‘Zeiken kan iedereen, maar schrijven niet’

‘Dat de heer F. de Rover zaagsel in zijn mond proeft komt doordat de heer F. de Rover een gaatje in zijn hoofd heeft waardoor zijn hersens in zijn mond zijn gelopen.’ Als boeken van L.H. Wiener onheus worden besproken, dan deinst hij er niet voor terug om een ingezonden brief te schrijven, met zinnen als de vorige waarin hij Frans de Rover, criticus van Vrij Nederland, belachelijk maakte. Als Wiener woedend is, berg je dan maar, dat hebben de lezers van zijn stukken hier op Tzum al lang gemerkt. Voor de buitenstaander zijn dit soort vileine uitvallen juist uiterst vermakelijk. Als hij Geerten Meijsing uitnodigt voor een boekpresentatie eindigt hij met de zin: ‘Connie Palmen komt niet, dus de airconditioning kan uit blijven.’

L.H. Wiener heeft duizenden brieven geschreven en de bundeling Fallen Leaves bevat slechts een klein deel van de achttien ordners vol kopieën die de auteur bewaard heeft. De brieven beslaan de jaren 1966 tot en met 2016 en mede dankzij korte inleidende stukken bij de vier perioden waarin het boek is opgedeeld krijg je een mooi overzicht van het werk en leven van de schrijver uit Haarlem. Van zijn eerste verhalenbundel Seizoenarbeid die door de rechter uit de schappen van de boekhandel werd gehaald tot aan de toekenning van de F. Bordewijkprijs voor zijn terecht bejubelde roman Nestor; van zijn voorzichtige start in het onderwijs tot de bevlogen leraar aan het Stedelijk Lyceum die door gruwelijke onderwijsvernieuwingen bijna geknakt was; van zijn mislukte huwelijk tot aan de oud-leerlinge die hem zijn kinderen schonk, tot aan vaste vriendin voor het leven. De fans van Wiener, deze schrijver heeft een hechte lezersschare die alles van hem verzamelt, kennen de verhalen en personen al uit zijn boeken, want daarin mythologiseert hij zijn eigen bestaan en dat van zijn familie en vrienden. Fallen Leaves is in die zin onderdeel van een oeuvre dat steeds verder uitdijt en waar je op elk willekeurig moment kunt instappen.

Als lezer kennen we de polemische en opvliegende kant van Wiener erg goed, maar in deze bundeling komt ook de aardige kant van Wiener duidelijk naar voren, bijvoorbeeld in brieven aan leerlingen van hem die ziek zijn of in brieven over vrienden die hij verliest. Zo schrijft hij ook een aardige brief om A.L. Snijders een hart onder de riem te steken als diens werk verramsjt wordt. ‘Dus: schrijven en niet zeiken, want zeiken kan iedereen, maar schrijven niet.’ Zo is het. En gelukkig bleef Snijders schrijven. Fallen Leaves is een prachtige uitgave.

Coen Peppelenbos

L.H. Wiener – Fallen Leaves. Atlas Contact, Amsterdam. 560 blz. € 29,90.

Deze recensie verscheen eerder in licht gewijzigde vorm in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden  op 23 februari 2018.

(foto: L.H. Wiener bij de presentatie van Fallen Leaves, © Roos Custers)