Niemand komt terug uit het Dodenhuis

Hoewel Sarah Pinborough al meer dan twintig romans publiceerde, voornamelijk in de genres fantasy en young adult, verwierf ze pas recentelijk naambekendheid in ons taalgebied. Vorig jaar leverde ze de gelaagde en behoorlijk spannende ‘whodunit’ 13 Minuten af. Zoals de titel doet vermoeden, was protagoniste Tasha precies dertien minuten schijndood, zodat ze de ware toedracht van een raadselachtig ongeval niet kan navertellen. De dreigende toonzetting en ingenieuze opbouw leiden tot een ontregelende apotheose. Het Dodenhuis – al in 2015 verschenen – kreeg lovende commentaren van o.a. Neil Gaiman en Stephen King, grootmeesters van de goedgeschreven thriller. Toch is de roman in eerste instantie geen thriller pur sang. In een niet nader te bepalen toekomst waart een besmettelijk virus rond dat jongeren onder de achttien jaar treft. Deze zogenaamde ‘Defecten’ komen in het Dodenhuis terecht, onder het waakzame oog van de Moeder en haar schare verpleegsters. Wanneer de ziekte effectief uitbreekt, verdwijnt het slachtoffer richting ‘sanatorium’, waarvan niemand ooit terugkeert.

Einzelgänger Toby probeert van z’n verblijf in het Dodenhuis het beste te maken; hij leeft grotendeels in z’n eigen wereldje, slaapt een gat in de dag en dwaalt ’s nachts in alle eenzaamheid door de donkere gangen. Een groeiend groepje lotgenoten gedraagt zich als godsdienstwaanzinnig en probeert de ziekte met zelfbedachte erediensten en gebeden op afstand te houden. De overgrote meerderheid van de jongeren ondergaat de opsluiting echter gelaten; er wordt weinig gereflecteerd over de ziekte en het Defecte Gen. Gevoelens als angst, berusting en moed worden zijdelings benoemd, maar nergens uitgebeeld, zodat lezers zich maar moeilijk in de heikele situatie kunnen inleven. Ook de opbouw van de spanningsboog verloopt vrij stuntelig: Pinborough bedient zich van enkele beproefde technieken, zoals lezers in het ongewisse laten over o.a. de oorzaken en gevolgen van de mysterieuze ziekte. De – geheel logische – vraag waarom de jongeren nergens in opstand komen tegen het regime van Moeder wordt nergens beantwoord. Het feit dan de jongeren onder het mom van vitamines dagelijks kalmerende medicijnen toegediend krijgen, biedt alvast geen afdoende verklaring, maar sluit wel naadloos aan bij de wijze waarop de auteur haar karakters uitwerkt. Hoewel Toby en co de tienerleeftijd al lang gepasseerd zijn, doet de karakterisering denken aan het gemiddelde boek voor 11- en 12-jarigen. Toby lijkt wel een naïef kind in plaats van een overtuigende adolescent. Dat heeft deels met de oppervlakkige benadering van z’n gedachten en gevoelens te maken, maar zeker ook met de kinderlijke verteltrant.

Niet alleen wordt Het Dodenhuis nergens echt spannend, het verhaal komt ook nog eens traag op gang. Pinborough gaat zich te buiten aan irrelevante beschrijvingen van dagelijkse geplogenheden, zoomt zijdelings op enkele personages in en laat hen in wat flauwe dialogen over hun lot filosoferen. Met de komst van nieuwelinge Clara krijgt het verhaal iets meer vaart. Nogal voorspelbaar vormt Toby vrij snel het ideale koppel met deze onbesuisde wildebras, waardoor de roman tot een klef liefdesverhaal evolueert. Het ideale koppel beraamt samen een gewaagd ontsnappingsplan, wat nog in een stroomversnelling komt wanneer Toby een ontluisterende waarheid omtrent z’n identiteit ontdekt. Daarmee heeft deze zogenaamde ‘thriller’ echt wel alle clichés uit het genre opgesomd. Blijft de inhoud grotendeels onder de verwachtingen, zo kan Het Dodenhuis ook stilistisch niet overtuigen. Pinborough bedient zich van een vrij eenvoudige taal, met enkele stilistische uitschuivers, zoals ‘zijn stem snijdt als een soort zweepslag door de koude lucht’ of ‘[M]ijn ingewanden vormen een strakke knoop om de donkere bal in mijn buik.’

Het is wel duidelijk dat Van Goor graag meelift op het succes van 13 minuten en Wat jij niet ziet door nu ook Het dodenhuis uit te geven, dat al in 2015 verscheen. Of dat wel zo’n gelukkige keuze was, betwijfel ik ten zeerste. Deze dystopische ‘thriller’ heeft noch inhoudelijk noch stilistisch veel te bieden.

Jürgen Peeters

Sarah Pinborough – Het Dodenhuis. Vertaald door Carla Hazewindus. Van Goor, Houten. 272 blz. € 18.99.