Vriendschap per post

In 1961 stuurde Philip Larkin (1922-1985)een brief aan Barbara Pym (1913-1980) omdat hij enthousiast was over haar werk. Pym had op dat moment al zes romans gepubliceerd, maar was veel minder bekend dan de dichter. Hiermee kwam een vriendschap op gang, die vrijwel geheel via brieven onderhouden werd. Larkin en Pym waren beide verlegen mensen, die hun medemens met humor en ironie observeerden. In hun brieven komen literaire zaken aan bod maar ook kleine voorvallen, die de ander wellicht voor een verhaal of een gedicht kon gebruiken. Zowel Pym als Larkin waren goed in het relativeren van het kunstenaarschap. Pym schreef hem bijvoorbeeld: ‘I hope you are well (perhaps centrally?) heated – poets should not have to worry about how to keep pipes from freezing (…) but I suppose it should be part of every novelist’s experience.’ In 1963 werd een manuscript van Pym door haar vaste uitgever Jonathan Cape afgewezen. Hierop volgden 14 jaar waarin alles wat ze naar uitgevers opstuurde werd afgewezen, een gruwelijk lot. De vriendschap met Larkin, die altijd in haar talent bleef geloven, was voor Pym in deze periode van grote betekenis. Hij moedigde haar aan om met schrijven door te gaan en gaf opbouwende kritiek. In de brieven, die ze elkaar met ruime tussenpozen stuurden, krijgen hun uitgeversperikelen veel aandacht. Maar daarnaast maken ze grappen en is er ruimte voor roddels over collega´s. Larkin vroeg Pym: ‘Did you read Kingsley’s latest novel? It takes its place among all the other books that don´t make me want to visit America. I thought his hero was quite a decent chap, considering what he had to put with.’ Ondertussen gebruikte Larkin zijn contacten met uitgevers om het werk van Pym onder de aandacht te brengen. Hij bleef haar werk prijzen. ‘Once again I have marvelled at the richness and variety of mood and setting,’ schreef hij haar. Uitgevers bleven haar werk echter te tam vinden en niet passend bij de tijdsgeest. Overigens verliep ook de literaire carrière van Larkin niet altijd voorspoedig. Zo kreeg hij veel kritiek op zijn keuze voor een bloemlezing met poëzie uit de twintigste eeuw.

Op 23 april 1975 ontmoetten de schrijvers elkaar voor het eerst, in de bar van het Randolph Hotel in Oxford. De ontmoeting was een succes, maar met enige opluchting werd de vriendschap per post hervat. In 1977 keerde eindelijk het tij voor Pym, een verrassende ontwikkeling die door Larkin in gang werd gezet. In een enquête in de Times Literary Supplement noemden hij (en een andere criticus) Barbara Pym als de meest ondergewaardeerde schrijver van de twintigste eeuw. Een opzienbarend feit, omdat anderen allang overleden grootheden hadden genoemd. Opeens begonnen uitgevers weer naar haar manuscripten te informeren en werd haar werk (oud en nieuw) weer uitgegeven. Een stoet nieuwe bewonderaars meldde zich. ‘If it hadn’t been for you!’ schreef ze opgetogen aan Larkin. Pym heeft nog drie jaar van haar nieuwe roem kunnen genieten.