Hees van woede

Maarten Goethals is teleurgesteld vanwege de geringe en armelijke aandacht die poëzie krijgt. Hij schreef een requiem voor de poëzie. Wereldgedichtendag? Valse viering! We weten het: bundels verkopen niet; de dichtkunst lijkt verdwenen uit het maatschappelijk leven. Het lijkt anders, denkend aan de landsdichters, stadsdichters, dorpsdichters, jeugddichters van A tot en met Z, maar dat is schijn.

Wie leest er nog poëzie? Ach, het is niet nieuw. Misschien van alle tijden. ‘Van dichten comt mi cleine bate’. Dichters behoren tot een sekte, met een kleine, soms fanatieke aanhang. Goethals is zo bitter omdat hij, waarschijnlijk vol goede moed, zijn bundel componeerde en liet uitgeven in 2014. Nu, maart 2016, schreef hij zijn requiem, dat eindigt met de afkondiging van het einde van de poëzie. Dood aan de poëzie!

Goethals moet niet zeuren. Er zijn nog steeds dichters en die blijven komen. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Steeds nieuwe dichters, omdat het moet, omdat ze de noodzaak voelen te schrijven en te publiceren. Sommigen zullen populair worden (zoals nu bij voorbeeld Marieke Rijneveld, vierde druk voor haar bundel Kalfsvlies; altijd enkelingen), sommigen zullen teleurgesteld afhaken. Dat zijn niet de echte dichters. Zij wilden opvallen en toen lukte het niet, omdat hun balletje niet in het juiste gaatje viel van de roulette, die de publieke aandacht is. Dat hoeft niet te betekenen dat ze geen kwaliteit hebben. Ik ken goede dichters die niet gelezen worden.

Hoe zal het Goethals vergaan? Ik vermoed dat hij niet gelezen zal worden, maar dat betekent niet dat hij geen kwaliteit heeft. Goethals schrijft uitgepuurde gedichten, ritmisch, klankrijk, vol betekenis. Hij ziet kans grote emotie, bij de dood van een vriendin door een auto-ongeluk in Egypte, neer te zetten in gebeitelde taal.

Sterven

blijft een oud zeer, een duivels dialect: zonder regels

zonder stoet of stad.

Het woord ‘dialect’ verwijst geraffineerd naar de eerste strofe van dit gedicht, ‘De meerkoet’:

Je nam al langer afscheid.

Laatst nog van jezelf

in de hallen van onze moedertaal.

In het derde deel van een veelluik schrijft hij over ‘Ik-‘:

Hees. Verbannen, opgehangen.

Mijn vel versteend, mijn lijf: uitgehouwen

als toga en pak.

Aan mijn voeten

verglijdt het lood uit het leven, een drassige nacht

van glas. De aarde bonkt, bloedt – en ik, amper weerstand

(en wiegend)

waad in mijn arme woede.

Hees van woede.

Hij mag van mij de overdaad aan alliteraties schrappen, maar verder vind ik de gedichten krachtig en indringend.

Maarten Goethals – Hees. Vrijdag, Antwerpen. € 16,50.