Op zijn weblog Woest en Ledig kaart recensent Joep van Ruiten een heikel punt aan. Hij las in het Dagblad van het Noorden een (van het AD overgenomen) interview met Maarten ’t Hart naar aanleiding van de verschijning van een verzameling essays van ’t Hart. Verslaggever Annemart van Rhee stelt wel vragen als ‘Worden essays nog wel gelezen?’, maar stelt geen enkele inhoudelijke vraag over de essays in het boek. Joep van Ruiten:

Waar het mij om gaat is dit: Het geeft geen pas bij een schrijver op bezoek te gaan om hem voor een krant te interviewen over een te verschijnen boek en vervolgens niet de moeite te nemen dat boek ter voorbereiding te lezen. Het boek hoeft niet helemaal gelezen te worden – het liefst wel – het hoeft ook niet begrepen te worden. Maar een beetje interesse in wat die schrijver doet en beweert, en waarom, dat mag niet te veel gevraagd zijn.

Als dat wel zo is, had er beter een advertentie in de krant kunnen staan. Dezelfde twee pagina’s tegen het reguliere tarief.

Het is wel moedig van Van Ruiten om dit punt onder de aandacht te brengen omdat hij hiermee kritiek op een collega en zijn eigen krant uit. En toch is het noodzakelijk om te doen:

Ik vind het zorgelijk en verontrustend dat dit soort stukken, waarin iedere vorm van inspanning ook nog eens wordt ontmoedigd, steeds meer ruimte krijgt, en niet alleen in Dagblad van het Noorden. Zorgelijk en verontrustend voor zowel journalisten, schrijvers en andere kunstenaars, vooral voor lezers. Omdat op deze manier niemand nog serieus wordt genomen.

We moeten zeggen: Hear, hear! Lees het hele stuk van Van Ruiten hier.

(foto via Flickr Commons)