Onder de koppen ‘Alles zal anders gaan’, ‘Is de uitgeverij in 2015 nog nodig?’ en ‘Het hele apparaat tussen schrijver en lezer, kapseist’ schreef Maria Vlaar een groot stuk, een necrologie haast, in NRC Handelsblad over het verschijnsel uitgeverij. Daarin schreef ze ook over uitgeverij Podium. Uitgever Joost Nijsen is not amused.

Nu boekenwereld wind tegen heeft, slaan overal mensen aan het analyseren en beweren. Soms leidt dit tot inzichten, maar soms tot zo’n stuk dat Maria Vlaar in NRC wist te plaatsen. Ik citeer hier alleen de onzin over Podium: ’toen er even geen nieuwe Kluun was, moesten twee van de negen personeelsleden ontslagen worden.’ Fout. Team werd aangepast parallel aan krimp markt. Dit jaar komt er een daverende nieuwe Kluun, trouwens. Ik ga dan niet weer twee mensen aannemen. Vlaar maakt het erger: ‘nu zet die uitgeverij in op apps, waarvan de ontwikkelingskosten deels door de auteurs zelf moeten worden opgebracht.’ Vlaar zuigt niet alleen uit haar duim, ze excelleert bovendien in het soort vooringenomen, tendentieuze bewering waar de elite zo in vermag uit te blinken. Weinig boekenredacties zo goed als NRC – maar met dit stuk, dat nog minstens vijftig tinten aanvechtbare onzin bevat, slaan ze een flater. Prettig weekend!

Eerder deze week haalde Nijsen in zijn column ook uit naar Jaap Goedegebuure die vorige week voor Trouw een aantal debuten besprak:

Uitgevers komen er overigens niet sterk van af bij Goedegebuure: ze zouden niet meer sterk op kwaliteit ‘schiften’, sinds ze ‘naar Amerikaans voorbeeld editors in dienst [namen], bureauredacteuren die zich speciaal bezighouden met het begeleiden van literair werk in uitvoering’. Hij haalt hier drie redactionele disciplines door elkaar: acquisitie (het schiften, in de praktijk uitgevoerd door acquirerende redacteuren en hun uitgevers), editing (het op hoofdlijnen redigeren van manuscripten) en bureauredactie (het op microniveau redigeren).