Een kleine stap kan grote gevolgen hebben

Het is 2008 en de achttienjarige Claire zit in een gemengde halfopen instelling, een soort gevangenis met veel praattherapie. Haar begeleider Melissa heeft haar opgedragen om haar herinneringen maar eens haarfijn op te schrijven. Tjeerd Posthuma, dramaturg bij Theater Bellevue te Amsterdam, is uit 1991 en dus pakweg van dezelfde leeftijd als de protagonist in zijn debuutroman Stad van goud.

posthuma-stad-van-goudDe titel refereert aan de Vinex-wijk waar Claire met haar welwillende ouders opgroeit. Klatergoud, zoals wel blijkt uit haar fijn droge verslag met speldenprikjes. Vooruitwijzingen die de spanningsboog redelijk strak houden. (Wat is er met haar jongere broer Orville gebeurd, die duidelijk niet meer onder de levenden is?) Al zijn die niet zo heel erg van belang, want de wrijving komt direct uit de beschrijvingen van de onderlinge relaties, van het leven ‘met veel vooruitzichten’ in de nieuwbouwwijk.

De buitenpost die eigenlijk sinds de jaren zestig van de vorige eeuw een bevreemdend karakter heeft. En dat komt eigenlijk doordat een dergelijke wijk niet beklijft. Na een paar decennia zijn alle gebouwen alweer afgebroken en vervangen, de plantsoenen zijn veranderd, de paden verlegd. Eigenlijk kan men er niet echt aarden. De nieuwbouwwijk die opnieuw een nieuwbouwwijk wordt.

Posthuma maakt adequaat gebruik van de verschillende tijden. Het verslag is voornamelijk in de tegenwoordige tijd geschreven. Mooi kort op de woorden, zeer geloofwaardig ook wat betreft het taalgebruik van een meisje dat zichzelf zeer intelligent vindt, maar ergens ook al haar beperkingen kent. (Al wil ze dit alleen schoorvoetend toegeven.) Posthuma weet de herinneringen goed te verwerken. Je hebt werkelijk geen moment het idee dat er een flashback tussen is geplakt. Geen platte anekdotiek. De overgangen naar de verleden tijd zijn heel natuurlijk. Een fijne chronologie.

Claire tracht zich vast te klampen aan haar ‘thuisbasis’, probeert verklaringen te zoeken. Bij haar omgeving, bij anderen, maar ook – tegen jeugdige heug en meug in – bij zichzelf. Ze heeft moeite met het schrijven, maar is toch een goede observator. Van haar jeugdherinneringen, van de relatie tussen en met haar ouders, van de omgeving van de instelling.

Op mijn kamer staat een tafel van IKEA. Er zitten donkere inktvlekken in, waarschijnlijk een stift die door het papier heen is gekomen. Waar ik zit is de afdruk van tanden te zien. En ik weet niet of aan deze tafel de een eerst zat te tekenen en daarna de ander zich in het hout zat te verbijten.

In de hele roman ‘strijden’ oud en nieuw. Claire heeft moeite om het nieuwe te adopteren, omdat het steeds weer vernieuwd. Posthuma heeft haar een sterk idioom gegeven, waarbij je als vanzelf een hekel krijgt aan het therapeutengeleuter van Melissa, vooruit, het jargon van de straathoekwerker, juist omdat het mondjesmaat wordt gebruikt. De leiding wil alles zo nodig duiden, maar er blijven natuurlijk veel vragen over. En dat heeft ook iets moois. Claire spreekt de lezer weleens aan. Een gewaagd stijlmiddel, maar het kan, voornamelijk omdat de vorm goed tot aan het einde is volgehouden.

Claire is in een draaikolk geraakt, is op – in haar ogen – grote schaal gaan dealen in wiet en hasj. Is vaak ‘met de schrik vrij gekomen’. Een gevoel dat haar juist heeft aangejaagd. Het is al heel wat dat ze de eerste stap in het woeste water heeft weten te achterhalen, het moment waarop ze in die wereld is beland. Zoals altijd een momentopname, een beslissing van een seconde die eerder onbewust wordt genomen. Een kleine stap kan grote gevolgen hebben. Het leven wordt binnen enkele seconden beslist.

Het voordeel van het positioneren van de verteller in een dergelijke besloten gemeenschap, is dat je als schrijver de onderlinge strubbelingen goed kunt laten zien. En er tevens de herinneringen, de jeugd en de buitenwereld mooi terloops aan kunt koppelen. Stad van goud is een typisch Nederlands boek, maar daar is ditmaal niets op tegen. Heldere taal en een goed uitgedachte vorm.

Guus Bauer

Tjeerd Posthuma – Stad van goud. Thomas Rap, Amsterdam. 256 blz. € 17,99.