Elkaars geschiedenis schrijven

Dat de verzamelde correspondentie tussen Geerten Meijsing en Doeschka Meijsing is uitgegeven is een klein wonder, want er schijnt achter de schermen nogal wat gedoe te zijn geweest. Op de presentatie schitterde de uiterst zorgvuldige samensteller Nop Maas door afwezigheid. Uit Liefdevolle rivaliteit lijk je soms te kunnen opmerken dat zijn annotaties bij de brieven door Geerten Meijsing werden verbeterd: ‘Geerten tekent hierbij nu aan […]’

Doeschka Meijsing (1947-2012) was de drie jaar oudere zus van Geerten die in het begin van haar schrijverscarrière de komst van haar broer binnen hetzelfde speelveld met enige jaloezie bekeek. Dat veranderde later in bewondering voor elkaars werk en in de brieven ondersteunen ze elkaar. Geerten leeft het grootste deel van zijn leven in Italië en heeft bij voortduring geld- en relatieproblemen. Het vergaat Doeschka iets beter omdat zij een baan als criticus – eerst bij Vrij Nederland en later toen de neergang van het linkse weekblad inzette bij concurrent Elsevier – heeft, maar zij kent eveneens grote dalen in haar persoonlijke leven. Een gedeelde jeugd betekent dat je moet oppassen dat het autobiografische materiaal niet voor je neus weggekaapt wordt. Het lijkt vooral Geerten te zijn die soms onderwerpen en plaatsen claimt en Doeschka verwijt dat zij bijvoorbeeld ook Italiaanse onderwerpen opneemt in haar romans. Dat is zijn terrein immers.

Het liefdevolle element zit vooral in de band die ze ondanks de concurrentie toch voelen. ‘Ook al schrijven we zo andere dingen: achter dat alles schuilt een stem die hetzelfde vertelt,’ schrijft Doeschka die zelfs het idee heeft ‘dat we elkaars geschiedenis schrijven.’ Het is een beetje jammer dat het boek een nawoord krijgt waarin Geerten Meijsing zijn visie op de broer-zusrelatie geeft. In de briefwisseling lees je de standpunten van beide scribenten; nu is er één iemand die het laatste woord neemt. Al staat daar wel weer een vermakelijke uitbarsting van Geerten in tegen het huidige literaire klimaat met ‘vooral op de verrekijk zichtbare, zich als ‘schrijver’ presenterende vermomde cabaretiers en woordkikkers’. Dat is een van de vele klachten in het nawoord, want ‘wat heeft ons de wereld van de Nederlandse letteren toch teleurgesteld’, een herhaling van wat hij in 1981 ook al schreef: ‘niemand (in de schrijverswereld) is ooit loyaal met ons.’

De correspondentie laat zien dat beiden, ondanks al die tegenwerking, door bleven werken aan een oeuvre dat zij wilden maken zonder concessies te doen aan het grote publiek. Daarin waren ze gelijk.

Coen Peppelenbos

Geerten Meijsing en Doeschka Meijsing – Liefdevolle rivaliteit. Bezorgd door Nop Maas. Athenaeum – Polak & Van Gennep en Querido, Amsterdam. 296 blz. € 22,90.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 2 november 2018.