Levenskunst

‘Eindelijk stierf hij toen zijn dood, de moeilijke dood.’

– Jens Peter Jacobsen

In een stuk over een boek van Frigyes Karinthy over zijn hersentumor verwees ik naar het feit dat er een heel genre is ontstaan rond autobiografische boeken over ziektes, en dus de dood. Niet helemaal vergelijkbaar – een ziekte is moeilijk op te vatten als een misdaad tegen de mensheid –, maar qua receptie is er een beetje hetzelfde aan de hand met ooggetuigenverslagen over het concentratiekamp: kun je die nog wel langs de esthetische meetlat leggen? Zo zijn de bekende stukken van Pieter Steinz over de boeken die hij herlas op zijn ziekbed en de tekeningen erbij niet voor mij gemaakt, ze zijn me te oppervlakkig, maar iemand die ziek is, moet vooral doen waar hij zin in heeft, al lijkt me het geklap bij De Wereld Draait Door de nagel aan je doodskist. In plaats van orgiën van medelijden zijn ziek zijn en sterven wellicht iets om in alle rust en eenzaamheid te doen, en als je toch nog werk voor de boeg hebt, dan het liefst in een huisje ergens in Friesland. Hoe dan ook moet het an sich mogelijk zijn om het genre te beoefenen en werkelijk iets te betekenen voor de lezers, iets universeels, oftewel iets eeuwigs. Zie Karinthy en ook de onlangs verschenen graphic novel van wijlen Peter Pontiac, Styx, bewijst dat. Onlangs werd het op deze site mooi besproken door Guus Bauer, maar ik wil me graag bij mijn collega aansluiten met een kleine overpeinzing op Halloween.

Het was niet alleen Pontiacs tekenkunst die me eens te meer trof, maar zijn spiritualiteit en zijn, wat daar nauw mee samenhangt, geestigheid. Het gaat, ook al is het zo lichtvoetig, door merg en been, of zoals Pontiac het zelf omschrijft in een in het boek opgenomen e-mail aan zijn zus: ‘Toch heb ik er aardig wat humor in weten te stoppen maar de heaviness van het geheel blijft er natuurlijk onhoudbaar doorheen sijpelen.’ De vele, weliswaar extatische e-mails doen enigszins afbreuk aan de kracht van zijn werk; niet de bittere werkelijkheid, ziekte, lijden en dood, zou moeten zegevieren, maar de kunst. Op een gegeven moment ben ik zelfs gestopt met het lezen ervan en heb me beperkt tot de mooie schetsen. Ik vrees overigens dat ook Pontiac niet zou hebben toegestaan dat de e-mails zouden worden afgedrukt, helaas heeft hij dit boek niet zelf af kunnen maken (2-0 voor de dood, zou hijzelf hebben gezegd), maar wie ben ik om daar iets over te zeggen?

‘Het boek begint ergens op te lijken, zo langzamerhand. Wel word ik regelmatig geplaagd door twijfels. “Wie zit er te wachten op geleuter over mijn lichamelijke ongemakken, ” denk ik dan bijvoorbeeld,’ schrijft hij in de genoemde e-mail. Zijn vrees was ongegrond, dit werk is transcendent; vanwege Styx staat Pontiac wat mij betreft op dezelfde hoogte als Hans Holbein en zijn Dodendans, Vincenzo Bonomini, die een kerk in Bergamo met macabri versierde, de meester van de danza macabra in Clusone, en recenter, Tim Burton en zijn film The Corpse Bride.

‘Dit gaat over de dood van de lezer(es) zelf,’ merkt Pontiac op in een van de mails aan zijn uitgever, Joost Nijsen, en dat klopt. God verhoede het, alhoewel, wie ben ik om God opdrachten te geven, maar als ik ooit op een ziekbed beland, is het wat mij betreft helemaal afgelopen met de literatuur, misschien poëzie uitgezonderd, Morgenstern of Pessoa bijvoorbeeld. Mocht er even niemand in de buurt zijn om me over mijn lot te beklagen of om over koetjes en kalfjes te praten, zal ik uitsluitend de Bijbel lezen – de verhalen zijn me vrij goed bekend, maar (her)lezen kan geen kwaad, je weet nooit waar het goed voor is –, boeken over beeldende kunst, het liefst met zo weinig mogelijk tekst, en last but not least dit boek van Pontiac, dat niet alleen tot de beeldende kunst moet worden gerekend, maar eveneens tot de levenskunst. Levenskunst komt neer op leren sterven, wat concreter gezegd misschien inhoudt dat je je bevrijdt van je demonen, iets wat Pontiac vermoedelijk al had gedaan met Kraut, dat ik binnenkort nu maar echt eens moet gaan lezen. Styx, dat Pontiac met zijn eigen bloed lijkt te hebben getekend, is een zeldzaam grootse toegift.

Johannes van der Sluis

Peter Pontiac – Styx, of: De zesplankenkoorts. Podium, Amsterdam. 184 blz. € 29,50.