Michael Jackson als verdoken moslim

Met de aanslagen in Parijs en de belegering van Brussel nog vers in het geheugen, schrijf ik deze recensie over de tweede roman van Fikry El Azzouzi en besef hoe actueel het boek is. Actueel was het al natuurlijk, toen het verscheen in 2014, maar die actualiteit is de laatste weken nog wat dichterbij gekomen. Hoe kunnen jongeren zo radicaliseren? Wat is er aan de hand in Molenbeek? Is het de sociaal-economische situatie in dergelijke wijken: gebrek aan opleiding en kansen? In de Volkskrant van 27 november 2015 stond een interessant artikel waarin Peter Giesen schrijft dat de aanslagplegers juist uit de middenklasse komen en veelal bekeerlingen zijn. Hadden we Drarrie in de nacht goed gelezen, dan hadden we vorig jaar ook al zo’n vermoeden kunnen hebben.

Drarrie in de nachtDrarrie in de nacht gaat over vier Belgische pubers die nachtenlang op straat rondhangen en de nodige rottigheid uithalen. Langzamerhand raken ze in de ban van drugs, criminaliteit en de radicale islam en lonkt Syrië. Voor de goede orde: twee van deze jongens – Ayoub en Fouad – hebben oorspronkelijk Marokkaanse ouders terwijl Karim Vlaamse ouders heeft en Maurice half-Vlaams half-Ivoriaans is. Ayoub is de ik-verteller, een twijfelaar die iedereen om zich heen en vooral ook zichzelf de maat neemt. Een schrijver in de dop, ook, die rondloopt met een schriftje om zijn belevenissen op te schrijven. ‘Wil je een beetje tonen dat je slim bent? De intellectueel uithangen’, zeggen zijn vrienden. ‘Sinds wanneer ben jij Shakespeare geworden?’

De jongens noemen zichzelf ‘Drarrie’, een familiaire Marokkaanse term voor ‘jongere’ en een trotse geuzennaam voor hun soort jongens. De term geeft hen een sterke mannelijke identiteit met vaste codes en gedragingen: ‘Ik zal het je uitleggen: Je moet een beetje achteroverleunen. Je borst wat opblazen en met je rechterarm zwaaien. Je linkerhand steek je in je broekzak, die dient toch alleen om je kont af te vegen. Dat is de Drarrie-stap’, en: ‘Een Drarrie wil altijd de beste zijn.’ De zelfspot spat er vanaf: waar de jongens zichzelf uiteraard meer dan serieus nemen, geeft El Azzouzi zijn verteller de broodnodige ironie mee. Bovendien gaat onder hun stoere machogedrag een enorme onzekerheid en twijfel schuil, die een van hen zelfs fataal wordt.

Fikry El Azzouzi debuteerde in 2010 met Het Schapenfeest, een roman over de elfjarige jongen Ayoub die steeds meer in conflict komt met zijn traditionele, laaggeletterde ouders en tegen zijn wil in zijn vader zal moeten bijstaan bij het rituele slachten van een schaap. Drarrie in de nacht is het vervolg op Het schapenfeest, met dezelfde hoofdpersoon die vier jaar ouder is. De roman werd genomineerd voor de E. Du Perron Prijs 2014 en stond op de longlist van de Gouden Boekenuil 2015. Bovendien kreeg El Azzouzi voor Drarrie in de nacht en het toneelstuk Reizen Jihad de 65e Arkprijs van het Vrije Woord, een symbolische Vlaamse prijs voor personen die zich actief inzetten voor de vrijheid van denken.

Een gelauwerd auteur dus inmiddels in Vlaanderen, maar nauwelijks bekend in Nederland. En dat is jammer. Want ja, in Nederland hadden we al veel meer ‘allochtone’ schrijvers dan in Vlaanderen; schrijvers die de stem van de tweede of derde generatie verwoorden zoals Benali, El Bezaz, El Haji, Bahara en recentelijk Bouzamour, maar El Azzouzi is een waardevolle Vlaamse aanvulling op dat rijtje. Niet in de minste plaats door zijn branieachtige stijl vol straattaal en humor (‘Nu weet ik waarom Michael Jackson altijd een te korte broek droeg. Hij was een verdoken moslim.’). Maar meer nog omdat hij met die humor een sterk en genuanceerd beeld neer zet van het soort jongeren dat de aansluiting met de westerse maatschappij dreigt te verliezen en ernstig ontspoort.

Uiteindelijk wordt er een aanslag gepleegd in Drarrie in de nacht, maar die is gericht op een imam die volgens Karim niet de juiste islam predikt. Karim is een bekeerling: ‘Karim die eigenlijk Kevin heet is zo blank als een glas melk op een slaperige zondagochtend’. Voor Karim is de Islam de vlucht uit zijn werkelijkheid: door een afwezige vader en een alcoholische moeder heeft hij grote problemen met zijn afkomst. Hij stort zich met volle overgave in het geloof, radicaliseert en probeert zijn vrienden ook te overtuigen. Ayoub en Maurice spotten met hem, waardoor hij een beetje als een clown overkomt, maar het is juist dit soort jongens dat doorslaat. De Islamitisch opgevoede Ayoub, is veel genuanceerder. Hij laat de twijfel toe. Hij vraagt zich af of hij eigenlijk wel een goede moslim is, ziet in dat de kleine jihad veel belangrijker is dan de grote en ontmaskert in gedachte de bekeerlingen:

Ach, misschien zie ik het allemaal veel te groot en zijn de Drarries die naar Shaam gaan een stelletje ongeregeld die geen woord Arabisch spreken en het verschil niet kennen tussen een avondjurk en een djellaba.

Mooi aan Drarrie in de nacht is dat de vier jongens allemaal een eigen verhaal krijgen, dat El Azzouzi met elkaar in conflict brengt. Mooi is ook de toneelmatige enscenering: er heerst bijna een strenge eenheid van tijd, plaats en handeling: vier jongens in een eeuwigdurende nacht in een Belgisch spookdorp die niet weten wat ze met hun leven aan moeten. Maar het mooist is de authentieke stem die uit het verhaal spreekt, rauw, vol humor, twijfel en zelfspot.

Martijn Nicolaas

Fikry El Azzouzi – Drarrie in de nacht. Vrijdag, Antwerpen. 180 blz. € 17,50.