Uit de erfenis van de vorig jaar overleden schrijver Jaap Harten (1930-2017) krijgt zowel het Literatuurmuseum in Den Haag als het Stedelijk Museum in Amsterdam een legaat van een miljoen euro. Dat hebben beide musea vandaag bekendgemaakt.

‘Een schitterend geschenk,’ zegt Jan Willem Sieburgh, interim-directeur van het Stedelijk. Hij ziet het legaat als een bewijs van de reputatie van zijn museum. Eerder steunde de in 1988 door de schrijver en zijn partner, de schilder Oskar Lens (1930-2017), opgerichte Stichting Jaap Harten Fonds al publicaties van het Amsterdamse museum.

De directeur van het Literatuurmuseum, Aad Meinderts, spreekt van ‘een prachtig gebaar’: ‘Juist in een periode waarin het museum zich oriënteert op nieuwe huisvesting en de museale herinrichting zelf zal moeten financieren, is het bedrag een heel bemoedigend begin.’ Harten was van 1960 tot 1974 in dienst van het museum waar hij zich onder meer bezighield met de ordening van letterkundige archieven. Meinderts: ‘Jaap heeft ook zijn eigen literaire archief aan het museum vermaakt. Daarin bevinden zich foto’s, handschriften van eigen werk en brieven van onder andere Frans Kellendonk en Gerard Reve.’

‘Jaap Harten had een grote liefde voor moderne kunst en vormgeving, die zich’ zegt Sieburgh van het Stedelijk, ‘ruimschoots in de collectie van het museum bevinden.’ Harten debuteerde in 1954 met de dichtbundel Studio in daglicht. Zijn bekendste roman is De getatoeëerde Lorelei uit 1968. In 2011 verscheen zijn verzameld werk. Hij overleed op 2 december vorig jaar.