Onbevreesd naar Le Bourget

Le Bourget was ooit de belangrijkste luchthaven van Parijs, maar dat is lang geleden. Charles Lindbergh kwam er aan na zijn legendarische vlucht over de oceaan in 1927 en danser Rudolf Noerejev in 1961 na zijn vlucht uit de Sovjet Unie. Jean Echenoz schrijft in de kleine novelle Drie broodjes in Le Bourget echter over dat oord als een van die vele grauwe voorsteden van Parijs; zo’n anonieme verzameling van met graffiti besmeurde en half vervallen oude gebouwtjes temidden van altijd gedachteloos opgetrokken nieuwbouw, waar het vrachtverkeer zich een weg baant in wolken fijnstof.

Niemand heeft het er nog over de verdwenen grootsheid van de oude luchthaven. Wie er nu verblijft of langskomt, is als bewoner van de eenentwintigste eeuw vooral bezig het bestaan te trotseren. ‘Alle personages van Jean Echenoz zijn overlevenden,’ merkte de bekende vertaler van Franse literatuur Martin de Haan eens op, ‘schipbreukelingen uit een betere wereld, elk op zijn eigen eilandje beland.’ In deze voor Uitgeverij Vleugels delicaat vertaalde en ook weer fraai vormgegeven novelle is dat niet anders.

De ik-figuur maakt wat van zijn leven: hij gaat op pad vanuit het centrum van Parijs naar Le Bourget, slechts een paar stations bij hem vandaan, waar hij nooit eerder was. Als een persoonlijk avontuur, om op die onbekende plek een broodje te gaan eten. Dus op naar het Gare du Nord, waar de trein wacht. Maar onze eeuw vraagt veel van een mens:

Door de vaardigheid en snelheid waarmee ik de kaartjesaanschaf volbracht, voelde ik me best heel wat, hoewel ik nogal onbeholpen een paar munten op de grond liet vallen, waardoor ik moest hurken om ze weer op te pakken, wat ik geen pretje vind, zoals denk ik geldt voor de meeste houders van een seniorenkaart.

De reiziger bekijkt vanuit de trein de langs schietende gebouwen, leest teksten, die hem op associaties brengen en stelt zich te weer tegen assertieve of juist onverschillige medemensen, die hem als oudere ook wel enige vrees inboezemen. Natuurlijk valt er een kille motregen in Le Bourget, wat de man die zonder paraplu of hoed van huis is gegaan nog eens extra uitdaagt. Het broodje ham en kaas en het glaasje rode wijn worden hem gebracht in de naast een laboratorium voor bloedonderzoek gevestigde brasserie. Of het smaakte, kan de man zich later niet meer herinneren, ‘maar daar ging het ook niet om’.

Het micro-avontuur, opgediend in een zachte, bitterzoete saus, beweegt subtiel op de grens van medelijden en leedvermaak. Maar dat we ons hier bewegen in het ware Frankrijk van onze dagen, is duidelijk. Terwijl de massa’s per vliegtuig naar verre streken reizen om er hun vakantietijd door te brengen in zorgeloze, aangeharkte omgevingen en zo lijken te voldoen aan de hedendaagse eis dat je ver van huis moet om je persoonlijke horizon te verbreden, wandelt het heertje van Echenoz langs Turkse, Pakistaanse, Indiase en Sri Lankaanse fastfoodrestaurants, langs halal slagerijen en kap- en schoonheidssalons, waaronder de Black Beauty en een op één klein raampje na gesloten politiebureau in een kasteelachtig gebouw met vier bliksemafleiders op het dak. In een gebarricadeerd krantenwinkeltje, waar men de deur alleen na aanbellen opent, als was het een juwelierszaak, vindt de avonturier na lang zoeken op een niet voor de hand liggende plaats slechts één exemplaar van een enigermate linkse krant, terwijl alle mogelijke extreemrechtse bladen er op de eretribune uitgestald liggen.

Er volgen meer broodjes in Le Bourget, dat na terugkeer al snel bekend terrein wordt. Maar de wereld van de wedergeboren monsieur Hulot blijft ongerieflijk en koud. Ook letterlijk, als maar vijf van de tien verwarmingsapparaten in de foeilelijke kerk blijken te werken, en zelfs die het niet echt goed doen.

Drie broodjes in Le Bourget werd geschreven naar aanleiding van een initiatief van hedendaags theatermaakster Gilberte Tsaï, meldt de uitgever, in het kader van een theaterproject in 2014. Hoe we ons dat precies moeten voorstellen, had waardevolle additionele informatie geweest bij dit fraaie staaltje bedachtzaam proza.

André Keikes

Jean Echenoz – Drie broodjes in Le Bourget. Vertaald door Hester Tollenaar. Uitgeverij Vleugels, Bleiswijk, 48 blz. € 16,95.