Vanuit verschillende hoeken krijgen we berichten dat het wel heel toevallig is dat Mai Spijkers van Prometheus net langs kwam met de contracten voor een nieuw boek op het moment dat Astrid Roemer de P.C. Hooft-prijs toegekend kreeg per telefoon. NRC Handelsblad quotte Spijkers:

Maandag ging ik bij haar langs in Gent om de contracten te tekenen, ze deed open en zei: ‘Ik ben net gebeld, ik heb de P.C. Hooftprijs gewonnen.’ Een ongelooflijke bof voor een uitgever, zoiets.

Inderdaad een bof. Het gerucht gaat dat het boek eerst door In de Knipscheer uitgegeven zou worden, de uitgeverij die wel meer werk van Roemer heeft uitgegeven. Een ander gerucht was dat Spijkers in de afgelopen tijd de rechten van het oude werk van Astrid Roemer bij De Arbeiderspers zou hebben weggekocht. Peter Nijssen van de Arbeiderspers verwijst dat gerucht naar het rijk der fabelen:

Wij hebben geen rechten op het werk van Astrid Roemer aan Mai Spijkers verkocht. Evenmin heeft de AP (noch Lex [Jansen], noch Elik [Lettinga], noch ik herinnert zich dat tenminste) de rechten op Roemers Drieling aan Astrid Roemer zelf teruggegeven.

Wel werd ik gisteren gebeld door Aad Meinderts (bestuursvoorzitter van de Stichting P.C. Hooft-prijs). Die informeerde mij dat Mai Spijkers juist maandag jongstleden in Gent met Astrid Roemer contracten had gesloten voor oud en nieuw werk. Hij noemde dat toeval.

Dat Astrid Roemer de P.C. Hooft-prijs is toegekend (met name voor Roemers Drieling) is een daad van rechtvaardigheid.

Dat betekent in ieder geval dat Spijkers niet met de uitgeverij die de rechten bezat, de Arbeiderspers, onderhandeld heeft over de heruitgave van haar werk en dat onduidelijk is waar de rechten liggen.

In de jury voor de P.C. Hooft-prijs zaten dit jaar Pauline Slot, Sander Bax, Edzard Mik, Toef Jaeger en Karin Amatmoekrim. In het bestuur van de P.C. Hooft-prijs zetelen op dit moment Abdelkader Benali, Maarten Doorman, Gillis Dorleijn, Jan Kuijper, Ted van Lieshout, Aad Meinderts, Christine Otten en Manon Uphoff.