De wonderbaarlijke reis van Billie en Ome Lex

Afgelopen zomer sneuvelden er uit het niets opeens achterruiten van rijdende auto’s. Al snel dacht men aan een duistere schutter die met een luchtbuks in de berm lag om onschuldige burgers de stuipen op het lijf te jagen. Uiteindelijk bleek er geen verband tussen de verschillende gesneuvelde autoruiten en van een ‘snelwegschutter’ was geen sprake. Een gevalletje collectieve angst en foutief oorzaak-gevolg-denken. Iets vergelijkbaars is aan de hand in de tweede roman van Ivo Victoria. In een Vlaams provinciestadje is een vage ruis te horen en tegelijkertijd verdwijnen er pubermeisjes. Maar alleen vrouwen horen die ruis.

Ivo Victoria debuteerde met de bejubelde roman met de lange naam Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt) (2010) waarin een personage met dezelfde naam als de auteur afrekent met zijn verleden. Zo’n roman die geschreven moet worden voordat een schrijver kan beginnen aan het echte fictieve werk. Hoewel, Ivo Victoria is een pseudoniem en dit eerste boek gaat over de doorwerking van een leugen en laat een jongen met een grote fantasie aan het woord. Grote verbeeldingskracht blijkt uit Gelukkig zijn we machteloos opnieuw want als je iets kunt zeggen van deze tweede roman van Victoria dan is het wel dat het werk is van een creatieve geest, vol sprankelende, poëtische taal. Of dat ook een goede roman oplevert is een andere vraag.

Uitgangspunt is een zomers familiefeestje in de tuin van Hilde en Dirk en hun aangenomen puberdochter Billie. Zo’n familiefeestje dat langzamerhand door een te veel aan bier en witte wijn ontaardt in ontboezemingen en gezang. Als Ome Lex plaatsneemt achter de piano om zijn kunstje te doen, loopt Billie verveeld het tuinhek uit, de weilanden in. Ome Lex is een goede huisvriend van de mater familias Marthe, die in hem een steun en toeverlaat ziet die haar geruststelt wanneer ze zich te veel laat meeslepen door oude angsten. Lex is een alleenstaande man die met zijn teken- en pianokunsten de rol van gekke oom met verve vervult: ‘Als hij er was, werd het interessant of alleszins niet zoals gewoonlijk’. Zonder dat de anderen het merken, loopt Ome Lex achter Billie aan. En alleszins niet zoals gewoonlijk wordt het.

Ondertussen is er het gerucht van de onheilspellende ruis en de pubermeisjes die in het niets verdwijnen. Ook op het familiefeestje een dankbaar gespreksonderwerp. Begonnen met één geval, zijn er al snel meerdere vrouwen die zich herkennen in het verhaal en menen ook een zeker flikkerend geluid in hun oren te voelen wanneer er een meisje wordt vermist. ‘Iedereen maakte zijn eigen verhaal. En zo ging hij rondzwermen, ongrijpbaar, een mediagenieke vorm van leven net buiten het bereik van menselijk begrip. Een geluidloze zucht die door de straten zwierf, langs de gevels van de huizen sloop, gezichten streelde, handen bestuurde, stemmen deed trillen.’ Victoria hangt daarmee de ruis ook in zijn verhaal en geeft het er een mooie onderhuidse dreiging mee. Er staat iets te gebeuren. En dat heeft alles met Ome Lex en Billie te maken. Zij lagen in het eerste hoofdstuk immers bewusteloos in het gras. En het familiefeestje is een flashback.

Wat er precies gebeurt met Billie en Ome Lex zal ik hier niet prijsgeven en eigenlijk is het ook niet zo bijster bijzonder. Hoe het gebeurt en vooral hoe Victoria de wandeling beschrijft waarbij Billie en Ome Lex nader kennis met elkaar maken, is dat wel. Hij maakt er een wonderbaarlijke reis van, vol magisch-realistische voorvallen en vergezichten, sterk contrasterend met de achterblijvende kibbelende familieleden. Ze betreden een gebied dat niet bestaat: ‘En de horizon in de verte is niets meer dan een illusie, een droom die geen mens ooit heeft nagejaagd, bang om van de wereld te vallen.’ Gelukkig zijn we machteloos geeft mooi weer hoe ongegronde angst mensen in de greep kan houden. De vele symbolen, vergelijkingen en metaforen zitten het verhaal af en toe wat in de weg maar laten de lezer wel aan den lijve ondervinden dat angst vaak abstract is. Of een sprookje, zo je wilt.

Martijn Nicolaas

Ivo Victoria – Gelukkig zijn we machteloos. Anthos, Amsterdam, 224 blz. € 16,95.