Ga nooit van huis zonder kip

De Nederlandse Ate en de Belg Baptiste mogen uiterlijk tegenpolen zijn, toch appen ze al meer dan een halfjaar met elkaar. Precies die dagelijkse stroom berichtjes maakt het leven van de verlegen Ate draaglijk. Wanneer z’n app-partner – eigenlijk een nobele onbekende – in financiële moeilijkheden zit, spoort Ate zonder aarzelen richting Brussel. Voor de onzekere tiener die het liefst voor z’n computerscherm vertoeft, geen evidente opgave. Uiteraard draait zo’n onbezonnen daad op een fiasco uit; nauwelijks van de trein gestapt, wordt Ate door een wildvreemd meisje aangesproken. Emeraude heet ze, en zij blijkt de échte Baptiste te zijn. Met minder goed nieuws overigens. Wat de lezer al een tijdje vermoedde, blijkt waarheid: Ate is het voorspelbare slachtoffer van catfishing. Aangezien hij in z’n grenzeloze naïviteit al eerder behoorlijke sommen geld aan ‘Baptiste’ heeft overgemaakt, beschouwt de beruchte Brusselse bende waarvoor Emeraude werkt hem als een makkelijke doelwit. Dat klinkt allemaal wat ongeloofwaardig, maar wordt door Veldkamp behoorlijk goed geënsceneerd. Het met vaart geschreven relaas laat de lezer weinig tijd om kritische vragen te stellen: onverwachte gebeurtenissen volgen elkaar in sneltempo op, met een sterk opgebouwde spanningsboog als katalysator. Een wilde rit op een gestolen scooter volgt, zogenaamd om Ate in veiligheid te brengen. Gaandeweg krijgt Ate steeds meer sympathie voor de ontwapenende Emeraude, zeker wanneer ze haar trieste levensverhaal vertelt. Het onverwachte verschijnen van de ‘echte’ Baptiste, maakt echter abrupt een einde aan Ates vertrouwen…

Als protagonist krijgt Ate net iets meer diepgang dan Veldkamps personages uit eerder werk, al was toch meer nodig om van een gelaagd round character te spreken. Bovendien verloopt Ates evolutie van goedgelovige nerd naar de ware held van dit verhaal wel erg snel. Tevens had Veldkamp de afstand tussen lezer en protagonist makkelijk kunnen verkleinen door de personele vertelinstantie te vervangen door een gelaagd relaas met Ate als belevende ik-verteller. Ates naïviteit doet evenzeer wenkbrauwen fronsen. Toegegeven, hij is wanhopig op zoek naar een ‘vriend’, maar om zonder meer zijn mobiel én pinpas aan de eerste beste wildvreemde te geven? Dergelijke wat ondoordachte wendingen stellen het geloof van de lezer serieus op de proef. Emeraude is een moeilijker te typeren personage, vanuit verhaal logisch gemotiveerd, aangezien Ate aan haar grillen overgeleverd is. Tegelijkertijd opent het onvoorspelbare meisje Ates ogen voor z’n eigen, verborgen motieven:

‘Je stuurde hem geld, maar was dat om hem te helpen? Of was je bang hem kwijt te raken? Je ging naar Brussel, maar was dat echt voor hém? Of wilde je alleen dat hij je zou blijven appen?’

Het zet Atte alleszins aan om z’n definitie van begrippen als vriendschap, identiteit en vertrouwen te herzien.

Veldkamp hanteert opnieuw een eenvoudige taal, die een uitermate toegankelijke jeugdroman oplevert. Wanneer de auteur zich een enkele stilistische uitspatting veroorlooft, loopt het gegarandeerd mis, bijvoorbeeld. ‘Baptistes gezicht was niet gemaakt voor zorgen.’ Die stilistische franjes kun je ‘gebald’ noemen, of getuigen van een ‘uitgepuurde stijl’, maar dat is het in wezen allemaal niet. Het zijn frasen van een auteur die vooral graag vernieuwend wil schrijven, maar niet verder komt dan gezochte formuleringen die – in velerlei varianten – tal van soortgelijke jongerenromans bevolken. Datzelfde euvel geldt enkele ‘leuke’ vondsten, zoals de wekelijkse ‘Dag van de Liefde’ die Ates moeder met haar partner doorbrengt of het feit dat Emeraude haar kip, genaamd Beyoncé, overal mee naartoe sleept in haar rugzak. Niet slecht gevonden overigens, maar Veldkamp doet er verder niets mee. Dergelijke passages fungeren enkel als doorzichtig trucje om het verhaal van meer diepgang te voorzien. Ook in eerder werk, zoals De lovebus (2017) wemelt het van de half uitgewerkte ideeën en zogenaamd originele vondsten.

Dat alles maakt Katvis opnieuw tot een typerend voorbeeld van Veldkamps oeuvre. Een toegankelijk verhaal, met zeker aan het begin van de roman de nodige spanning en vaart. Stilistisch blijft het allemaal eenvoud troef, al stoort dat hier minder. Jammer wel dat Veldkamp aan het einde toch weer enkele steken laat vallen en zich te buiten gaat aan een keur van ongeloofwaardige scènes om z’n verhaal van een happy end te voorzien. Het maakt Katvis tot een beter verhaal dan voorgaande boeken, maar het is zeker geen puntgaaf geheel.

Jürgen Peeters

Tjibbe Veldkamp – Katvis. Querido, Amsterdam/Antwerpen. 126 blz. € 15.99.