Arty-farty

Bij het eerste gedicht dacht ik: dat gaat goed, maar later: er staan te veel babbelgedichten in Zondag acht dagen van Max Temmerman. Bij voorbeeld het tweede gedicht van de bundel:

‘Het regende oude wijven toen ik vannacht strandde

halverwege Antwerpen en zijn brokkelige rand.’

en even verder:

                                                        ‘(In het Frans

heet een vuurtoren un phare, schoon Vlaams is dat

voor de grote lichten van mijn wagen waarin onze kater

steevast pleegt op te dagen.’

en, nog in het zelfde gedicht:

‘Soms loop ik in het donker de tuin in,

tussen bomen en struiken op zoek naar wat ik had.

Soms ook koester ik in het adresboek van mijn gsm

de namen van mensen die ik niet meer ken.’

Ook het gedicht ‘Oude Belgen’ op p.43 lijkt eerder een fragment uit een column:

De fluimen die ze ophoesten sieren als schuimkragen

de grond van hun vaders. Hun hele leven hebben ze

gewerkt,

nog harken ze dagelijks hun oprit aan,

het lichtblauwe grind dat nooit ligt zoals het moet.

8Ja, metaforen vind je ook in columns. De vergelijkingen en de metaforen van Temmerman zijn niet altijd even gelukkig: ‘bloedspatten van aangereden wild als vloeibare confetti; platanen die vervellen tot rekeninghouders van overmoedige seizoenen; een omgeving die op ons inwerkt als een aanhoudend bombardement van overmoedige seizoenen.’

Veel gedichten zijn verhaaltjes of kleine columns, zonder verrassende of vreemde observaties. De metaforiek zou ze tot poëzie moeten verheffen, maar de metaforen zijn te voor de hand liggend of te bedacht of te raar.

‘wie zorgt er dan voor de beelden achter onze ogen?

We moeten blijvend over hen waken opdat zij

als vaders op ons neer kunnen kijken.’

en

‘We geven vorm hoe de vork in de steel

alvorens die zelf uit te vinden,

getand, buigzaam, los in de hand.’

In het slotgedicht ‘Danse macabre’ valt de dichter de mensen aan die aan de kant blijven staan bij een carnavalsstoet, ‘de neuzelende profeten die niet durven en lamlendig aan / het recenseren slaan’. Hij gebruikt daarbij de term ‘arty-farty’. Ja, dacht ik, dat is het: hij probeert te hard om zich te verbinden met serieuze poëzie en wordt daardoor flauw en vervelend.

Remco Ekkers

Max Temmerman – Zondag acht dagen. Vrijdag, Antwerpen. 80 blz. € 15,00.