We hebben het opgewonden standje Maxim Hartman (‘Het doet mij denken aan een vreemde ijlbui die je in de ochtend kunt hebben na een avond zwaar zuipen.’) gehad. We hebben de openlijke naïeve Hanneke Groenteman (‘Ken ik niet, ook al heeft hij drie romans en een bundel columns op zijn naam staan.’) gehad. We hebben grapjesmaker Katinka Polderman (‘Het zou een prachtige kaft zijn voor een roman over een jongeman die in de spouwmuur een cahier met antieke pindakaasrecepten vindt. Maar nee, het is een kookboek.’) gehad. En gisteren verscheen de laatste aflevering van de 10 bladzijdenrecensiesrubriek van grapjesmaker Jeroen van Merwijk (‘Zeer goed boek. Denk ik. Met name als je het ondersteboven leest…’).

De volgende rubriek verschijnt op 10 juni en de boekenclown van dienst wordt Annemarie Oster. Benieuwd hoe vaak we dan weer zullen lezen dat ze de dochter is van van Ank van der Moer en Guus Oster.

Is er nou niemand bij de Volkskrant die hardop durft te zeggen dat het misschien een leuk idee leek, maar dat het in de praktijk een rubriek werd waarin schrijvers geschoffeerd werden ter meerdere eer en glorie van de gelegenheidsrecensent?