Een te felgekleurde kopie van de waarheid

Eerder werd in het Nederlands van de Braziliaanse schrijver Michel Laub (1973) Overal en altijd weer vertaald, een roman in staccatostijl over drie generaties, over het onbedoeld doorgeven van trauma’s. Een zoektocht vol zelfspot, waarbij de verteller, een beladen mens, zijn zoon de kans geeft om met een schone lei te beginnen.

In de roman Het donderdagtribunaal wordt het menselijk tekort opnieuw vanuit diverse standpunten bekeken. Daarnaast is het een aanklacht tegen de hypocrisie van de snelle veroordeling via de sociale media. In vroeger dagen moest men eerst naar een schuur om een pot verf en een kwast te halen voordat een leus op een muur kon worden gekalkt. Genoeg tijd voor reflectie. Nu wordt er eigenlijk van eenieder verwacht dat er direct partij gekozen wordt. Het internet is ideaal voor diegenen die meeweeklagers zoeken. En zo en passant kunnen de volgers, de commentaargevers, ook nog eens mooi laten zien hoe sterk ze zelf moreel gesproken in de schoenen staan. Hoe politiekcorrect ze zijn. Bij hen geen smetje te bekennen. O nee.

José Victor is een succesvolle reclameman, begin veertig, maar de midlifecrisis dreigt binnen te sluipen. Hij is getrouwd met Teca, maar het huwelijk loopt op het eind. Bij de koffiemachine heeft hij de twen Dani ontmoet, haar een keer meegenomen naar een café ‘met een gekleurde bar’, wat clichématige opmerkingen benadrukt waardoor ze weer grappig, effectief werden. Je zit in de reclame of niet. De creatief directeur met de stagiaire. Hij pocht er via e-mail over tegen zijn beste vriend Walter, eveneens werkzaam in de business. Stoere praat verpakt in rauwe humor. Mannen die hun echte gevoelens, hun angsten weglachen. Een bekend overlevingsmechanisme. Maar kijk daarbij uit, want cynisme, sarcasme en ironie worden niet door iedereen begrepen. En dat is een understatement.

Walter is homoseksueel, is ergens tussen 2008 en 2012 besmet met het hiv-virus. De ziekte die in de jaren tachtig een direct doodsvonnis was, maar die door de cocktail van remmers een chronisch karakter heeft gekregen. Ook over hiv en aids maken Walter en José Victor wrange grappen. Maar wanneer Teca door José Victor wordt gedumpt, komen deze mails op straat te liggen. Hij heeft zijn wachtwoord op een papiertje geschreven. Zij vat de strekking van de mails samen en stuurt ze naar een groep van vriendinnen. Wanneer je (privé)zinnen uit het verband rukt – en vooral wanneer je ze letterlijk neemt – verandert de betekenis natuurlijk drastisch.

Het idioom van Laub is opnieuw behoorlijk staccato-achtig, maar de tekst heeft een mooie onderhuidse cadans, gesterkt door de eveneens onderhuidse humor, door de intelligentie van de redeneringen. Het donderdagtribunaal is organisch, is geschreven in ‘lichaamstaal’. Laub beschrijft de onmacht van de andersdenkenden, van de homoseksuele minderheid. Waar men vroeger bang moest zijn – of eigenlijk nog steeds en misschien juist wel weer steeds meer – voor fysieke aanvallen, wordt men nu op het internet gelyncht. Soms om het minste of geringste, dat buitenproportioneel groeit doordat het, nogmaals, uit het verband is gerukt.

Laub geeft een invoelbare sfeertekening van de moordende angst die er vlak na de ontdekking van ‘de nieuwe pest’ wereldwijd ontstond. (Denk eens aan acteur Rock Hudson, een van de eerste slachtoffers, die, ooit geadoreerd door scharen van vrouwen, een heel vliegtuig moest afhuren om naar een ziekenhuis in Parijs te kunnen vliegen. Waarbij ook nog eens de vleugel van dat hospitaal leegliep.) En van de walgelijke reacties van moraalridders die de ziekte – in die dagen eigenlijk uitsluitend verbonden met ‘kontneukers’ en junks – als een terechte straf zagen voor liederlijk gedrag. De kanker van de homoseksueel die ze verdiend zouden hebben.

‘Vrij veilig is een slogan uit de jaren negentig, of misschien het begin van deze eeuw. Het heeft even geduurd voordat de reclamemakers van de overheid op deze twee woorden kwamen.’ Een mooie sneer naar het reclamevak. De verkwanseling van de taal. Het professioneel liegen. Het maken van een te felgekleurde kopie van de waarheid.

Laub neemt het in deze roman op voor de humor, voor het privéidioom. Het theatrale, hyperbolische element van hun correspondentie wordt door dommigheid verandert in een letterlijke verklaring over karakter en bedoelingen. Verantwoording leg je tegen elkaar af. Niet op een wereldwijd podium. José Victor wordt door de meeweeklagers gezien als een vrouwenhater, iemand met een zeer ouderwetse kijk op de rol van de vrouw binnen een relatie. Maar dat is de niet begrepen zelfspot. De grap die als feit wordt gepresenteerd. Gelukkig voor hem reageert Dani heel volwassen. Kort daarvoor heeft Laub nog een twist in petto aangaande Teca en Walter. Dat nuanceert het verhaal nog meer. Iemand die lyncht dénkt dat hij of zij dat doet uit edele principes, maar niets is minder waar. Het is ongezonde borstklopperij zonder gevoel voor respect, voor een klein beetje empathie. De meeweeklager kan een ander alleen van afstand bekijken, op grond van stereotypen en taboes. Dat heeft iets weg van een virusinfectie. Het donderdagtribunaal is een goed gedoseerde, evenwichtig roman, een noodzakelijke poëtische aanklacht in de tijd waarin de sociale media het gezonde verstand vaak over schijnen te nemen.

Guus Bauer

Michel Laub – Het donderdagtribunaal. Vertaald door Harrie Lemmens. Ambo|Anthos, Amsterdam. € 19,99.