De kinderen van Ghandi; een boeiende queeste

‘Een duimdikke paperback voor een euro of twintig te veel met op de voorkant schreeuwerige kleuren (…), met op de achterflap een blurb waarin de uitgeverij de schrijver lauwert als een literaire sensatie.’ Met een gezonde portie kritiek start Stefan Popa De verovering van Vlaanderen. Zijn boek, twee forse duimen dik, mét een cover vol schreeuwerige kleuren en vol blurbs, beslaat Alco’s bizarre queeste. Popa slaat met zijn roman succesvol een nieuwe weg in: de weg van de literaire komedie.

Alco van Puffelen is samen met zijn vader uit eten wanneer hij voor de zoveelste keer het gevoel heeft dat hij ‘er niet toe doet’. Plotseling slaan de stoppen door en besluit Alco te laten zien dat hij wel degelijk iets kan. Met zijn grote voorbeeld, Adriaen Jans, in zijn achterhoofd vertrekt hij uit Amsterdam in de richting van België. Zijn doel? Van Nederland en Vlaanderen De Nederlanden maken. Met overdreven veel zelfvertrouwen stapt hij in de trein op weg naar zijn overwinning.

vlaanderenUiterst gedetailleerd beschrijft Popa het levensverhaal van zijn Don Quichot; Alco. Veel aandacht schenkt hij daarbij aan de typering van deze bijzondere man, zonder een volledig uitgewerkt personage neer te zetten. Het gevolg is een zeer consistent, hier en daar overdreven, emotioneel onaantastbaar voorvechter van het bizarre ideaal. Zijn gedachtegangen en gedragingen zijn zo overdreven en tegelijkertijd zo vol zelfvertrouwen dat ze zeer aanstekelijk werken: ‘Leden van de Groep van Acht: maak er G9 van, want wij voegen ons bij jullie. Of nee, jullie voegen je bij ons! Er is geen ontkomen meer aan.’ Alco gaat De Nederlanden redden. Hij zál geschiedenis schrijven. Echt waar.

Wanneer Alco zijn compagnon, zijn Sancho, Stan (Standeman) ontmoet, lijkt het bizarre verhaal compleet. Als ware helden op weg naar hun overwinning reizen de mannen soms vergezeld door ware Larpers door België om de goede boodschap over te brengen. Compleet verblind door elke vorm van tegenslag laveren zij door Vlaanderen; drinkend, ‘vechtend’ en feestend. Wanneer het Alco allemaal niet snel genoeg gaat, besluit hij de hulp in te roepen van De Vlaamse Vijf (de hedendaagse Grote Drie?). Zij zullen samen met hem geschiedenis schrijven, daarvan is Alco overtuigd.

Gedurende lange tijd kan De verovering van Vlaanderen louter gelezen worden met een lach. De enorme zelfverzekerdheid van Alco, zijn ietwat bizarre maatje Stan en hun bijzondere relaas zorgen voor veel vertier. Humor zit hem enerzijds in de grote gebeurtenissen, maar ook in de kleine dingen:

Zo is het de straatmuzikanten in Leuven verboden om vals te zingen. Amsterdam, lezen we mee?

Vaak raakt Popa hierbij de juiste snaar: zijn humor is impliciet, goed gevonden en écht grappig. Helaas slaat hij op diverse plaatsen de plank volledig mis:

In dit deel van Vlaanderen liggen veel plaatsen met broek. (…). Al deze broeken zijn te danken aan vroeger. Door de Franse bemoeienis werd door de inheemse bevolking flink getwijfeld over wie hier nu wel niet de broek aan had.

Toch vormen die minder geslaagde grappen niet echt een pijnpunt. Gedurende Alco’s relaas en overdreven plannen passeren tal van kleine maatschappijkritiekvolle elementen of simpele Hollanderskritiek de revue:

In Nederland bestaan geen taalregels meer’, antwoord ik. ‘Nee, dat lieg ik: ze zijn er wel, alleen begrijpt niemand ze. Als we heel lang iets fout zeggen, dan wordt het vanzelf goed.

Het lijkt Popa’s weg voor ongezouten kritiek op onze huidige maatschappij. Met goedgevonden, kleine tegelijkertijd snedige opmerkingen houdt hij de Nederlander, evenals een enkele Belg een spiegel voor. Dit combineert hij met tal van andere herkenningspunten. Met geschiedkundige gebeurtenissen en hedendaagse herkenningstunes, ‘Ik moest kloppen, want de bel doet het niet’, maakt Popa van een bizar verhaal een feest der herkenning.

Een ander punt, wellicht het enige échte pijnpunt, lijkt de omvang van De verovering van Vlaanderen. Na tweehonderd pagina’s zegetochten voeren met de Grote en de Kleine ontstaat leesmoeheid bij de lezer. Het humoristische tafereel, Alco’s op klassieke en tegelijkertijd moderne wijze vormgegeven queeste, boeit, maar duurt simpelweg te lang om boeiend te blijven. Alco’s onverminderde overwinningsdrang en zijn niet-realistische geloof in de goede afloop worden ‘normaal’ en zorgen niet écht meer voor verrassingen.

Af en toe voegt Popa herinneringen van Alco toe. Het lijken prettige onderbrekingen in een verhaal dat dreigt te gaan kabbelen. Echter, veel kunnen ze niet uitmaken. Louter de toevoeging van de goed uitgewerkte Vlaamse Vijf brengt écht nieuw leven in de queeste. Helaas voor hen, en voor de lezer, krijgen ze slechts een kleine rol toebedeeld in het omvangrijke verhaal.

Tegen de laatste pagina’s zet Alco met zijn kleine Belg, nog steeds heilig overtuigd van zijn missie, koers naar Frans-Vlaanderen, om te eindigen in Brussel. Met een mooi afgerond slot sluit hij zijn zeer pleidooi. Zeer vermakelijk, maar wat fors van formaat. ‘Het is nu aan u. Ik ben hoofdpersoon af.’

Marloes Otten

Stefan Popa – De verovering van Vlaanderen. Marmer, Baarn. 422 blz. € 19,95.