Bloed kan alleen rond

Ivan is afkomstig uit het voormalige Joegoslavië. Op een dag heeft hij zijn rugzakje gepakt, tegen zijn ouders gezegd dat hij met zijn vrienden een weekendje wegging, en is vertrokken. Voorgoed, iets wat zijn vader, de deurklink in de hand, direct begreep. In Amsterdam komt hij een erg op Jan van Mersbergen (M) lijkende ex-kantoorpik tegen in de ‘Delta’, een uitgaansgebied dat een samensmelting lijkt van de Amsterdamse Pijp en de Wallen.

Zoals gebruikelijk, en zoals het hoort, zeker in de nieuwste romans van M, wordt er duchtig ingenomen in de cafés en nachtclubs, zo ook in De laatste ontsnapping. Wanneer Ivan jonge jenever drinkt, ziet hij het graan op de velden, wuivende aren die de pruimenbomen uit zijn jeugd verdringen, voor even.

Hij vertelde me een keer over de bomen waar al pruimen aan hingen voor hij geboren werd, voor zijn vader geboren werd, zijn grootouders. Hij miste die bomen. Hij zag ze ouder worden terwijl ze amper groeiden. Zulke fruitbomen heb je nergens. Ze waren zijn vrienden toen hij klein was en als hij met ze zou kunnen praten had hij afscheid van ze genomen, maar dat deed hij niet. Hij nam van niemand afscheid.

Ivan heeft heimwee, maar laat dat eigenlijk niet toe. De weltschmerz van de vluchteling. Dat is sfeerschrijver M wel toevertrouwd. Daarmee niet bedoelend dat de romans een hoog candlelightgehalte hebben. In Naar de overkant van de nacht wist hij de lezer ook al in een roes te brengen, tsja, door het beschrijven van de roes, in dat geval die van het carnaval.

van mersbergen ontsnappingIvan is een ontsnappingskunstenaar, de Houdini van de Balkan. Hij laat zich vastbinden, het vuur letterlijk aan de schenen leggen, en weet zich elke keer zogenaamd net op tijd te bevrijden. Hij heeft de situatie helemaal onder controle. Vrouwen werpen zich bijna zonder uitzondering aan zijn voeten. Hij is een zelfverzekerde man, een kerel van stavast. Maar ondertussen.

Alleen over mijn lichaam heb ik iets te zeggen, over mijn gedachten niet. Mijn lijf is betrouwbaar, daar over heb ik controle. Wat in mijn kop zit is lucht, het waait er. Dat zijn mijn gedachten, bladeren aan een tak.

De naamloze verteller is net ontslagen, heeft een zoon van tien en een iets jongere dochter. Hij focust zich op zijn hypotheek. Hij zou maar wat graag de zaken weer in de hand hebben. Op een dag krijgt Ivan een telefoontje dat hem, die taaie fruitboom van een kerel, doet wankelen. Hij blijkt een zoon te hebben, een kordaat kereltje van tien, Deedee genaamd.

Hij zei dat het hem een kort moment helemaal niks deed, die broze stem. Een seconde of zo, maar daarna was hij bang en verward en opgelaten en alert tegelijk, alles door elkaar. Het voelde alsof hij een vliegtuig bestuurde en hij moest gaan landen maar dat hij het landingsgestel niet uitgeklapt kreeg. Hij noemde het een soort vallen. En hij viel letterlijk stil aan de telefoon.

En dat voor iemand die nooit sporen achterliet. Die zijn leven tussen de pruimenbomen definitief had afgesneden. Die niets meer van zich heeft laten horen, zelfs geen kaartje meer heeft gestuurd aan zijn ouders.

M beschrijft op heel invoelende wijze de verhouding van vaders met kinderen. Hij speelt droogjes op het sentiment, weet door het klein te houden de weg te vinden recht naar het ouderhart. Is het niet geweldig hoe vastberaden een jongetje van tien kan zijn. Iemand die het nummer van zijn vader aan de telefoon van zijn moeder weet te ontfutselen en eenvoudigweg belt. Simpel, direct.

De laatste ontsnapping is een roman vol met (spiegel)reflecties. Ivan besluit om op te houden met zijn act in de nachtclub, met het zuipen en met de veelwijverij. Door de jongen wordt hij in zekere zin op de feiten uit zijn verleden gedrukt. Demonen die hij altijd zorgvuldig heeft weten te knevelen, bevrijden zich luidruchtig van hun ketenen. Hij heeft niet alleen zijn ouders achtergelaten, maar ook zijn jongere broer, iemand die tijdens het worstelen nooit aftikte, een moedige muis die wel ten strijde is getrokken in de Balkanoorlog. Met alle gevolgen van dien. M deelt hier even een enorme mokerslag uit.

De naamloze verteller komt juist los, beseft dat hij in de afgelopen kantoorjaren zich van zijn vrouw en kinderen heeft vervreemd. Wie is die man die op zondag het vlees snijdt. Iets in die trant. Kan hij de banden nog aanhalen? Tijd heeft hij nu genoeg. Maar grijpt hij die kans ook? Ivan heeft hem in elk geval iets doen beseffen.

Toen ik laatst bij hem thuis was en hij naar de vogeltjes zat te staren stond hij op, pakte me bij mijn jas en zei: Ik ben zijn vader en je zou dus zeggen dat hij me nodig heeft, maar dat is niet zo. Hij heeft niks nodig. Hij heeft alles. Ik heb hem nodig.

Er komt een uitnodiging voor een optreden tijdens een voetbaltoernooi in Zuid-Frankrijk. Ivan, Deedee, de naamloze verteller en zijn zoontje Ruben vertrekken voor een lang weekend naar het zuiden. Tegen de moeder van Deedee zeggen ze niets. Hij logeert toch al heeft vaak bij zijn vriendje. Daar aan zee zal Ivan voor de laatste keer zijn ontsnappingsact opvoeren. Ook overdrachtelijk, zoals blijkt. Hij is en blijft zelf natuurlijk ook een zoon. Dan volgen de sterkste scènes tussen Ruben en zijn vader. Het ongemak en onvermogen druipt van de pagina’s. Mooi samengevat:

Ruben: Daar ligt geld.

Zijn stem is anders, enthousiast weer. Hij wijst.

Daar, zegt hij, en ik zie een twee-euromunt op het laminaat liggen en ik buk me en wil de munt oppakken maar hij zit vastgelijmd en Ruben zegt: Jij bent echt een sukkel.

De eenentwintig hoofdstukken hebben allemaal een titel meegekregen. Beginnende bij de eerste in de geest van Johan Cruijff: Je hebt pas gevlogen als je geland bent tot en met het poëtische Een bijna onzichtbare glimlach om zijn mond. Samen vormen ze het gedicht van deze roman.

M heeft de capaciteit om lyrisch te zijn en tegelijk het detail niet uit het oog te verliezen. Het kleine geluid dat ver draagt. Hij is een mozaïeklegger pur sang. Een schrijver die complexe verhoudingen met ogenschijnlijk simpele taal weet te duiden. Als we het leven als een prop papier zien, weet M het te ontwarren en ons op de kreukels te wijzen. De laatste ontsnapping is zijn beste roman tot nu toe.

Guus Bauer

Jan van Mersbergen – De laatste ontsnapping. Cossee, Amsterdam, 224 blz. € 18,90.