Schaamte en vrouwelijkheid

Vroeger mocht ik van mijn studenten niet zeggen dat er geen klein verschil was tussen vrouwen en mannen. Het was in de tijd dat men krampachtig probeerde uit te leggen dat de verschillen door de opvoeding vergroot werden. Ik vertelde het bekende verhaal over ouders die hun zonen poppen gaven en hun dochters auto’s ‘en wat denk je dat er gebeurde?’ Er waren groepen bij die zelfs agressief werden. Ik herinner me een groep meiden rondom een nogal vrouwelijke man die me demonstratief en schamper uitlachte. Het waren de jaren tachtig. Later werd het weer mode om vrouwelijkheid te benadrukken en toe te geven dat de hormoonhuishouding etcetera nogal wat consequenties had voor allerlei gedragingen. In die zin is het boek van Marja Pruis, Genoeg nu over mij, niet vernieuwend. Ook niet in de aandacht voor vrouwelijke seksualiteit à la Beyoncé. Pruis houdt van brede heupen en volle borsten, van vrijgevochten vrouwen. Ze vindt Mulholland Drive van David Lynch vooral mooi vanwege de lesbische seksscènes.

De titel heeft te maken met een typisch vrouwelijke eigenschap: schaamte. Ik kom in ieder geval meer vrouwen tegen die zich zeggen te schamen, dan mannen, die overigens vaak schaamteloos zelfverzekerd zijn of lijken. Wat is schaamte eigenlijk? Het onaangename gevoel dat je krijgt als je iets verkeerds hebt gedaan of gezegd. Soms wil je iets verbergen vanwege een stomme fout. Soms ga je dan blozen als je betrapt wordt. Zou het komen door de opvoeding – toch de opvoeding – dat meisjes geleerd wordt zich aan te passen, terwijl jongens in opstand mogen komen? Schaamte zou een gebrek aan empathie met jezelf zijn of een te veel aan empathie met de ander. Het is natuurlijk allemaal veel ingewikkelder, dat weet Pruis ook. Je kunt je schamen over een daad en er tegelijk trots op zijn. Je heb bijvoorbeeld iemand een trap gegeven of je hebt je minnaar gedumpt. Darwin schreef: ‘Idioten schamen zich niet.’ Pruis citeert ook Louis Tas die beweert dat schaamte de emotionele reactie is op de angst voor afwijzing. Hmm.

De schaamte bij Pruis heeft vooral betrekking op het exhibitionisme dat nu eenmaal kleeft aan het schrijven; zeker het schrijven van columns of essays, waarbij de schrijver vertrekt vanuit haar of zijn gevoel, emotie, mening. Leslie Jamison schreef een essay ‘Enough of Me’. Waarom schrijf je eigenlijk? Pruis haalt Patricia de Martelaere (over wie ze een prachtig boek schreef) aan: ‘Ik schrijf om geschreven te hebben.’ Zelf schrijft ze in Genoeg nu over mij: ‘Ik ben gaan recenseren omdat ik pas weet wat ik vind als ik ga schrijven.’ Je schrijft om er achter te komen wat je bezig houdt; om niet te vergeten dat je een dag heeft geleefd. Bij Pruis speelt braafheid ook een rol; ze moet van zichzelf haar best doen om een beter mens te worden. Ze moest groeien in zelfbewustzijn. Zij is verlegen en onzeker, maar tegelijk ambitieus en dapper. Onzekerheid is er om te overwinnen. Overigens lijken mannen vaak vanzelfsprekend zelfbewust, soms schaamteloos blind voor hun gesprekspartner. Pruis vertelt over een vrouw die een spraakmakend boek had geschreven. Ze wordt, met haar vriendin, apart genomen door een man die haar vraagt of ze ook wel eens iets heeft geschreven. Hij luistert nauwelijks naar haar antwoord en begint over het spraakmakende boek, dat hij kent via een bespreking. Het dringt niet tot hem door dat hij dit vertelt aan de schrijfster er van. De vrouw lacht hem niet uit. Ze is vooral stupéfait. Haar vriendin houdt het niet meer en vertelt het, maar de man valt maar even stil en ratelt dan weer verder. Dat is een typisch verschil! Gebrek of overmaat aan zelfvertrouwen. Je kunt dan maar beter een gebrek hebben. Het supervoorbeeld van een man die een overmaat heeft, is de huidige president van wat eens een redelijke staat was.

Het boek van Pruis bestaat uit vijf delen: ‘Kijken naar mezelf’, ’Kijken naar anderen’, ‘Lekker lachen’, ‘Schaamte en andere intimiteiten’, ‘Waarover je het niet hebt’.
Vrouwen zouden geen humor hebben. Cabaretiers waren vaak mannen, maar dat verandert. Claudia de Breij moet onder andere genoemd worden. De mannen als Theo Maassen, Youp van ’t Hek en Hans Teeuwen zijn vaak zeer grof. Wat zij over vrouwen en hun kut te vertellen hebben, is niet leuk, hoewel ook vrouwen om hen kunnen gieren.

(Dichters waren meestal mannen, maar dat is veranderd.)

Marja Pruis is vertegenwoordigster van de tweede golf van het feminisme, dat wil zeggen ze ging studeren in de jaren tachtig en haar persoonlijke ontwikkeling werd bepaald door het feminisme. ‘Als ik tien jaar eerder was geboren was ik waarschijnlijk communist geweest, ontvankelijk als ik was voor een beweging met een doel en enig vlagvertoon.’

De epiloog van haar verzameling columns en beschouwingen is hilarisch. Het gaat over de vrouwelijke blik in de fotografie. Is het mogelijk om aan een foto te zien of deze is gemaakt door een vrouw of een man? (In mijn poëziegroep proberen we altijd uit te maken of het anoniem aangeleverde gedicht is geschreven door een man of een vrouw. Soms lukt het een goed antwoord te geven.) Arjan de Nooy zou op een markt een vergeten feministisch fototijdschrift hebben gevonden. Marja interpreteert de foto’s als typisch vrouwelijk. Dan moet ze een discussie leiden over vrouwelijke fotografie en hoort na afloop tot haar verbijstering dat het allemaal nep is. De Nooy heeft alles zelf gemaakt. De foto’s blijken stills uit een oude pornofilm. Marja is slachtoffer geworden van het feministisch discours. Ze was gewend geraakt aan het bijbehorende interpretatiekader en daardoor voorzien van oogkleppen. Hoe we kijken, wat we zien, hoe we betekenis geven. ‘Hoezeer betekenis wordt gecreëerd door een context.’

Remco Ekkers

Marja Pruis – Genoeg nu over mij. Confessies van een ervaren schamer, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. 277 blz. €