Afgelopen woensdag is schrijver en dichter Ferdinand Langen overleden. Hij is 97 geworden (komende week zou hij zijn 98-ste verjaardag vieren. Langen, geboren in de gemeente Eenrum onder de naam Egbertus Pannekoek, debuteerde als Ferd. Langen in 1938 het christelijk letterkundig tijdschrift Opwaartsche wegen met het verhaal ‘De leerling leert‘. Het pseudoniem Ferdinand Langen nam hij over als zijn officiële naam. Niet lang daarna verscheen ook zijn poëziedebuut: ‘Projectie’.

PROJECTIE

De zonden der aarde staan in de daaglijkse krant,

zwaar zwart op wit en met foto’s op de achterkant.

Mijn zonden zijn zo zandrig klein

een beetje burgerlijk venijn,

een koffieleugentje tegen Katrijn,

een brandewijntje met suiker vind ik ook wel fijn,

maar dat kan ook wel geen zonde zijn,

ik heb niet veel sympathie voor broeder Altena

en het is ook waar dat ik wel eens achterna

met mijn ellebogen werken ga

en ook nog wel eens na sla

de vette bladen uit het bibliotheekboek,

maar overigens ben ik zo goed,

zo goed, zo goed.

Toen Gods licht geplaatst werd achter mijn zonden,

heb ik ze op het werelddoek groot teruggevonden.

Mijn zonden staan in de daaglijkse krant,

zwaar zwart op wit en met foto’s op de achterkant.

De licht ironiserende stijl in gewone taal hoorde typisch bij Langen, die als twintiger in Groningen contact kreeg met collega’s als A. Marja (wiens practical jokes hij vaak helemaal niet leuk vond), Koos Schuur en Ab Visser, met wie hij ook de Groninger kunstkring Het drieluik oprichtte. Inde oorlog en vlak daarna was Ferdinand Langen een belangrijke figuur bij tal van literaire tijdschriften. In De vrienden van weleer. Schrijvers en tijdschriften tussen 1945 en 1948 geeft Piet Calis een portret van deze letterkundige duizendpoot.

In 1990 trad Langen nog eens op met enkele oud-gedienden in Groningen. Gertjan van Schoonhoven, destijds verslaggever van het Nieuwsblad van het Noorden, merkt op ‘De middag had iets van: voor ’t laatst.’ Dat was meer dan een kwart eeuw te vroeg voor Langen die geïnteresseerd bleef in de nieuwste literaire ontwikkelingen. Nick ter Wal bezocht het echtpaar Langen nog regelmatig en Langen bleek niet alleen nieuwsgierig te zijn, hij kon ook putten uit een fenomenaal geheugen. Ter Wal kon enkele anekdotes gebruiken voor het boek Literaire wandeling Groningen, maar werd ook terecht gewezen toen hij een foutje maakte. ‘In de eerste druk had ik, met de hardnekkige nonchalance van een atheïst, twee geloofsrichtingen verwisseld en de aanstaande schoonvader van Ab Visser bestempeld als een gereformeerde.’ Hij kreeg een briefje van Langen:

Gereformeerden krijgen bijna altijd overal de schuld van en daarom ben ik blij dat jullie Edith nu een katholieke vader hebben gegeven. Zij had trouwens ook een katholieke moeder en een katholieke zuster en zij was zelf ook katholiek. Ab Visser stak zijn hand dus wel in een rooms wespennest en werd dan ook behoorlijk gestoken.

De crematie van Ferdinand Langen zal, zo blijkt uit de rouwadvertenties in de Volkskrant en NRC Handelsblad, in stilte plaatsvinden.