Openslaande deuren welke openslaan naar de tuin

Het gaat, als je de berichten moet geloven, niet goed met de belangstelling voor de Nederlandse taal. Zo zou er minder worden gelezen en het aantal studenten Nederlands krimpt zienderogen. Het neemt niet weg dat veel mensen zich erg boos kunnen maken over spel- en stijlfouten. Populaire taalboekjes verkopen dan ook prima. De nieuwste bundel stukjes van NRC-columnist Japke-d. Bouma, Mag ik even iets tegen je aanhouden?, zal ook zeker z’n weg wel vinden.

Uitgaven met alledaagse ‘taalergernissen’ worden vermoedelijk mede zo veel gekocht, omdat je er op een ontspannen manier zo fijn je gelijk mee kunt halen. Belangrijk, want taal behoort tot de in je jonge jaren aangeleerde zaken en met dat basispakket aan meegekregen zekerheden valt niet te spotten. Maar terwijl Paulien Cornelisse, die al even succesvol is met grappige stukjes over taaluitingen, graag benadrukt dat ze zich nooit ergert, hooguit verbaast, wekt Bouma wel de indruk zich soms te storen aan merkwaardig taalgedrag, al blijft de toon overwegend positief.

In haar nieuwe boekje taalcolumns heeft ze het onder meer over ‘de terreur van de verkleinwoordjes’, ‘onzintaal’, ‘groen en geel ergeren’ (aan te veel Engels), ‘loze praatjes en holle frasen’ en ‘jeukwoordenepistel’, termen die niet bepaald een stoïcijnse instelling verraden. En het woord ‘taalparels’, als het over ‘Boer zoekt vrouw’ gaat, is natuurlijk al evenmin positief bedoeld. Misschien huist er in Japke-d wel iets meer dan in Paulien een evangelist, al is die dan van de goed pruimbare soort. Zonder ‘haakje’ kun je natuurlijk ook niet schrijven over kwesties die je opvallen en zoiets lijkt dan al snel op een ergernis.

Taal- en lifestyle-columnisten werken qualitate qua sterk vanuit het persoonlijk perspectief. Dat was dus ook al zo in Bouma’s eerdere bundels Uitrollen is het nieuwe doorpakken, Ga lekker zélf in je kracht staan en Werken doe je maar thuis, waarin ze nader keek naar taalmishandeling in het bedrijfsleven en bij de overheid. De nieuwe uitgave is wat breder van opzet. Daarbij valt te denken aan raadselachtige teksten op supermarktverpakkingen (‘haarritueel’, ‘vertrouwde smaak’, ‘integer gebrouwen’), verkiezingsmotto’s (‘Voel de liberaal in je’, ‘Met elkaar voor de toekomst’) en de Funda-misbaksels van makelaars (‘keukenopstelling’, ‘beknopte achtertuin’ of het betrekkelijk voornaamwoord ‘welke’ in plaats van ‘die’, zoals in ‘de openslaande deuren welke openslaan naar de tuin’).

Boekjes met gebundelde taalcolumns uit kranten en tijdschriften zijn overigens een grappig, maar tegelijk raar fenomeen. Je gaat er niet snel een hele avond tientallen achter elkaar zitten lezen, want daar waren ze ook nooit voor bedoeld. De functie van cursiefjes, want dat zijn het eigenlijk, is om een beetje lucht te blazen in een dagblad, dat verder toch overwegend uit ernstig, niet zelden deprimerend nieuws bestaat. Die ‘lucht’ er later weer tussenuit snijden en bundelen lijkt daarmee op het bezoeken van een kwaliteitsrestaurant om er slechts het dessert te bestellen.

André Keikes

Japke-d Bouma – Mag ik even iets tegen je aanhouden?. Thomas Rap, Amsterdam, 208 blz. €12,99.