Nu moest vader Wachter dood 

Mijn eerste Vestdijk was Surrogaten voor Murk Tuinstra. Waarom ik niet met de eerste ‘Anton Wachter’ ben begonnen, weet ik niet meer. Mogelijk was dat boek, Sint Sebastiaan, juist niet in druk op het moment dat ik me voor het werk van Vestdijk ging interesseren.

Hoewel het na- en voordelen heeft om de Anton Wachter-romans — Vestdijk schreef er acht, nog afgezien van Kind tussen vier vrouwen, het oerboek waarop de auteur later de hele serie baseerde dat tot na zijn dood ongepubliceerd bleef — in volgorde van verschijning te lezen, is dat niet noodzakelijk. Vestdijk heeft ze óók niet in chronologische volgorde geschreven. Zo debuteerde hij in 1934 als romancier met Terug tot Ina Damman, dat in de definitieve nummering van de Anton Wachter-romans het derde deel werd. Het was na Kind tussen vier vrouwen en Meneer Vissers hellevaart (gepubliceerd in 1936) de derde roman die Vestdijk schreef, binnen een jaar.

Terug tot Ina Damman was een bewerking van een belangrijk gedeelte van de door de uitgever geweigerde mammoetroman Kind tussen vier vrouwen, die in manuscript bijna duizend bladzijden besloeg. Het boek waarmee Vestdijk uiteindelijk debuteerde, wijkt echter in één opzicht af van het basiswerk: heeft Anton Wachter in Kind tussen vier vrouwen zijn beide ouders nog tot de laatste bladzijde, in Terug tot Ina Damman is de vader op jonge leeftijd gestorven.

Dat is des te opmerkelijker, omdat Vestdijks eigen vader eenentachtig jaar oud werd en dus in het sterk autobiografische werk van zijn zoon over zijn eigen dood heeft kunnen lezen. ‘Met veel stoïcisme, moet ik zeggen,’ schreef Vestdijk aan Nol Gregoor (zie diens Simon Vestdijk en Lahringen).

De dood van vader Wachter had een literaire reden: het was Vestdijk er vooral om te doen om de verhouding van de jonge Anton tot de in zijn leven belangrijke vrouwen te schetsen. Dat hij deze literaire truc niet al in Kind tussen vier vrouwen — titel die wat het thema betreft immers niets aan duidelijkheid te wensen overlaat — toepaste, komt ongetwijfeld doordat hij toen pas was begonnen met het ontwikkelen van zijn talent.

Inmiddels leverde de overleden vader wel problemen op voor de andere, nog te schrijven delen van de Anton Wachter-reeks: toen Vestdijk eind jaren veertig begon aan Surrogaten voor Murk Tuinstra, dat in chronologie aan Terug tot Ina Damman voorafgaat, was hij wel gedwongen een sterfbed in te lassen. Hiervan heeft hij zich wat gemakkelijk af gemaakt: als vader Anton gaat zoeken die met een vriendje is weggelopen, vat deze kou: hij sterft aan een longontsteking. Met enkele onderkoelde mededelingen hieromtrent wordt het boek besloten. Een zeer verklaarbaar schuldgevoel wordt slechts even aangestipt, waardoor Vestdijk op ondubbelzinnige wijze de lezer duidelijk maakt dat hij de vaderfiguur niet langer kan gebruiken. Hij wil er verder geen woorden aan vuil maken.

In Surrogaten voor Murk Tuinstra wordt een omwenteling in de verhouding van de jongen tot de ouders beschreven: wordt aanvankelijk de vader vereerd, na enkele ontgoochelingen voelt Anton Wachter zich meer aangetrokken tot zijn moeder. Het is daarom dat dit het sleutelboek is in de reeks. Hoe belangrijk de hierin vervatte levensperiode voor Vestdijk was, moge blijken uit het feit dat in Het glinsterend pantser van 1956 een vrijwel identieke situatie wordt beschreven, hier in de eerste persoon, die wordt aangeduid met S… Dat deze S… gelijk is aan Simon Vestdijk zowel als aan Anton Wachter staat buiten kijf.

De indruk die Surrogaten voor Murk Tuinstra ruim tien jaar geleden op me maakte, werd bij herlezing versterkt. Vestdijk is er in geslaagd een universeel gevoel te leggen in een verhaal dat toch in principe plaats- en tijdgebonden is. Hierdoor blijven de Anton Wachter-romans levende organismen.

Frank van Dijl

S. Vestdijk – Surrogaten voor Murk Tuinstra. Geschiedenis van een vriendschap. Anton Wachter-romans 2, Verzamelde romans 8. Nijgh & Van Ditmar.

Deze recensie stond eerder in Het Vrije Volk van 30 december 1978.

Afbeelding boven: familiefoto op het omslag van Surrogaten voor Murk Tuinstra, derde druk, z.j.