd, zonder relatie. Om zijn seksuele lusten te bevredigen heeft hij een vaste afspraak met een vrouw die er in de avonduren wat bijklust. Als zij daar een eind aan maakt, probeert hij via een escortbureau een nieuw meisje. Vera komt naar zijn huis, is ad rem en geestig, intelligent en zakelijk, hartstochtelijk en innemend. Hoewel hij niet op jonge vrouwen valt, is duidelijk dat Walter binnen de kortste keren kinderlijk verliefd is.

In haar eerste roman bij uitgeverij Querido zet Rascha Peper de tegenstellingen scherp neer. Aan de ene kant de man die altijd in het verleden graaft en bezig is met een reconstructie en aan de andere kant de man die door een verliefdheid weer volop in het heden meedraait. Dat gaat goed tot het moment waarop Walter er achter komt dat Vera, een schuilnaam, eigenlijk de dochter is van zijn ex; de dochter die zij gekregen heeft direct nadat zijn ex een punt achter de relatie heeft gezet en met een andere man het bed ging delen. Bij Walter sluipt er een spoor van twijfel in zijn hoofd. Stel dat Vera nu toch zijn dochter blijkt te zijn?

Vossenblond is een klassieke Rascha Peper. Je kunt de roman direct linken aan de rest van het oeuvre. De liefdesrelatie tussen een oudere man en een jongere vrouw komt vaker voor; de fascinatie voor de dood doet denken aan Frederik Ruijsch uit Vingers van Marsepein die dieren en mensen prepareerde; de zoektocht naar (vermeende) familiebanden zagen we eerder in Russisch blauw. Wat tegenvalt in de roman, en ik zeg dat een beetje contre coeur omdat ik erg gesteld ben op het werk van Rascha Peper, is de expliciete stijl. We zitten voornamelijk in het hoofd van Walter en alle vragen en vooronderstellingen die hij heeft worden letterlijk genoemd. Zelfs de motieven worden er gratis bijgeleverd. Neem bijvoorbeeld dit stukje op het einde als hij dreigt te verdrinken in de rivier:

Het is afgelopen, dacht hij, ik ga tóch dood. Ik ga hier gosklere zomaar dood! Hoe kan dat zo vlug gaan? Maar weer kwam hij boven en kotste hoestend en stikkend een gulp water uit. Was dit een straf? Werd hij gestraft omdat hij schuldig was. Schuldig aan het schenden van zijn dochter? Bloedschennis? Zoals Oedipus gestraft werd, omdat hij zonder te weten schuldig was? Bestond er dan een straffende instantie?

Aan de andere kant, en dat valt te waarderen in deze vlot te lezen roman, laat Peper enkele lijnen in het verhaal onduidelijk. De enige andere denkende figuur in de roman is de hond van Vera, een komische onderbreking. Door de hond weten we af en toe iets meer over haar, maar als Vera plotseling verdwijnt en de hond achterlaat bij Walter, dan blijft er een raadsel over. Hoeveel weet Vera? Waarom vertrekt zij en waarom blijft ze weg? En zo zijn er wel meer subtiele lijnen in het verhaal te vinden. Zo wordt Walter in het begin een keer gebeld door de secretaris van de heer Maliepaard die verkeerd verbonden blijkt te zijn. Later in de roman komt hij langs de etalage van een fotograaf die Maliepaard heet, die onlangs gestorven is. Het is maar een klein lijntje in het verhaal, maar Walter denkt zichzelf te herkennen op een poster voor vakantiereizen, alsof er een foto van jaren her van hem gebruikt is. Hij probeert er wel achter te komen of die foto bij zijn verleden hoort, maar door de dood van de fotograaf lukt dat niet. Het lijkt of de schrijfster ons dat ook duidelijk wil maken: het verleden is onherroepelijk verdwenen. Het enige wat overblijft zijn residuen: overblijfselen in een kerk, uitgekookte botten op de schoorsteenmantel en herinneringen die niet te vertrouwen zijn.

Coen Peppelenbos

Rascha Peper – Vossenblond. Querido, Amsterdam. 256 blz. € 19,95.