Overleven in de high society

Annejet van der Zijl publiceerde in 2010 Bernhard: een verborgen geschiedenis, een boek waarin zij een menselijk portret schilderde van de vader van prinses Beatrix en nog een heleboel andere dochters. Tijdens het onderzoek voor dat boek stuitte zij op de Amerikaanse socialite Allene Tew (1872-1955). Van deze vrouw wordt vaak aangenomen dat zij Bernhards tante was, maar in werkelijkheid was er geen sprake van een bloedband. De steenrijke Allene fungeerde als een suikertante die de relatief verarmde Bernhard de schijn van rijkdom gaf. Van der Zijl was zodanig van Allene onder de indruk dat zij haar tot onderwerp maakte van haar nieuwste biografie, die overigens een prijs verdient voor best gekozen titel, want wat ligt daarin toch een prachtige paradox besloten.

Annejet van der Zijl prinsesHet is best een risico, een levensbeschrijving van een onbekende, historisch gezien weinig relevante figuur. Bijzonder aan De Amerikaanse prinses is dat de hoofdpersoon helemaal niet zo bijzonder is. Allene leeft in grote weelde, koopt grote huizen, richt ze in met dure meubels en is veelvuldig op reis. Ze is ook erg aardig voor haar vertrouwelingen en doet het een en ander aan liefdadigheid, zoals veel vrouwen in de high society. Haar claim to fame in de Nederlandse geschiedenis is dat zij een bescheiden rol speelde in het aan de man krijgen van de latere koningin Juliana en dat zij een van Beatrix’ talrijke peetouders was.

Van der Zijl is duidelijk erg onder de indruk van de overleversmentaliteit van haar onderwerp, want zij benadrukt erg vaak hoe Allene zich nooit gewonnen gaf en haar leven steeds een andere wending wist te geven. Daar valt het nodige op af te dingen. Allene komt inderdaad de nodige tegenslagen te boven, met als dieptepunt het verlies van haar kinderen. Maar dat maakt haar niet uniek. De manieren waarop Allene tragedies te boven komt, zoals emigreren, investeren en hogerop trouwen, zijn niet voor iedereen weggelegd. Hoewel geld niet gelukkig schijnt te maken, stel ik me zo voor dat een straatarme, verweduwde Ierse migrante het heel wat zwaarder zal hebben gehad na de dood van de voor haar levensonderhoud noodzakelijke kinderen. Van der Zijl lijkt Allene te willen portretteren als een inspirerend voorbeeld van een zelfstandige vrouw met veel doorzettingsvermogen. Maar is het echt zo bijzonder om zelfstandig te zijn als je economisch compleet onafhankelijk bent? Is een hedendaagse figuur als Paris Hilton dan ook een overlever?

De Amerikaanse prinses moet het dus niet hebben van de op afstand blijvende hoofdpersoon. Het is desondanks toch een ontzettend fijn boek geworden. Dat komt vooral doordat Van der Zijl haar hoofdpersonage succesvol gebruikt als een vehikel om allerlei fascinerende geschiedkundige gebeurtenissen tussen pakweg 1870 en 1950 aaneen te rijgen. Allene mag dan zelf niet zo vreselijk interessant zijn, de tijden waarin zijn leefde zijn dat wel. De kracht van dit boek is dat het een zeer interessant, goed geschreven venster biedt op de Amerikaanse geschiedenis, waarbij bovendien ruimte is voor uitstapjes naar Europese gebeurtenissen. Aan bod komen onder andere de Grote Depressie, de beide wereldoorlogen en de industriële revolutie, al is het met een dergelijke aanpak logisch dat zulke gebeurtenissen soms wat oppervlakkig worden behandeld. Dat Allene weinig meer was dan een passant in die tijden doet geen afbreuk aan dit verhaal dat – en ik verontschuldig me voor dit vaak als verkooppraatje misbruikte compliment – leest als een meeslepende roman.

Lucas Zandberg

Annejet van der Zijl – De Amerikaanse prinses. Querido, Amsterdam, 278 blz. € 22,50.